Europa verwijderde vorig jaar een recordaantal overbodige rivierdammen

Vorig jaar zijn op de Europese rivieren meer dan tweehonderd overbodige dammen weggenomen. De ingrepen moeten helpen om de routes voor vismigratie te herstellen en een grotere biodiversiteit te stimuleren. Tevens dienen de maatregelen de weerstand tegen de klimaatverandering te versterken. Dat staat in een rapport van Dam Removal Europe, een coalitie van zeven natuurorganisaties.

Het voorbije jaar werden volgens het rapport in zeventien Europese landen in totaal 239 dammen en stuwen verwijderd. Daarmee heeft het verwijderen van deze constructies in Europa een recordniveau bereikt. Met meer dan honderd ingrepen werd het voorbije jaar in Spanje de grootste opruimactie opgetekend.

Meer dan een miljoen barrières

“De inspanningen om overbodige dammen te verwijderen, worden in heel Europa opgedreven”, beklemtoont Pao Fernández Garrido, projectmanager van de World Fish Migration Foundation, in een commentaar op het rapport.

“Steeds meer overheden, organisaties, bedrijven en gemeenschappen begrijpen de noodzaak om het verlies aan natuur te stoppen en terug te draaien. Daarbij is er een toenemend besef dat het verwijderen van overbodige dammen een instrument kan zijn om het herstel van de rivieren te stimuleren.”

Naar schatting zijn er op de Europese rivieren meer dan een miljoen barrières gebouwd. Een groot aantal van die constructies is inmiddels meer dan een eeuw oud. Op minstens 150.000 locaties is er sprake van verouderde barrières die geen enkel economisch doel meer dienen.

Deze constructies blokkeren echter de routes voor vismigraties. Dat leidt vaak tot een verlies aan broedgebieden, waardoor de populaties van soorten zoals zalm, steur, forel en paling onder grotere druk komen.

Dit heeft ook voor de bredere biodiversiteit van ecosystemen, met inbegrip van predatoren zoals adelaars en otters, belangrijke gevolgen. Vrijstromende rivieren transporteren bovendien ook sedimenten en voedingsstoffen.

“Het verwijderen van dammen is een echte noodzaak”, zegt Fernández Garrido. “Deze constructies beïnvloeden de waterkwaliteit en ondergrondse waterstanden en leiden tot de erosie van kanalen en kusten en het verdwijnen van stranden.”

“De barrières hebben bovendien een negatieve impact op de vispopulaties. De voorbije vijftig jaar is 93 procent van de migrerende vispopulaties in Europa verdwenen. Wanneer een dam of stuw niet meer strikt noodzakelijk is, moet dan ook tot een afbraak worden overgegaan.”

Uit het rapport bleek dat 76 procent van de operaties betrekking had op het verwijderen van kleine dammen en stuwen. Bij 24 procent was er echter sprake van constructies met een hoogte van meer dan twee meter. In drie landen – Portugal, Montenegro en Slowakije – werd vorig jaar voor de eerste keer een bestaande dam verwijderd.

Dique Anllarinos

Op de Spaanse rivieren werden vorig jaar in totaal 108 barrières afgebroken. Een van de ingrepen had betrekking op de Dique Anllarinos, met een hoogte van dertien meter de grootste Europese dam die vorig jaar werd ontmanteld.

De onderzoekers wijzen erop dat Spanje een uitmuntende regelgeving voor het beheer van dammen heeft. “Wanneer de infrastructuur niet meer wordt gebruikt, wordt de eigenaar in Spanje verplicht om de constructie – op eigen kosten – opnieuw te verwijderen”, wordt er verduidelijkt.

“Spanje, Frankrijk, Denemarken, Finland en het Verenigd Koninkrijk zijn op dit vlak Europese voorlopers”, stippen de onderzoekers nog aan. “Andere landen – zoals Italië, Portugal en Griekenland – hebben daarentegen nog een lange weg af te leggen. Dat geldt ook voor bijna alle landen in Oost-Europa.”

“Met de dramatische afname van de populaties zoetwatervissen krijgt het herstel van vrijstromende rivieren een bijzonder dringend karakter”, merkt Garrido nog op. “Dit jaar kunnen nog betere resultaten worden opgetekend, onder meer dankzij het nieuwe Open River Program, dat de volgende zes jaar 42,5 miljoen euro zal investeren om rivierbarrières in Europa te helpen verwijderen.”

(ns)

Meer