Onderzoek naar ecologische impact Amerikaanse Dakota-pijpleiding moet doorgaan

Het onderzoek naar de ecologische impact van de omstreden Amerikaanse oliepijpleiding Dakota Access op een kunstmatig meer, moet worden doorgezet. Dat heeft het Amerikaanse Hooggerechtshof beslist. Het bedrijf Energy Transport, uitbater van de pijpleiding, had gevraagd het bijkomende milieurapport, door een lagere rechtbank opgelegd, te schrappen.

De aanleg van de pijpleiding onder het meer Lake Oahe – op de grens van North Dakota en South Dakota – wordt door een groep inheemse Amerikaanse groepen aangevochten. Zij vrezen daarbij onder meer voor een contaminatie van hun watervoorziening.

Heilige rivier

De Dakota Pipeline werd vijf jaar geleden in gebruik genomen. Energy Transport wil echter over een afstand van 2,7 kilometer op federaal terrein een pijpleiding onder het Lake Oahe, een kunstmatig stuwmeer op de Missouri, trekken.

Dat stuit echter op verzet van de inheemse stammen Standing Rock Sioux, Yankton Sioux, Oglala Sioux en de Cheyenne River Sioux. Zij gebruiken het stuwmeer onder meer voor hun watervoorziening. Bovendien beschouwen ze de Missouri ook als een heilige rivier. De stammen vrezen dat een mogelijke olielek de watervoorraden zouden vergiftigen.

De Dakota Pipeline is de grootste ondergrondse oliepijpleiding van de Verenigde Staten. De leiding moet olie vanuit de Bakken Formation in North Dakota over een afstand van ongeveer 1.885 kilometer de haven van Patoka in Illinois brengen.

Onder voormalig president Barack Obama had de Amerikaanse regering zes jaar geleden een herziening van de licentie voor de aanleg van de pijplijn, maar die beslissing werd onder diens opvolger Donald Trump weer ingetrokken, waarop de pijpleiding in gebruik kon worden genomen. Onder president Joe Biden, partijgenoot van Obama, neemt de Amerikaanse overheid echter opnieuw een ander standpunt in.

Mogelijke sluiting

Energy Transport had bij het Hooggerechtshof gevraagd de beslissing van de lagere rechtbank, die een diepgaand milieurapport over de doorgang onder Lake Oahe had bevolen, terug te draaien. Daarbij werd opgemerkt dat die beslissing mogelijk tot een uiteindelijk definitieve sluiting van de pijpleiding zou kunnen leiden.

Woordvoerders van president Joe Biden hadden die bezorgdheid over een mogelijke sluiting echter overdreven genoemd. De Amerikaanse regering drong er bij het Hooggerechtshof op aan het beroep van Energy Transport af te wijzen. Dat is nu ook gebeurd.

In een reactie op de beslissing van het Hooggerechtshof riepen vertegenwoordigers van de Standing Rock Sioux de Amerikaanse overheid op om de pijpleiding te sluiten totdat een volledig rapport over de impact van de mogelijke aanleg is voltooid.

“Energy Transport had zelfs nooit een toelating mogen krijgen om de Dakota Pipeline aan te leggen”, benadrukten woordvoerders van de milieugroep Earthjustice, die de Standing Rock Sioux vertegenwoordigt. “De hardnekkige onwettigheid van deze pijpleiding moet worden aangepakt.”

Het Hooggerechtshof heeft echter geoordeeld dat de pijpleiding tijdens de evaluatie van een doorgang onder Lake Oahe in gebruik kan blijven. Het Amerikaanse Army Corps of Engineers, verantwoordelijk voor de goedkeuring van vergunningen, heeft aangegeven te verwachten zijn evaluatie later dit jaar te kunnen afronden.

(ns)

Meer