Fossiele brandstoffen krijgen meer overheidssteun dan projecten tegen luchtvervuiling

Overheden over de hele wereld hebben de laatste twee jaar van het voorbije decennium 20 procent meer buitenlandse hulp aan projecten voor fossiele brandstoffen gegeven dan aan initiatieven die de luchtvervuiling, door deze producten veroorzaakt, te verminderen. Dat blijkt uit een analyse van het Clean Air Fund (CAF).

De onderzoekers wijzen erop dat luchtvervuiling het meest dodelijk milieuprobleem blijkt en jaarlijks verantwoordelijk is voor minstens vier miljoen vroegtijdige overlijdens.

Het grootste deel van de steun voor fossiele brandstoffen was bestemd voor elektriciteitscentrales.

China

“Luchtvervuiling doodt meer mensen dan aids, malaria en tuberculose samen”, aldus het rapport. “De strijd tegen die laatste ziektes geniet echter beduidend meer financiële ondersteuning.”

“Wanneer gekeken wordt naar het aantal verloren levensjaren, ontvingen aidsprojecten 34 keer meer financiering dan de strijd tegen luchtvervuiling, terwijl acties tegen ondervoeding zeven keer meer fondsen ontvingen. Een verhoging van de financiering tot vergelijkbare niveaus om luchtvervuiling aan te pakken, zou veel levens redden.”

De onderzoekers wijzen erop dat de financiële ondersteuning van projecten die de luchtkwaliteit moeten helpen verbeteren, ook sterk is toegespitst op Aziatische landen met een gemiddeld inkomen. “Afrikaanse en Latijns-Amerikaanse landen ontvangen slechts 15 procent van de totale budgetten, hoewel ze veel zwaar vervuilde steden tellen. 

“Luchtvervuiling is een enorme gezondheidscrisis”, merkt Jane Burston, directeur van het Clean Air Fund, op. “Veel projecten die deze pollutie zouden helpen verminderen, zouden echter ook een bijdrage leveren tot de strijd tegen de klimaatverandering, aangezien ze de verbranding van fossiele brandstoffen doen dalen.”

“Tevens kunnen belangrijke economische winsten worden gerealiseerd, aangezien de armste gemeenschappen door luchtvervuiling vaak het zwaarst worden getroffen.”

In de tweede helft van het voorbije decennium werd bijna 6 miljard dollar aan hulp geïnvesteerd in programma’s die wereldwijd de luchtkwaliteit moesten helpen verbeteren. Het grootste pakket bleek daarbij bestemd voor China. Het land, dat de luchtvervuiling de voorbije zeven jaar met 29 procent heeft verminderd, ontving 45 procent van het totale budget.

Daarna volgen Mongolië, de Filipijnen en Pakistan. India, waar de luchtvervuiling jaarlijks meer dan een miljoen vroegtijdige overlijdens veroorzaakt, stond op de achtste plaats.

Afrika

In Afrikaanse en Latijns-Amerikaanse landen worden door luchtvervuiling jaarlijks meer dan 500.000 vroegtijdige overlijdens geregistreerd, maar toch ontvangen ze respectievelijk slechts 5 procent en 10 procent van de hulpgelden.

Jane Burston wijst er nochtans op dat de luchtvervuiling in Afrika de volgende periode, als gevolg van de snelle verstedelijking, het snelst zal toenemen. 

Het rapport beveelt aan om de financiering te verhogen, alle nieuwe investeringen in fossiele brandstoffen onmiddellijk stop te zetten en aan luchtvervuiling binnen de ontwikkeling een expliciete prioriteit te geven.

De onderzoekers verwijzen ook naar een studie van het United Nations Environment Programme, waaruit blijkt dat een derde van de landen in de wereld geen wettelijke limieten hebben voor luchtvervuiling. Wanneer dat wel het geval is, wordt bovendien vaak gewerkt met limieten die zwakker zijn dan de richtlijnen van de Wereldgezondheidsorganisatie.

(lb)

Meer