Europa gaat zijn energiesysteem volledig omgooien: waterstof en circulair zijn de sleutelwoorden

De Europese Commissie maakte woensdag haar plannen bekend om ‘energie te leveren aan een klimaatneutrale economie’. Aan de basis daarvan ligt een strategie die van Europa een wereldleider moet maken op vlak van ‘propere waterstof’.

Europa heeft zichzelf een doel gesteld: klimaatneutraliteit tegen 2050. Een uitdaging van formaat als je weet dat het Europese energiesysteem momenteel verantwoordelijk is voor 75 procent van de uitstoot van broeikasgassen. 

Daarom heeft de EU een strategie ontwikkeld die op twee pijlers berust: Enerzijds een geïntegreerd, circulair energiesysteem op basis van duurzame brandstoffen, anderzijds gaat het handelsblok zwaar inzetten op waterstof.

De eerste pijler omvat 38 concrete maatregelen die gaan van fiscale prikkels tot ondersteuning van onderzoek naar en innovatie van nieuwe technologieën. Warmtepompen, biomassa, zonne- en windenergie zijn allemaal bekende hernieuwbare energiebronnen die nog verder ontwikkeld moeten worden.

De EU gaat zoveel mogelijk sectoren aanmoedigen om te elektrificeren: auto’s, transport, industrie, gebouwen, … Tegen 2030 moet 25 procent van onze energie elektrisch zijn. Vandaag is dat aandeel 23 procent. Tegen 2050 mikt de EU op 50 procent.

Verschillende etappes

Voor sectoren of toepassingen die moeilijk elektrisch aan te drijven zijn, zoals staal- en cementproductie, wil de EU ‘propere waterstof’ stimuleren. ‘De prioriteit is de ontwikkeling van hernieuwbare waterstof, voornamelijk geproduceerd uit wind- en zonne-energie. Op korte en middellange termijn zijn echter andere vormen van koolstofarme waterstof nodig om de uitstoot snel te verminderen en de ontwikkeling van een potentiële groeimarkt te ondersteunen.’

Er is namelijk veel elektriciteit nodig om waterstof te produceren, en vandaag gebeurt dat voornamelijk met aardgas- en steenkool. Op die manier stoot de productie van waterstof momenteel elk jaar 830 miljoen ton CO2 uit in de atmosfeer, volgens het Future of Hydrogen-rapport van het Internationaal Energie-agentschap (IAE). 

Om als ‘proper’ te beschouwd worden moet waterstof gemaakt worden met elektriciteit op basis van duurzame bronnen, zoals wind en zon. Waterstof zelf is namelijk geen energiebron maar een drager. Het grote voordeel ten opzichte van elektriciteit, is dat waterstof een grote hoeveelheid energie makkelijk kan opslaan. 

De EU wil niet vooruitlopen op de zaken en stelt een geleidelijk stappenplan op: 

  • van 2020 tot 2024 zet de commissie in op de installatie van centrales voor de productie van hernieuwbare waterstof, met een totale capaciteit van 6 gigawatt. Daarmee moet ongeveer een miljoen ton ‘propere waterstof’ kunnen geproduceerd worden.
  • van 2025 tot 2030 moet waterstof integraal deel uitmaken van ons geïntegreerd energiesysteem, en moeten waterstofcentrales een capaciteit hebben van ten minste 40 gigawatt, voor de productie van maximaal tien miljoen ton hernieuwbare waterstof in de EU.
  • Tussen 2030 tot 2050 moeten technologieën die hernieuwbare waterstof gebruiken volwassen worden. Dat betekent dat ze op grote schaal worden ingezet in alle sectoren die moeilijk koolstofvrij te maken zijn.

De Commissie hoopt met een ‘Europese alliantie voor schone waterstof’ deskundigen, lidstaten, regio’s en de Europese Investeringsbank samen te brengen. Alles zal op een gecoördineerde manier gebeuren in het kader van de Europese Green Deal en het EU-herstelplan voor de volgende generatie.

Hindernissen

  • De concurrentie is zwaar: de EU produceert momenteel slechts 18 procent van ’s werelds waterstof. Europeanen kunnen snel worden ingehaald door Chinese, Japanse en Amerikaanse concurrenten, als er niet onmiddellijk wordt ingezet op de nieuwe technologie.
  • Om de uitstoot van waterstof op basis van aardgas en steenkool te neutraliseren, hebben we koolstofopslagcapaciteit nodig. De ogen van Brussel richten zich op de Noordzee, waar onderwatertanks tot 1,7 miljoen ton CO2 per jaar kunnen absorberen. Volgens experts is dat nog steeds ruim onder onze behoeftes.
  • Onze capaciteit voor hernieuwbare energie is te beperkt: of het nu voor het elektriciteitsnetwerk is, of voor waterstofproductie, Europa heeft enorme hoeveelheden hernieuwbare energie nodig. Zeker als het fossiele brandstoffen wil uitfaseren.
  • Vraag stijgt sneller dan aanbod: ‘Het aandeel waterstof in de Europese energiemix zou moeten dalen van minder dan 2 procent momenteel naar 13 à 14 procent tegen 2050 ‘, schat de EU. Maar volgens verschillende experts aangehaald door Politico is dat niet snel genoeg. Als gevolg hiervan kan waterstof heel duur worden in vergelijking met andere energie. Sectoren die koolstofarm willen gaan, zouden gas kunnen verkiezen. 

Conclusie: De energiestrategie van de EU gaat de goede kant op, maar tijdstekort zal de grootste vijand zijn van de uitrol ervan.

Lees ook: Volvo en Daimler werken samen aan vrachtwagen op waterstof

Meer