Oekraïne verrast Rusland met tegenoffensief bij Charkov

Het momentum is helemaal aan Oekraïne. Nu blijkt dat er wel degelijk een tegenoffensief aan de gang is bij Kherson, wat aanvankelijk door enkele militaire analisten als onmogelijk werd beschouwd, gaat het snel. Het Oekraïense leger verovert dorp na dorp, de Russen raken steeds meer ingesloten. Ook in het oosten van het land hervatte Oekraïne de strijd, meer bepaald in de buurt van Charkov.

Dat er in de oblast Kherson hevige strijd wordt geleverd, kan nu niet meer ontkend worden. Ook het Institute for the Study of War (ISW), dat de oorlog van dichtbij volgt en dagelijke updates publiceert, ziet hoe Oekraïne al heel wat terrein wist te heroveren. Bij Kherson probeert Oekraïne langs twee fronten de Russen terug te dringen.

Russen omsingelen

Meer in het zuiden rukt het Oekraïense leger op via de M14-snelweg, die Odessa met Marioepol verbindt en dwars door Kherson snijdt. Daar kon het dorpje Posad-Pokrovske al worden veroverd, op een twintigtal kilometer van de luchthaven van Kherson, de voornaamste Russische militaire basis in het gebied. Meer noordwaarts probeert het Oekraïense leger via Sukhyi Stavok op te rukken tot aan de Dnjepr, om zo de Russische soldaten te omsingelen.

Waar het landleger oprukt door de velden en steppe en dorpjes probeert te heroveren op de Russen, is ook de inzet van de artillerie zeer duidelijk: de bruggen over de rivieren Dnjepr en Inhoelets moeten onbruikbaar gemaakt worden, en overal waar veel Russische soldaten bij elkaar zijn – kampen, commandoposten of munitiedepots – vallen er zo veel mogelijk raketten, bommen en mortiergranaten.

Ondertussen, 400 kilometer verderop

De focus ligt vandaag echter niet op Kherson, maar wel 400 kilometer verder, bij de Oekraïense stad Balaklija. Daar lanceerde Oekraïne gisteren een verrassingsaanval en slaagde er zelfs in de stad binnen te trekken. Daarbij raakten twee Spetsnaz-eenheden omsingeld. De SOBR (Special Unit of Quick Response) is een speciale eenheid binnen de Russische Rosgvardiya, de Nationale Garde, en is het best te vergelijken met de Amerikaanse SWAT-teams.

Naast de aanval op Balaklija slaagde het Oekraïense leger er ook in enkele naburige dorpen, onder meer Volokhiv Yar, halverwege tussen Charkov en Izioem, te veroveren. De heroveringen worden in kaart gebracht door blogwebsite MilitaryLand.net.

Het doel van het offensief bij Volokhiv Yar is duidelijk: de troepen willen doorstoten naar Koepjansk, een stad meer in het noordoosten. Zo kan de bevoorrading van Izioem worden platgelegd; deze stad wordt door Rusland gebruikt als uitvalsbasis in de Donbas en dient als verzamelcentrum voor materiaal, voedsel en andere benodigdheden voor het leger.

Meer ademruimte

Secundair wil Oekraïne hiermee meteen ook het offensief bij Kherson wat meer ademruimte geven. De voorbije weken werden heel wat Russische legers die in de Donbas waren gestationeerd overgeheveld naar Kherson. Het ISW zag onder meer het 147ste Regiment van de 2de Gemotoriseerde Divisie van het 1ste Tankleger vechten in Kherson zelf. Dat leger bestaat uit Russische elitetroepen, die eerder onder meer vochten in Boetsja en nadien strijd leverden nabij Charkov.

Door nu ook bij Charkov te vechten, wil het Oekraïense oppercommando verhinderen dat Rusland alle troepen naar Kherson verplaatst. De strijd in de Donbas is qua karakter echter niet te vergelijken met het offensief bij Cherson: de troepen vechten in bosrijk gebied, waardoor het veel minder snel grote gebieden kan veroveren, wat wel mogelijk is in Kherson.

Strategie werpt vruchten af

Ook lijkt de strategie van Oekraïne in de Donbas nu zijn vruchten af te werpen: naar verluidt besliste Kiev om na enkele maanden strijd de ervaren soldaten weg te trekken van het front om hen te laten rusten, en de legertroepen werden tegelijk aangevuld met verse rekruten, die enkele maanden intensieve training kregen. Aan het frond bleven bataljons van de Territorial Defense Forces, bestaande uit gemotiveerde vrijwilligers, internationale legioenen en milities zoals het Azov-bataljon.

Die troepen klaagden echter regelmatig over het gebrek aan zware, door het Westen geleverde artillerie. Dat zorgde ervoor dat steden als Severodonetsk en Lisitsjansk moesten worden opgegeven en de troepen zich moesten terugtrekken. Nu blijkt dit echter allemaal deel van de strategie: de ervaren, uitgeruste troepen keerden terug naar het front en krijgen nu wel ruggesteun van zware artillerie. Oekraïne wou ten allen koste vermijden dat deze door Rusland veroverd of vernietigd kon worden.

(mah)

Meer