“Het is wachten op een eerste move van één van de grootbanken alvorens de spaarrentes verder zullen stijgen”

De voorbije weken hebben enkele kleinere banken de spaarrentes (opnieuw) opgetrokken. De grootbanken daarentegen kijken nog even de kat uit de boom. Wanneer zullen zij de spaartarieven verder verhogen? Selien De Schryder, professor monetaire economie aan de Universiteit Gent, geeft meer duiding.


Beluister hieronder het volledige gesprek met Selien De Schryder


De details: Bij de grootbanken moet je vandaag tevreden zijn met spaarrentes tussen 0,25 en 1 procent als je je geld parkeert op een traditioneel spaarboekje. Ze bieden ook alternatieve spaarrekeningen met een hogere aan, maar daarbij moet je rekening houden met bepaalde limieten, zoals een spaarplafond.

  • De bescheiden spaarvergoedingen springen in het oog omdat de banken zelf een rente van 3 procent ontvangen op het kapitaal dat ze stallen bij de monetaire instellingen. Dat is dus een enorm verschil met de spaartarieven die ze aan hun klanten uitbetalen.
  • “De banken schermen met het argument dat de situatie de voorbije jaren net omgekeerd was: zij moesten een strafrente van 0,5 procent betalen op de overtollige deposito’s, terwijl ze verplicht werden om de spaarders een minumvergoeding van 0,11 procent uit te betalen”, verduidelijkt De Schryder.
  • De professor verwacht dat er nog meer renteverhogingen zullen volgen. “Het is weliswaar een traag proces. We moeten wachten tot een eerste grootbank uitpakt met een renteverhoging. Dan zullen de anderen volgen”, klinkt het.
    • In december vorig jaar was Belfius de eerste grootbank om afscheid te nemen van de minimumrente. Kort daarna volgden de andere grote spelers. “De banken beseffen dat klanten gemakkelijk hun geld kunnen weghalen als ze de rentes ongewijzigd laten”, aldus de professor.
  • Wie hogere rendementen nastreeft, kan op zoek gaan naar alternatieven. “Spaarboekjes zijn in principe een soort buffer voor onverwachte uitgaven. Al het geld dat je niet nodig hebt, kan je beleggen”, besluit De Schryder. Denk bijvoorbeeld aan aandelen, obligaties of beleggingsfondsen.
Meer