Nederland, Frankrijk, Duitsland en Italië kopen samen 300 miljoen dosissen van het coronavaccin dat het Brits-Zweedse farmabedrijf AstraZeneca aan het ontwikkelen is. De Europese Commissie is niet te spreken over de eigengereidheid van de landen.
AstraZeneca had eerder al bekendgemaakt dat het een deal had voor de levering van 400 miljoen coronavaccins. 100 miljoen daarvan gingen naar het Verenigd Koninkrijk, maar over de rest was nog geen duidelijkheid.
Die is er nu wel. Nederland, Frankrijk, Duitsland en Italië richten samen een zogenaamde ‘vaccinalliantie’ op om ‘een breed toegankelijk, beschikbaar en betaalbaar vaccin’ te ondersteunen. De eerste stap daarin is de aankoop van 300 miljoen dosissen van AstraZeneca. Dat schrijft Hugo de Jonge, de Nederlandse minister van Volksgezondheid, aan de Tweede Kamer.
Hoeveel het vaccin heeft gekost, wil De Jonge niet zeggen, maar het zou aan kostprijs worden verkocht. De vier landen willen het vaccin over de Europese Unie verdelen.
Gefaalde testen
AstraZeneca ontwikkelt het middel samen met de universiteit van Oxford en kon al meerdere keren positief nieuws brengen. Zo ontving het vaccin al 1 miljard dollar van het Amerikaanse staatsgezondheidsbureau Barda en is er al een samenwerking op poten gezet met de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) om te kijken hoe de wereldwijd verdeling best in zijn werk gaat.
De testen op dieren vielen tegen, want het virus werd niet tegengehouden, maar binnenkort worden de eerste testresultaten op mensen verwacht. Toch wordt het door de WHO nog steeds gezien als een van de meest beloftevolle vaccins tegen Covid-19. Ook onder meer het Amerikaanse Johnson & Johnson en het Franse Sanofi zijn bezig met een vaccin.
Johnson & Johnson begint volgende maand vanuit de labo’s van zijn Belgische dochter Janssen Pharmaceutica met testen op mensen.
Europa niet akkoord
De deal met AstraZeneca is de eerste die de vaccinalliantie sluit, maar De Jonge hoopt op meer deals in de toekomst. Als het van de Europese Commissie afhangt, komen die er echter niet. Die riep de vier landen zaterdag op om hun samenwerking af te breken, omdat ze de inspanningen van de Commissie ondermijnt. Commissaris Stella Kyriakides vindt dat de Commissie zelf namens alle Europese lidstaten moet onderhandelen.
