Talloze berichten over rentestijgingen, maar waarom blijft de spaarrente dan zakken?

We worden de jongste weken om de oren geslagen met berichten over stijgende langetermijn- en hypotheekrentes. Intussen blijven de banken de spaarrentes verlagen. Hoe komt dat?

De Belgische tienjaarsrente bedraagt momenteel iets meer dan 1 procent. Het is geleden van 2018 dat die rente nog die kaap heeft gerond. Als gevolg van de stijgende langetermijnrente is een woonlening fors duurder geworden. Voor een hypothecair krediet van 250.000 euro en een looptijd van 25 jaar betaal je vandaag bijna 20.000 euro meer dan vorig jaar.

Banken snoeien in de spaartarieven

Je zou denken dat de spaarrente binnenkort ook zal stijgen, maar de realiteit bewijst net het omgekeerde. De banken blijven die rentes immers verlagen. Sommige financiële instellingen leggen hun spaarders zelfs extra beperkingen op. Zo gaat BNP Paribas Fortis voortaan een deel van het spaargeld overhevelen naar een niet-gereglementeerd spaarboekje als er meer dan 250.000 euro op een spaarrekening staat. Alles boven dat plafondbedrag komt ook op een spaarboekje terecht waarop je geen rente krijgt. Bij een niet-gereglementeerd spaarboekje zijn de financiële instellingen immers niet verplicht om de minimale spaarrente van 0,11 procent te respecteren. Ook ING en Triodos Bank hebben al soortgelijke maatregelen getroffen.

Zelfs de internetbanken, die zich doorgaans als “prijsbrekers” op de markt profileren, zetten het mes in de spaarrentes. Vorige maand hebben zowel MeDirect en Aion Bank de spaarvergoedingen naar beneden bijgesteld. Daardoor behoren de hoogrentende spaarboekjes van die financiële instellingen niet langer tot de vijf meest lucratieve spaarformules op de markt. Vision Max+ van Santander Consumer Bank heeft vandaag de hoogste spaarrente op de Belgische markt: 0,65 procent. Die spaarrekening is wel enkel beschikbaar voor klanten die tussen 125.000 en 200.000 euro sparen.

Kortetermijnrente nog altijd negatief

Waarom blijven de banken in de spaartarieven snoeien? Dat komt omdat de banken voor het bepalen van de spaarrente kijken naar de kortetermijnrente. Tot op vandaag noteert die nog altijd negatief. De rente op Belgisch schatkistpapier met een looptijd van 1 jaar bedraagt vandaag -0,54 procent. Beleggers moeten dus nog altijd een coupon betalen wanneer ze dergelijk schuldpapier kopen. Bij de hypothecaire leningen wordt er gekeken naar de langetermijnrente (zie hierboven).

De banken moeten tot op vandaag ook nog altijd 0,5 procent strafrente aan de Europese Centrale Bank (ECB) betalen als ze geld stallen in Frankfurt. Daarnaast kunnen ze gratis geld lenen bij de toezichthouder. Tot op vandaag is het voor de financiële instellingen dus niet interessant om massaal spaargeld op te halen. Dat verklaart mee de lage spaarrente.

De ECB heeft tijdens de jongste vergadering de deur geopend voor een eventuele eerste renteverhoging in het najaar. Bedoeling is om het opkoopprogramma in het derde kwartaal stop te zetten, waardoor de langetermijnrente hoogstwaarschijnlijk verder zal stijgen.

Hoe dan ook zullen de banken dan niet meteen de rente verhogen. Sinds de introductie van het soepele geldbeleid van de ECB staat hun voornaamste inkomstenbron onder druk: het omzetten van kortlopende spaardeposito’s in langlopende kredieten. Ze zullen eerst die winstmarges willen verhogen alvorens de spaarrente op te krikken.

Conclusie: de spaarders zullen nog even tevreden moeten zijn met de lage spaarrentes. Veel zal afhangen van de mate waarin de ECB het beleid verstrakt en hoe snel dat allemaal gebeurt. Ondertussen is het niet uitgesloten dat nog meer banken de rentes zullen verlagen. Het prijskaartje van een woonlening daarentegen zal waarschijnlijk nog verder stijgen.

(mah)

Meer