De aanleg van een onderzeese elektriciteitskabel tussen Noorwegen en het Verenigd Koninkrijk is voltooid. Met een lengte van 720 kilometer is de verbinding daarmee de grootste onderzeese interconnector voor het transport van elektriciteit in de hele wereld. Nu de aanleg is voltooid kan uitbater North Sea Link, een joint-venture tussen het Britse National Grid en het Noorse Statnett, met tests van start gaan.
De kabel maakt door de Noordzee een verbinding tussen Kvilldal in Noorwegen en Blyth in Engeland.
Voorzien is dat de interconnector in oktober dit jaar officieel in gebruik genomen zal kunnen worden. Met de aanleg van de North Sea Link was een investering van 2 miljard euro gemoeid. De kabel kan een transport van 1,4 gigawatt elektriciteit – ongeveer evenveel als een nucleaire reactor – garanderen.
Emissies
Interconnectoren vormen een belangrijk onderdeel van de strategie van de Britse regering om haar emissies te verminderen en de aanleg van offshore windkracht te stimuleren. ‘De infrastructuur stelt het Verenigd Koninkrijk immers in staat om elektriciteit – afhankelijk van de behoefte – afwisselend te importeren of uit te voeren’, verduidelijkt Nigel Williams, directeur van North Sea Link.
‘Het meest uitdagende onderdeel van het project was het leggen van de kabel door de Noordzee en de Noorse fjorden. Gespecialiseerde boten voor het leggen van kabels kunnen bij ruwe zee niet opereren. Daarnaast moest ook een gespecialiseerd schip worden gebouwd om een kabel door een afgelegen Noors meer te leggen.’
Interconnectoren worden voor de elektriciteitsbevoorrading van landen steeds belangrijker. Deze grensoverschrijdende verbindingen vertegenwoordigden twee jaar geleden ongeveer 8 procent van het Britse elektriciteitsverbruik.
Verwacht wordt dat dit aandeel de volgende vijf jaar tot 19 procent zal oplopen. De Britse regering raamt tegen eind dit decennium ongeveer 18 gigawatt elektriciteit van interconnectoren te zullen moeten afnemen. Op dit ogenblik is er sprake van ongeveer 6 gigawatt.
Over drie jaar zal het netwerk Britse interconnectoren met de Viking Link, die een verbinding met Denemarken moet garanderen, worden uitgebreid. ElecLink, een elektriciteitskabel door de Kanaaltunnel tussen Frankrijk en het Verenigd Koninkrijk, wordt naar verwachting volgend jaar opgeleverd.
Tarieven
Op dagen met grote windkracht genereert het Verenigd Koninkrijk, dankzij zijn offshore turbines, een overschot aan elektriciteit. Door de North Sea Link wordt het mogelijk om dat surplus naar Noorwegen te exporteren. Tijdens windstille periodes kan het Verenigd Koninkrijk daarentegen elektriciteit uit Noorse waterkracht importeren. Het land denkt voor de toekomst ook aan het project IceLink, dat een uitwisseling van elektriciteit met IJsland mogelijk zou maken.
Noorwegen steunt voor zijn elektriciteitsvoorziening vooral op waterkrachtcentrales. De hoge productie van die centrales zorgt ervoor dat het land lokale elektriciteit aan voordelige prijzen kan afnemen en zijn overschotten tegen hogere tarieven naar het buitenland kan exporteren.
Noorwegen heeft momenteel al interconnectoren met Zweden, Denemarken, Nederland en Rusland. In april werd ook een nieuwe verbinding met Duitsland in gebruik genomen. De infrastructuur laat het land toe op de elektriciteitsmarkt met hoge exporttarieven en lage invoerprijzen te spelen.
Geraamd wordt dat de North Sea Link minstens vijftig jaar operationeel zal blijven. In eerste instantie zullen tests met laagspanning worden uitgevoerd. Daarna zal geleidelijk naar hoogspanning worden overgeschakeld. Statnett en National Grid krijgen een gelijk deel uit de inkomsten van de activiteiten van North Sea Link.
(tb)
