Antonio Filosa wordt gestationeerd in Detroit, in het hart van het industriële bolwerk van Chrysler — anders dan zijn voorganger Carlos Tavares, die in Europa zetelde. Deze keuze is niet louter praktisch, maar zendt vooral een sterk signaal uit. Het zwaartepunt van Stellantis verschuift zichtbaar naar Noord-Amerika, de regio waar de groep bijna 40% van zijn omzet en het grootste deel van zijn winst haalt. Dat het management nu dichter bij merken als Jeep, Dodge, Ram en Chrysler wordt geplaatst, onderstreept de duidelijke ambitie om marktaandeel in deze strategische markt — waar terrein verloren ging — opnieuw te veroveren.
Toch betekent deze positionering niet dat de groep volledig veramerikaniseert. Antonio Filosa is een kind van Fiat Chrysler Automobiles (FCA), in tegenstelling tot Tavares, de architect van de fusie met PSA. Daarmee belichaamt hij een duidelijke continuïteit met de Italiaanse wortels van Stellantis — nog versterkt door de strategische rol van bestuursvoorzitter John Elkann, zelf Italiaan en erfgenaam van de Agnelli-dynastie.

Einde van PSA's technologische dominantie?
Het tijdperk-Tavares stond in het teken van vergaande technische rationalisatie: stadsauto’s, SUV’s en gezinswagens van bijna alle merken deelden platforms die grotendeels in Frankrijk waren ontwikkeld door de voormalige PSA-merken. Deze schaalstrategie had echter een keerzijde: de Italiaanse studiebureaus, met hun sterke expertise in motorontwerp en styling, raakten steeds meer gemarginaliseerd en bleven onderbenut.
Filosa, die de sterke punten van de FCA-groep goed kent, zou wel eens voor een koerswijziging kunnen zorgen. Met het nog steeds groeiende wantrouwen tegenover de PureTech-motoren van PSA ligt de weg open om in Italië ontworpen aandrijflijnen nieuw leven in te blazen. Als dat gebeurt, krijgen de ingenieurs in Turijn weer een stem in de besluitvorming binnen de groep — een ontwikkeling die de voorstanders van meer technologische diversiteit bij Stellantis van harte toejuichen.

Toezicht op bestuur
Toch is voorzichtigheid geboden: voorlopig is er weinig concreets bekend over de samenstelling van Filosa’s toekomstige directiecomité. Tot nu toe is slechts één naam bevestigd: de Fransman Sébastien Jacquet, die is gepromoveerd tot wereldwijd hoofd kwaliteit, een rol die eerder door Filosa zelf werd ingevuld. Het verdere organigram zal moeten uitwijzen of de strategische heroriëntatie ook gepaard gaat met een herschikking in menselijk en geografisch opzicht.
De eerste signalen zijn in elk geval duidelijk: het Eurocentrische management behoort tot het verleden. Filosa toont zich vastberaden als leider van een flexibel en mobiel directieteam, met een sterke aanwezigheid in zowel Europa als Noord-Amerika. Die dubbele verankering kan een belangrijke hefboom worden om interne gevoeligheden te temperen, vooral gezien de historische spanningen tussen Fransen, Italianen en Amerikanen.

Een belofte ... en verwachtingen
Antonio Filosa, die officieel wordt benoemd op 18 juli, zal al snel duidelijk moeten maken waar zijn prioriteiten liggen. Zijn loopbaan wijst op een pragmatische, productgerichte aanpak. Maar de symboliek van zijn eerste keuzes — met name de aandacht die hij lijkt te willen schenken aan Italië — zou ook kunnen worden opgevat als een boodschap van verzoening en erkenning voor historische merken als Fiat, Alfa Romeo, Lancia en wellicht zelfs Maserati, dat momenteel op de rand van het faillissement balanceert.
Hoewel de strategie van Tavares onmiskenbaar heeft bijgedragen aan financiële en industriële consolidatie, ging daarbij ook een deel van het technische erfgoed van Stellantis verloren. Vanuit zijn afkomst en achtergrond lijkt Antonio Filosa vastbesloten om deze rijkdom in al zijn facetten nieuw leven in te blazen — al brengt dat mogelijk minder schaalvoordelen met zich mee, wat de aandeelhouders ongerust zou kunnen maken. Hoe dan ook, Stellantis staat aan het begin van een nieuwe fase. Het wordt boeiend om te zien hoe die zich ontvouwt.