Kamer zet licht op groen voor pandemiewet: dit is wat we weten

Dit is het einde van een saga die vele maanden heeft geduurd. Het parlement heeft donderdag met een meerderheid het zogenaamde Pandemiewetsvoorstel aangenomen.

Waarom is dit belangrijk?

Op 31 maart oordeelde de rechtbank van eerste aanleg in Brussel dat de door de regering ingevoerde maatregelen ter bestrijding van de pandemie van het coronavirus ongrondwettelijk waren. De rechtbank heeft de Belgische Staat bevolen deze binnen 30 dagen op te heffen, op straffe van een dwangsom van 5.000 euro per dag, met een maximum van 200.000 euro.

De bovenstaande som lijkt veel, maar is niets vergeleken met de kosten van de genomen steunmaatregelen. Uit het jongste rapport van het monitoringcomité blijkt dat ons land afstevent op een begrotingstekort van 38 miljard euro. De uitspraak van het Hof heeft de regering-De Croo er echter wel toe aangezet vaart te zetten achter de invoering van een rechtsgrondslag voor de verschillende maatregelen om de coronacrisis te beheersen. De staat kan in de toekomst overigens terugvallen op die pandemiewet.

Het parlementaire werk is begonnen met een nooit eerder vertoond overleg in maart van dit jaar met de Commissie binnenlandse zaken en deskundigen, terwijl de regering zich nog in de ontwerpfase bevond. De tekst kreeg ook een kritisch advies van de gegevensbeschermingsautoriteit (DPA). Tegen de tijd dat het de plenaire vergadering bereikte, waren verscheidene amendementen doorverwezen naar de Raad van State, die tot vier keer toe werd geraadpleegd.

Na maanden van parlementaire debatten is dit wetsontwerp inzake bestuurlijke politiemaatregelen tijdens een epidemische noodsituatie zopas door de Kamer aangenomen. Dit is een opluchting voor minister van Binnenlandse Zaken Annelis Verlinden (CD&V), die te kampen had met hevig verzet.

“We hebben ons goed voorbereid op de toekomst. De pandemiewet geeft ons een solide basis, zowel organisatorisch als juridisch,” zei zij in een verklaring. “Bij het opstellen van de wet heb ik bijzondere aandacht besteed aan de scheiding der machten en de evenredigheid van de maatregelen. Bovendien heb ik getracht een aantal ondubbelzinnige, transparante en samenhangende regels vast te stellen. Ik ben dan ook verheugd dat het parlement het ontwerp heeft goedgekeurd.

Wat staat het toe?

Concreet kan de regering voortaan – op basis van “objectieve” wetenschappelijke gegevens – een epidemische noodtoestand afkondigen voor een periode van maximaal 3 maanden, bij een in de ministerraad overlegd decreet. Elk Koninklijk Besluit dat deze situatie afkondigt of verlengt, zal onmiddellijk in werking treden, maar zal binnen 15 dagen in de Kamer moeten worden besproken. Het Huis moet het bekrachtigen door middel van een wet, anders vervalt het decreet.

Ten tweede zal een nieuw Koninklijk Besluit moeten worden opgesteld waarin de bestuurlijke politiemaatregelen worden gepreciseerd die kunnen worden genomen “om de gevolgen van de noodtoestand voor de volksgezondheid te voorkomen of te beperken”. Deze maatregelen moeten “evenredig” zijn aan de noodsituatie en rekening houden met de gevolgen voor de economie, de geestelijke gezondheid en de grondrechten. Het decreet zal uiteindelijk aan het parlement worden toegezonden voordat het in het Staatsblad wordt gepubliceerd.

Er zij op gewezen dat deze maatregelen door gouverneurs en burgemeesters plaatselijk kunnen worden versterkt indien de omstandigheden dat vereisen.

Elke maand moet de regering verslag uitbrengen aan het parlement. Bovendien zal de regering binnen drie maanden na het einde van elke epidemische noodtoestand een evaluatieverslag over de eerbiediging van de grondrechten aan de Kamer voorleggen om na te gaan of de wet moet worden ingetrokken, aangevuld, gewijzigd of vervangen. Deze bepaling zal reeds van toepassing zijn na de coronapandemie.

Vanessa Matz, CDH-parlementslid, verklaarde in Le Soir dat zij het betreurde “dat er geen enkele mogelijkheid tot beroep is”. Zij had gehoopt op te kunnen leggen dat over elk decreet ten minste advies zou worden gevraagd aan de Raad van State. Volgens het dagblad moet dit aan het begin van het schooljaar worden geregeld met een aanvulling op de wet.

Welke maatregelen?

De verschillende maatregelen die eventueel zouden kunnen worden ingevoerd, zijn maatregelen die al meer dan een jaar bekend zijn:

  • Toegang tot het Belgisch grondgebied beperken en sluiting van de grenzen
  • Beperking van de toegang tot of sluiting van een of meer categorieën van etablissementen (horeca, niet-essentiële winkels, culturele plaatsen, enz.) en plaatsen van samenkomst (erediensten)
  • Beperking of verbod van bijeenkomsten (sport, cultuur, enz.)
  • Beperking van of verbod op verplaatsing (quarantaine, tracering)
  • Vaststelling van de voorwaarden voor de organisatie van het werk (telewerken, maskers, sociale afstand, enz.)
  • Bepaling van maatregelen ter bescherming van de gezondheid (maskers, tests, enz.)
  • Avondklok
  • De regering kan ook modaliteiten voor vorderingsprocedures vaststellen

Een opmerkelijk element is dat de afdeling “persoonsgegevens”, die betrekking heeft op de verwerking van gevoelige gezondheids- en socialezekerheidsgegevens zoals tests, opsporing of vaccins, uit het wetsontwerp is geschrapt. Het was sterk bekritiseerd omdat de oorspronkelijke tekst te weinig waarborgen bevatte en de regering te veel speelruimte gaf.

Welke sancties?

De “pandemiewet” bepaalt ook welke sancties kunnen worden opgelegd in geval van niet-naleving van de geldende maatregelen:

  • Boetes van 1 tot 500 euro
  • Werkstraf van 20 tot 300 uur
  • Autonome probatiestraf van zes maanden tot twee jaar
  • Straf voor elektronisch toezicht van één tot drie maanden
  • Gevangenisstraf van maximaal drie maanden

Er zij op gewezen dat deze veroordelingen drie jaar na de rechterlijke beslissing uit het strafregister zullen worden geschrapt.

Meer