De toekomst van betalen: e-wallets zijn al ingeburgerd in Azië maar hoe zit het bij ons?

In Azië gebruikt maar liefst 46 procent van de bevolking e-wallets voor bijna al haar betalingen. Nog maar 21 procent van de Europeanen maakt gebruikt van e-wallets. Er is een hele wereld van digitale portemonnees buiten PayPal die we nog moeten ontdekken. Op dit vlak staat de gemiddelde Chinees een pak verder dan de doorsnee Belg. Ze hebben een brede waaier aan opties beschikbaar die hun economie, en het dagelijkse leven, een pak vlotter laat draaien. Hoe komt dat?

Digitale betalingsmiddelen zoals e-wallets zijn al verschillende jaren compleet mainstream in Azië. In totaal wonen er meer dan 4,5 miljard mensen in dat continent, een pak meer dan de helft van de wereldbevolking dus. 46 procent van hen gebruikt dagelijks e-wallets voor transacties. In Europa gebruikt minder dan een kwart van de bevolking deze financiële tools.

Hoe komt dat? Transfersommen zijn inmiddels bijna onbeduidend geworden en het aantal winkels die enkel cash aanvaarden blijft ook gestaag zakken. Daarvoor moeten we de digitale-financiënrevolutie in China onder de loep nemen, alsook de economie van andere Aziatische spelers en de rol van ontwikkelingslanden.

Alipay, WeChat en de digitale yuan

In landen zoals China speelt de overheid een grote rol in het stimuleren van de e-wallets, dat is bij ons al niet het geval. De Chinese overheid streeft er al jaren actief naar om de eerste samenleving te worden die volledig cashloos handelt. De introductie van de digitale yuan, een volledige online versie van de Chinese munt, staat gepland voor binnenkort. Sinds januari kunnen 100.000 mensen in de stad Shenzhen de nieuwe digitale munteenheid al eens uitproberen. Het is de eerste test voor het digitale betaalmiddel.

Ter voorbereiding van de digitale yuan werd het gebruik van e-wallets de laatste jaren al stevig aangemoedigd om het actief ingeburgerd te krijgen bij de bevolking. Twee van die e-wallets steken met kop en schouders boven de rest uit: Alipay en WeChat. Die eerste had vorig jaar al 1,2 miljard gebruikers en al 1,15 miljard Chinezen maken gebruik van WeChat.

De Chinese interface van de e-wallet binnen WeChat. Bron: Isopix.

Het is niet overdreven om te zeggen dat je alle dagelijkse betalingen in het land met deze apps kan maken. Zelfs de allerkleinste winkeltjes buiten de grootsteden zullen betalingen via e-wallets aanvaarden. Omdat er geen ondergrens is aan betalingen kan je de kleinste aankopen doen met je smartphone. WeChat kent bijvoorbeeld wel een dagelijkse limiet van 10.000 rmb, ofwel 1.275 euro, maar dat geef je normaal niet snel uit op een dag.

Als je geld overzet van je bankrekening naar de apps moet je trouwens geen transfersom betalen. Geld weer naar je bank storten zal je wel opzadelen met een kleine rekening. Zo wordt het gebruik van de e-wallets nog sterker aangemoedigd. E-wallets zijn in China veruit het meest ingeburgerd. Samen met India zijn de Chinese gebruikers goed voor 70 procent van alle gebruikers van e-wallets.

Gojek en Grab

Maar dat verhaal is zich ook snel aan het herhalen in andere delen van Azië. Grote spelers zoals de apps Gojek, Grab en Apple Pay doen het bijzonder goed in Zuidoost-Azië. Zeker voor takeaway en transport zijn de apps heel erg populair geworden in sommige landen.

In Vietnam gebruikt 14 procent van de bevolking e-wallets. Dat betekent een toename van 11 procent vergeleken met 2019. De e-wallet is er volledig aan het boomen, met andere woorden. Zelfs kleine marktkramers in Ho Chi Minh City accepteren betalingen voor soep en sandwiches via de meer dan 25 apps die er beschikbaar zijn in het land. Net als in China is het verbluffend hoe de bevolking, tot in de meest rurale streken, bijzonder snel weg is met de e-wallets. Verkopers die niet meedoen worden namelijk snel overgeslagen door hongerige klanten die geen geld op zak hebben of gehaast zijn.

Een vrouw in de Filipijnen gebruikt de e-wallet GCash om te betalen. Bron: Isopix.

We zien dezelfde trend in Indonesië, waar het gebruik van e-wallets tussen 2018 en 2019 toenam met zo’n 3 procent. Ondertussen gebruikt 17 procent van de bevolking daar e-wallets. In de Filipijnen gebruikt 8 procent van de klanten apps om te betalen, een forse toename van 7 procent tegenover 2018. Dat is verachtvoudiging van het aantal gebruikers.

Taiwan is (zoals gewoonlijk) een buitenbeentje maar ziet ook een forse opkomst van e-wallets. 57 procent van alle Taiwanese gebruikers van e-wallets betaalt via de Japanese app Line. Apple Pay is ook populair met zo’n 31,6 procent van de gebruikers. Line Pay, de e-walletdienst van het bedrijf, deed het zo goed dat het in 2020 ook zijn services begon aan te bieden in Japan, Korea en Thailand.

Europa heeft nog niet genoeg variatie

In onze streken zijn we misschien meer vertrouwd met e-wallets dan de meeste Amerikanen, toch maken we nog niet genoeg gebruik van het ruime dieet aan apps dat beschikbaar is. In Europa is een e-wallet meestal nog een synoniem van PayPal, en hoewel dat niet per se slecht is, is er voldoende ruimte voor concurrentie.

In het Verenigd Koninkrijk bijvoorbeeld, werd PayPal gebruikt voor 70 procent van alle digitale transacties. Ook de Duitsers geven hun voorkeur aan PayPal met ongeveer 84 procent van alle digitale betalingen in 2020. In ons land stond die teller op 79 procent.

Opvallend: in Zweden was PayPal goed voor 66 procent van de betalingen via e-wallets. Er is dus een grotere variatie aan apps bij de bevolking in gebruik, maar het land doet maar 6 procent van alle betalingen via de digitale portemonnee. Daarmee staat het Scandinavische land bijna helemaal onderaan in Europa voor het gebruik van e-wallets.

De e-wallet zal vermoedelijk wel onze harten blijven veroveren. Kleine bedrijven hebben al lang het nut ingezien van de ontkoppeling van een fysieke kassa. Boekhouden wordt ook makkelijker door de automatische manier van registeren. Bovendien is het makkelijker om beslissingen te maken wanneer zaakvoerders op elk moment foutloos hun balans kunnen raadplegen.

De e-wallet Payconiq, een product van de Benelux. Bron: Isopix.

In 2015 lanceerde ING en Rabobank de e-wallet Payconiq, en die doet het redelijk goed in de Benelux en Duitsland. KBC en Belfius zijn ondertussen ingestapt in het Payconiq-verhaal. Op dit moment werken die eerste aan een Ierse versie van de e-wallet die daar de concurrentie met giganten zoals Apple Pay en Google Pay moet aangaan.

We hebben dus zeker de kennis om e-wallets te lanceren in Europa, alleen ontbreken we nog sterke stimulatie vanuit de overheid die landen zoals China duidelijk krijgen. De Europese Unie is vanaf oktober 2020 wel begonnen met het klaarstomen van een Europees betaalsysteem dat een digitale euro zou moeten ondersteunen. Die zit echter nog in een experimentele fase en de Raad van Bestuur van de Europese Centrale Bank is er eigenlijk nog niet eens uit of ze die digitale euro wel wil.

Omdat het politieke vertrouwen in digitale munteenheden niet op scherp staat, wordt dit gereflecteerd in onze dagelijkse manier van betalen. En dus ook in het gebruik van een digitale portemonnee.

Meer