Ontwikkelingslanden streng voor rijkere landen op klimaattop in Glasgow: “Kom jullie beloftes na!”

Tijdens de eerste dag van de klimaattop in Glasgow hebben de ontwikkelingslanden de rijkere landen opgeroepen om hun beloftes na te komen. “Het geld dat de ontwikkelde landen aan de minst ontwikkelde landen toezeggen is geen donatie, maar een vergoeding om de planeet te kuisen”, zei Lazarus Mccarthy Chakwera, president van Malawi.

Waarom is dit belangrijk?

Wereldleiders, milieudeskundigen en activisten hebben maandag bij de start van de twee weken durende COP26-top in de Schotse stad Glasgow gepleit voor doortastende maatregelen om de opwarming van de aarde, die de toekomst van de planeet bedreigt, een halt toe te roepen.

De lidstaten van de Verenigde Naties willen tijdens de klimaattop in Glasgow maatregelen bespreken om de opwarming van de aarde te beperken tot 1,5 graden ten opzichte van het pre-industriële niveau. “De mensheid heeft al heel veel tijd verspild om iets te doen aan de klimaatverandering. Het is één minuut voor middernacht op die Doomsday klok en we moeten nu handelen”, zei de Britse premier Boris Johnson tijdens de openingsceremonie.

“Dit is onze strijdkreet”

Naast Johnson hebben nog andere regeringsleiders en activisten een speech gegeven tijdens de eerste dag van de COP26-top. Brianna Fruean was daar één van. De activiste uit de Polynesische eilandstaat Samoa, die bedreigd wordt door de stijgende zeespiegel, zei dat de jeugd in de Stille Oceaan zich heeft verenigd achter de kreet: “We verdrinken niet, we vechten.” “Dit is onze strijdkreet aan de wereld”, voegde ze eraan toe.

Leiders van landen als Kenia, Bangladesh, Barbados en Malawi waren scherp voor de rijkere landen omdat ze de beloofde financiële hulp om de klimaatverandering het hoofd te bieden niet hadden geleverd. “Het geld dat de ontwikkelde landen aan de minst ontwikkelde landen toezeggen is geen donatie, maar een vergoeding om de planeet te kuisen”, zei Chakwera. “Noch Afrika in het algemeen, noch Malawi in het bijzonder, accepteert “nee” als antwoord. Niet meer.”

In 2009 hebben de ontwikkelde landen die het meest verantwoordelijk zijn voor de opwarming van de aarde, toegezegd om tegen 2020 100 miljard dollar per jaar uit te trekken om de ontwikkelingslanden te helpen de gevolgen van de opwarming op te vangen. Deze toezegging is nog steeds niet nagekomen, wat bij sommige ontwikkelingslanden tot wantrouwen en tegenzin heeft geleid om hun emissiereducties te versnellen.

De ontwikkelde landen bevestigden vorige week dat zij drie jaar te laat zouden zijn met het nakomen van de toezegging van 100 miljard dollar voor klimaatfinanciering, wat volgens veel arme landen en activisten hoe dan ook onvoldoende is.

Indiase en Braziliaanse beloftes

De Chinese president Xi Jinping zei in een schriftelijke verklaring dat de ontwikkelde landen niet alleen meer moeten doen, maar ook de ontwikkelingslanden moeten helpen om het beter te doen. De president is niet (fysiek) aanwezig op de klimaattop.

India en Brazilië, twee van ’s werelds grootste vervuilers, hebben dan weer enkele emissiereductiebeloften gedeeld met de wereld. “Wij zullen verantwoordelijk handelen en zoeken naar echte oplossingen voor een dringende transitie”, aldus de Braziliaanse president Jair Bolsonaro. Brazilië wil zijn CO2-uitstoot tegen 2050 met 30 procent verminderen. Eerder had het land beloofd om de uitstoot met 43 procent te verminderen.

De emissiereducties zijn echter berekend ten opzichte van de emissieniveaus in 2005, een referentieniveau dat vorig jaar met terugwerkende kracht is herzien, waardoor het voor Brazilië gemakkelijker wordt die doelstellingen te halen.

Premier Narendra Modi heeft voor India 2070 als streefdatum vastgesteld om een koolstofuitstoot van nul te bereiken, veel later dan andere vervuilers en twintig jaar na de wereldwijde aanbevelingen van de Verenigde Naties (VN).

Meer