Ook Erasmus, het Europese uitwisselingsproject voor studenten, is door de coronacrisis geraakt. Maar ook de brexit heeft een impact op het programma. Dat blijkt uit een rapport van de nieuwssite Euractiv over de keuzes van de Erasmus-studenten vorig jaar.

Daarbij wordt erop gewezen dat het Verenigd Koninkrijk lange tijd voor de Erasmus-studenten de geliefkoosde bestemming was. Die positie heeft het land inmiddels moeten afstaan. Spanje bleek vorig jaar de ranglijst aan te voeren.

Engelstalig

‘Studenten van het Europese continent keken vaak naar studiemogelijkheden in het Verenigd Koninkrijk,’ benadrukken woordvoerders van het Erasmus-programma. ‘Die voorkeur kon vooral bij jongeren in Frankrijk, Duitsland en Spanje worden opgemerkt.’

‘We hadden echter voorzien dat vragen onder invloed van de brexit-problemen vaker door Britse onderwijsinstellingen zouden kunnen worden afgewezen. Dat heeft ook een invloed gehad op het advies dat wij aan de studenten hebben verstrekt.’

Studenten geven vaak de voorkeur aan andere bestemmingen die cursussen in het Engels aanbieden. Dat vertaalde zich vorig jaar in een toegenomen interesse voor Noorwegen, Finland en Ierland.

Spanje registreerde volgens de cijfers van Euractiv vorig jaar 15.175 Erasmus-studenten, gevolgd door het Verenigd Koninkrijk (11.656), Ierland (7.498), Duitsland (7.134), België (4.950) en Finland (2.418).

Ondanks de dreigende brexit bleek vorig jaar de totale omvang van het Erasmus-programma het voorbije jaar opnieuw te zijn toegenomen. Vooral Italië kon daarbij op een grotere belangstelling rekenen.

Beroepsonderwijs

In totaal werden 102.476 uitwisselingen gefinancierd. Daarmee was een budget van 247 miljoen euro gemoeid. Dat betekende een stijging met 22 procent tegenover het jaar voordien. Vooral de professionele sector kende daarbij een sterke toename. Het beroepsonderwijs en aanverwante sectoren had een aandeel van 31 procent in het totale aantal uitwisselingen.

‘Ondanks de invloed van de brexit blijven Britse universiteiten aan het Europese programma deelnemen,’ benadrukken de Erasmus-woordvoerders nog. Vorig jaar ontvingen Britse organisaties binnen het Erasmus-programma bijna 200 miljoen euro aan projectfinanciering. Deze programma’s zullen de rest van hun looptijd, zelfs na de voltooiing van de brexit, op verdere ondersteuning kunnen blijven rekenen.’ 

Britse jongeren opteren vooral voor Spanje, Frankrijk en Duitsland als studiebestemming. In Frankrijk bestaat één zevende van het totale contingent buitenlandse studenten uit Britten.

‘Bij Britse jongeren is de vraag naar uitwisselingen met Europa op een hoog niveau gebleven,’ stippen de Erasmus-woordvoerders nog aan. ‘De aantrekkingskracht van de lidstaten van de Europese Unie op jonge Britten lijkt – ondanks de brexit – dus intact te blijven. In de huidige overgangsperiode is het echter nog te vroeg om de definitieve gevolgen van de Britse terugtrekking uit het Erasmus-programma in te schatten.’