Global Witness: “Verwarming met waterstof zou zwaar op budget consument kunnen wegen”

Het gebruik van waterstof als alternatief voor gas bij de verwarming van woningen en water, zou de energierekening van de consument gevoelig kunnen verhogen. Dat is de boodschap van een rapport van de internationale belangenorganisatie Global Witness en het gespecialiseerde adviesbureau Element Energy.

Volgens de onderzoekers zou er mogelijk sprake van nagenoeg een verdubbeling van de energiefactuur kunnen zijn. Dat is volgens hen onaanvaardbaar is een periode waarin consumenten al worden geconfronteerd met gasprijzen die absolute recordniveaus laten optekenen.

Nu goedkoop fossiel gas schaars wordt, hopen een aantal partijen dat waterstof op een dag zal kunnen worden ingezet om die leemte op te vullen. Waterstof kan immers als een duurzaam alternatief voor gas naar voor worden geschoven.

Bovendien wordt opgemerkt dat bestaande gasketels tegen een lage prijs voor het gebruik van waterstof kunnen worden aangepast en op die manier de financiële last van de overgang naar een duurzame verwarming zouden kunnen verminderen.

Onbetaalbaar luchtkasteel

“Een overschakeling naar een verwarming op waterstof dreigt de energiefactuur voor de consument te verdubbelen”, waarschuwt Global Witness. “Op het einde van het voorbije jaar jaar moest voor het verbruik van gas met een gemiddelde prijs van 6,7 eurocent per kilowattuur rekening worden gehouden.”

“Voor de consumptie van waterstof zouden gezinnen tegen het midden van deze eeuw echter voor een kost van gemiddeld 12,5 eurocent per kilowattuur moeten vrezen”, werpt Jonathan Noronha-Gant, gasspecialist bij Global Witness, op.

“Het allerlaatste dat de tientallen miljoenen Europese burgers die deze winter met energiearmoede te maken zullen krijgen, te horen moeten krijgen, is dat hun rekeningen weer omhoog zullen gaan. De Europese autoriteiten en de nationale regeringen moeten de deur voor verwarming met waterstof sluiten. Dat is immers niet meer dan een onbetaalbaar luchtkasteel.”

Een aantal wetenschappers probeert al geruime tijd de beweringen over de voordelen van waterstofverwarming te ontkrachten. “Verwarmen met waterstof is inefficiënt en duurder in vergelijking met alternatieven zoals warmtepompen, stadsverwarming en thermische zonnekracht”, waarschuwt Jan Rosenow, directeur van het Regulatory Assistance Project, een denktank rond energie en klimaat.

“Er zijn gevallen waarin waterstof essentiële diensten kan aanbieden“, erkent hij, verwijzend naar sectoren zoals chemie, scheepvaart of meststoffen, die weinig alternatieven hebben. “Maar alle onafhankelijke analyses maken duidelijk dat verwarming daar niet bij hoort.”

Kleine aanpassingen

Voorstanders van waterstof als brandstof voor verwarming zeggen dat het product kan worden gebruikt als vervanging voor gas in thuisketels, waarbij slechts kleine aanpassingen aan apparaten en netwerkinfrastructuur zijn vereist.

“Waterstofketels en waterstofbrandstof kunnen in het bestaande gastoevoernet functioneren en gemakkelijk de consument bereiken”, verduidelijkt de Britse lobbygroep Gasify uit. “Daarbij is geen nieuwe infrastructuur nodig, waardoor toepassingen meteen kunnen worden geïmplementeerd.” Maar volgens Global Witness kan de rekening voor waterstofinfrastructuur voor gasverbruikers over een periode van veertig jaar tot 240 miljard euro oplopen.

“Daarnaast is er ook nog de vraag over de financiering van de uitbouw van de netwerken”, waarschuwt Global Witness. “De sector hoopt de investeringen voor waterstof mee door de gasconsumenten te laten betalen, ook al zullen zij misschien nooit op leveringen van het product beroep doen.”

“Er zijn duidelijke aanwijzingen dat de sector bij de Europese Commissie heeft gelobbyd om deze kosten aan de consumenten te kunnen doorrekenen.”

De sector merkt op te willen vermijden dat toekomstige aanbieders zouden kunnen profiteren van de infrastructuur die eerder door hun concurrenten werd gebouw en gefinancierd. Instellingen zoals de European Union Agency for the Cooperation of Energy Regulators (ACER) en de Council of European Energy Regulators (CEER), die de sector moeten reguleren, maken echter duidelijk dat dergelijke constructies moeten worden vermeden.

Meer