Klimaatverandering bedreigt Zuid-Europese banken het meest, waarschuwt ECB

Volgens de klimaatstresstest van de Europese Centrale Bank (ECB) zullen Europese banken zwaar getroffen worden door de klimaatverandering. De kans dat veel leningen niet terug worden betaald wordt groter en ook banken zelf lopen steeds meer risico op schade bij een klimaatramp. Vooral banken en bedrijven in Zuid-Europa zijn kwetsbaar.

Waarom is dit belangrijk?

Zowel publieke als particuliere instellingen hebben nog veel werk voor de boeg om de potentiële impact van deze risico's effectief in kaart te brengen en te beoordelen. Vooral omdat traditionele risicobeheersinstrumenten wellicht niet beschikbaar zijn voor dit soort inschattingen.

De klimaatstresstest onderzocht hoe vier miljoen bedrijven in de wereld en 1.600 banken in de eurozone reageren op verschillende scenario’s van klimaatverandering. Ze peilden daarbij de veerkracht van de financiële sector bij klimaatverandering.

Als er niets gedaan wordt aan de klimaatverandering, zoals in het broeikasscenario, zullen bedrijven steeds vaker geconfronteerd worden met hoge directe en indirecte kosten als gevolg van extreem weer. Naarmate natuurrampen toenemen, zullen er meer bedrijven failliet gaan. Dat levert dan weer een groot risico op voor de banken.

Portugal, Spanje, Griekenland en Malta het kwetsbaarst

Mocht de wereld in het broeikasscenario terechtkomen, dan heeft een bank in het eurogebied 8 procent meer kans om in 2050 in gebreke te blijven. Banken die het kwetsbaarst zijn voor zulke klimaatrisico’s hebben zelfs 30 procent meer kans. 

In het rapport van de ECB scoorden bedrijven in Portugal, Spanje, Griekenland en Malta het hoogste voor fysieke risico’s. Het gaat dan vooral om hittestress en bosbranden, daar zijn Zuid-Europese landen het gevoeligst voor. Centraal- en Noord-Europa zijn dan weer kwetsbaarder voor overstromingen.

Klimaatschade kan oplopen tot 25 procent van het bbp

Naast het risico op fysieke schade, is er ook nog het overgangsrisico. Zo kan een abrupte invoering van een klimaatbeleid een negatief effect hebben op bepaalde energie- en koolstofintensieve industrieën.

Maar niets doen kan de kosten tegen 2100 doen oplopen tot 25 procent van het bruto binnenlands product. De kwetsbaarheid en risico’s van bedrijven zouden overigens aanzienlijk toenemen in dat geval. Volgens de ECB zou zelfs een chaotische overgang naar een duurzamere economie nog steeds goedkoper zijn dan helemaal niets doen.

De resultaten van de test onderstrepen de cruciale en dringende noodzaak om over te schakelen op een groenere economie. Niet alleen om ervoor te zorgen dat de Prijsdoelstellingen worden behaald, maar ook om de ontwrichting van onze economieën, bedrijven en bestaansmiddelen op lange termijn te beperken. (mah)

Meer