De laatste dagen kon de wereld zien hoe het Oekraïense leger duizenden vierkante kilometers land heroverde op de Russen. Vooral in het oosten, in het gebied rond de stad Charkov, gaat het hard. Toch mag Kiev niet te vroeg victorie kraaien: de Russen zijn nog lang niet helemaal verslagen.
Het Oekraïense tegenoffensief in het oosten van het land gaat hard. Op 6 september werden de Russische troepen verrast door het plotse oprukken van de Oekraïners: twee dagen later zaten die 20 kilometer achter de Russische frontlijn, en wisten ze maar liefst 400 vierkante kilometer aan Oekraïens grondgebied te heroveren.
Knooppunt na knooppunt
De dagen nadien ging het nog sneller: de Oekraïense legereenheden rukten verder op richting Koepjansk, een belangrijk knooppunt voor de Russische aanvoerlijnen richting het Donbas-front. Onderweg bevrijdden de soldaten een hoop dorpen en steden, en op 11 september viel ook Koepjansk zelf terug in Oekraïense handen. Het was maar een kwestie van tijd voor ze verder oprukten.
Diezelfde dag werd ook Izioem veroverd: die stad diende als hét commandocentrum van waaruit het front in de Donbas werd gecoördineerd. Daar zat de vrees bij de Russen erin dat de troepen, na de snelle Oekraïense opmars, in de tang zouden komen te zitten: het opperbevel in het Kremlin gaf opdracht tot “het tactisch terugtrekken” achter de Oskil-rivier, hoewel iedereen weet dat de Russen gewoon massaal op de vlucht zijn voor het tegenoffensief.
In totaal wist Oekraïne al meer dan 3.000 vierkante kilometer grondgebied te heroveren. Maar daar stopt het niet bij: het leger rukt nu ook op aan de overkant van de Oskil, en wist daarbij ook de stad Savatove te veroveren. Nu komen ook de Russische stellingen bij Lisitsjansk en Severodonetsk, de laatste stad in de oblast Loehansk die Rusland eind juni wist te veroveren, in het vizier.

Samenvattend komt het er op neer dat de Russische verdedigingslinie in het oosten het zwaar te verduren heeft. Rusland zelf steekt de schuld op de schurkenstaatjes, de Volksrepublieken Donetsk en Loehansk. Het zouden hun slecht getrainde, gedemoraliseerde soldaten zijn die de wapens neerleggen en vluchten.
Dit lijkt echter niet te kloppen: ook Russische soldaten, en zelfs elitetroepen als de 4e tankdivisie, lijken op de vlucht te slaan. In hun haast laten ze tanks, pantservoertuigen en hele munitiedepots gewoon achter, klaar voor Oekraïne om dit materiaal zelf te gebruiken.
Slimme Oekraïners vs. lakse Russen
De Oekraïense blitzkrieg in het oosten wordt door militaire analisten wereldwijd in de gaten gehouden. Ook Mike Ryan, in het verleden majoor-generaal bij het Australische leger en nu analist bij het Center for Strategic and International Studies (CSIS) volgt de tegenaanval, en geeft via Twitter enkele opmerkingen mee.
“Winnen kan een gewoonte worden, vooral als je slim en goed vecht. Dat zagen we van Oekraïne al tijdens dit conflict, maar vooral in deze veldtocht in het noordoosten. Aan de overzijde zien we al zeven maanden slecht leiderschap, een gebrek aan een duidelijk doel en lak aan de basis van oorlogsvoering zoals goede logistiek, gecombineerde wapens en de samenwerking tussen land- en luchttroepen.”
“Als je dit koppelt aan de constante druk van de Oekraïners, die verrassen en een tempo creërden dat de Russen niet kunnen volgen, zal de psychologische oorlogsvoering op den duur de vijandige soldaten en officieren mentaal breken. De consequentie is een waterval aan falen, waarbij elk verlies of elke terugtrekking zal leiden tot nog meer mentale problemen. De huidige terugtrekking is een belangrijk moment en een historische blunder voor het Russische leger”, schrijft Ryan.
Waarschuwing voor tegenaanval
Toch waarschuwt de veteraan, die onder meer in Afghanistan diende, dat Oekraïne niet te vlug mag victorie kraaien. “De Russen hebben nog de capaciteit om terug te slaan. Het zuiden en oosten is nog steeds bezet. De Oekraïners hebben een belangrijke strijd gewonnen, maar daarmee nog niet de oorlog.”
Hetzelfde valt echter te horen in Kiev, bij de mannen die het voor het zeggen hebben in het land. Zo gaf Oleksey Reznikov, Oekraïens minister van Defensie, in Financial Times aan dat “een tegenoffensief gebied bevrijdt, maar daarna moet je dat controleren en je klaarmaken om het te verdedigen”. De minister is zich dus bewust van een mogelijke Russische tegenaanval, en zorgt ervoor dat zijn manschappen paraat staan.
(evb)