Luchtvaartindustrie hoopt volgend jaar opnieuw winst te maken

De wereldwijde luchtvaartindustrie zal volgend jaar opnieuw winstgevend worden. Daarmee zal de sector voor de eerste keer in vier jaar tijd weer positieve resultaten kunnen melden. Dat heeft de International Air Transport Association (IATA), de wereldwijde vertegenwoordiger van de luchtvaartmaatschappijen, gezegd. De voorbije twee jaar had de sector zwaar te lijden onder de beperkingen van de coronacrisis, maar dit jaar kon een heropleving worden opgemerkt.

Waarom is dit belangrijk?

De luchtvaartmaatschappijen hebben door de pandemie de voorbije twee jaar tientallen miljarden dollars verloren, maar het luchtverkeer heeft zich inmiddels gedeeltelijk kunnen herstellen. De IATA verwacht dat de sector volgend jaar een nettowinst van 4 miljard dollar zal kunnen melden. De luchtvaartmaatschappijen zouden dit jaar in totaal meer dan 4 miljard passagiers vervoeren. 

Covid-19 heeft zwaar op de sector gewogen: Eerder had de sectororganisatie alleen gezegd dat er volgend jaar een winst binnen bereik zou kunnen liggen. Voor dit jaar werden de prognoses van een verlies van 9,7 miljard dollar naar een tekort van 6,9 miljard dollar teruggeschroefd.

  • “Dat is een geweldige prestatie gezien de omvang van de financiële en economische schade die werd veroorzaakt door de maatregelen die de overheid oplegde om de impact van de coronapandemie te beperken”, benadrukte Willie Walsh, directeur-generaal van de sectororganisatie, in een commentaar op de vooruitzichten.
  • Maar hij waarschuwde tegelijkertijd dat veel luchtvaartmaatschappijen het ook volgend jaar nog moeilijk zullen hebben. Daarbij verwees hij naar de impact van regelgeving, hoge kosten, een gebrek aan een consistent overheidsbeleid en aanhoudende problemen met de luchthavens.
  • “Het is heel belangrijk dat iedereen begrijpt hoe broos het herstel is”, beklemtoonde Walsh. “Er is inderdaad sprake van een vooruitgang en herstel. Maar de marges waarmee moet worden gewerkt zijn bijzonder klein. We kunnen dan ook niet toestaan dat de luchthavens onze leden en hun passagiers in problemen zouden kunnen brengen door de luchthavengelden aanzienlijk te verhogen.”

Asia-Pacific komt achterop: De IATA denkt dat het wereldwijde luchtverkeer zich over drie jaar weer hersteld zal hebben op het niveau dat voor de uitbraak van de coronapandemie werd opgetekend.

  • Die beweging zal volgens de organisatie vooral door de Verenigde Staten worden getrokken, waarbij vooral Asia-Pacific de grote achterblijver zal zijn.
  • Marie Owens Thomsen, hoofdeconoom van de organisatie, wees daarbij vooral naar China. Dat land is inmiddels overgegaan tot een versoepeling van zijn draconische lockdowns, die de verspreiding van het virus Covid-19 onder zijn bevolking diende tegen te gaan.
  • Maar indien die versoepeling niet wordt doorgezet, zal volgens Thomsen de winstgevendheid van de luchtvaartmaatschappijen worden aangetast.
  • Een ander risico dat de vooruitzichten van volgend jaar onder druk zou kunnen zetten, bestaat uit de mogelijkheid dat sommige economieën in een recessie zouden kunnen terechtkomen.

Kritiek op vliegtuigbouwers: Willie Walsh uitte tenslotte ook nog kritiek op de vliegtuigbouwers, die aangeven moeite te hebben om toestellen tijdig te leveren. Daarbij wordt gewezen naar problemen in de toeleveringsketen, maar dat creëert volgens Walsh veel frustratie bij de luchtvaartmaatschappijen, die hierdoor immers met hogere kosten moeten blijven afrekenen.

(fjc)

Meer