Hoe Chinese duikboten de geopolitieke invloed in de regio beïnvloeden

Dat China haar invloed in de Zuid-Aziatische regio wil vergroten is al langer duidelijk. De regio is van cruciaal belang voor de handel van zowat alles (maar toch vooral ook olie), waardoor het logisch lijkt dat de wereldmacht daar net extra macht wil. De methodes om dit te bereiken, lopen zeer uiteen. Ook onder de zee-oppervlakte werkt China naarstig aan haar relaties.

Op 20 december werd een Chinese onderzeeër gespot in de Straat van Malakka, de zee-engte die de Zuid-Chinese Zee met de Indische Zee verbindt. De duikboot was onderweg naar de Indische Oceaan, maar de bestemming had men er het gissen naar. Drie dagen later, op 23 december, werd het een en ander duidelijk: de onderzeeër ging voor anker in de rivier Rangoon in Myanmar. De dag erop werd het ingeschreven in de Myanmarese marine onder de naam UMS Minye Kyaw Htin.

Wilde weldoener

De verkoop, of gift, werd niet op voorhand aangekondigd, en lijkt deel uit te maken van de Chinese strategie om haar invloed in Zuid-Aziatische landen te versterken. China is al dé wilde weldoener voor verschillende Zuid-Aziatische legers, waaronder ook Myanmar. Daarnaast levert het onderzeeërs aan vier verschillende landen.

Opvallend is echter dat Myanmar dan wel op militair vlak wordt gesteund door China, maar de aankoop en levering van onderzeeërs verliep altijd via India of Rusland. De nieuwe Myanmarese duikboot kan dus gezien worden als een mes in de rug van deze landen. Vooral India, dat de eerste en tot voor kort enige duikboot leverde aan Myanmar, mag zich geschoffeerd voelen door het maneuver van China.

Verouderd

De beide onderzeeërs die nu deel uitmaken van de Myanmarese marine zijn echter van een al wat verouderd type. De Chinezen leverden een Type 035 Ming-duikboot, de Indiërs een KILO-klasse, een onderzeeër van Russische makelij die al sinds 1980 wordt gebouwd.

Dat de aankoop van de duikboten geen moderniserings-offensief inluidt mag ondertussen wel duidelijk zijn. Het kan eerder gezien worden als een relatiegeschenk, in de hoop dat China in de toekomst verder zaken kan blijven doen met Myanmar. De strategie werd in 2017 al eens toegepast, met Bangladesh. Dat kreeg ook zonder veel aankondiging twee duikboten cadeau van China. Daarnaast levert China ook acht duikboten aan Pakistan en één aan Thailand. Ook met Nigeria zou een soortgelijke deal worden besproken.

Daarmee komt China in een nieuwe markt terecht. De bouw- en verkoopmarkt van militaire onderzeeërs wordt gedomineerd door Frankrijk en Duitsland. Diens monopolie werd al bedreigd door landen als Zuid-Korea, Japan, Spanje en Zweden, en nu dus ook door Rusland en China.

Ander vaarwater

Gelukkig voor de westerse fabrikanten opereren deze landen toch (letterlijk) in ander vaarwater: veel westerse landen zullen nooit onderzeeërs kopen bij de Russen of Chinezen. Wel aantrekkelijk zijn echter ontwikkelingslanden, die net het doelwit zijn van het hele Belt and Road Initiative: China wil haar strategische invloed en positie uitbreiden. Door kleinere ontwikkelingslanden te voorzien van onderzeeërs, infrastructuur en een nauwe samenwerking met China, zullen ze in conflictsituaties kiezen voor de kant van Xi Jinping en de zijnen. Het belangrijkste doelwit zijn dus de ontwikkelingslanden, die ook nog eens strategisch gelegen zijn.

Denk zo bijvoorbeeld aan Djibouti, waar China haar eerste overzeese militaire basis bouwde: het land ligt in de Hoorn van Afrika, op het punt waar de Rode Zee het smalst is. De Rode Zee is dan weer de verbinding tussen de Middellandse Zee en de Indische Oceaan: het kanaal waarlangs de grootste en belangrijkste schepen moeten passeren.

Eenzelfde strategie wordt gebruikt in de Verenigde Arabische Emiraten, dat aan de Straat van Hormuz ligt. Hier weer hetzelfde verhaal: alle olietankers, afkomstig uit Koeweit, Saudi-Arabië, Qatar en Bahrein moeten door deze nauwe straat, waarvan de vaargeul op het smalste punt maar 54 kilometer breed is. Ook aan de Straat van Malakka gebruikt China nu identiek dezelfde strategie.

Conclusie: Het mag duidelijk zijn: China wil de macht over alle zeestraten rond de Indische Oceaan, waardoor zowat alle scheepsverkeer moet passeren. Hiervoor investeert het in legerbasissen, legertrainingen, weg- en spoorinfrastructuur, en nu dus ook onderzeeërs.

(jvdh)

Meer