Het Europese treinvervoer begint opnieuw tekenen van herstel te vertonen. Toch blijven de reizigersaantallen nog altijd aanzienlijk onder de niveaus die voor de uitbraak van de coronacrisis twee jaar geleden werden geteld.

Dat blijkt uit cijfers van het Eurostat, het Europese bureau voor statistiek, over het derde kwartaal van vorig jaar.

Lockdowns

Het transport werd door de uitbraak van de coronacrisis zwaar getroffen. De massale introductie van lockdowns en thuiswerk om de verspreiding van het virus Covid-19 tegen te gaan, zorgden er daarbij voor dat het aantal verplaatsingen tot het absoluut noodzakelijke terugviel.

Bovendien sloten vele landen hun grenzen, waardoor nagenoeg alle internationale reizigersvervoer werd geschrapt. Die problemen zorgden ook voor een drastische daling van het treintransport.

Het voorbije jaar is de impact van de coronapandemie beginnen te dalen, waardoor ook meer mensen zich opnieuw zijn beginnen te verplaatsen. De cijfers van Eurostat tonen nu dat het treinvervoer in de Europese Unie tijdens het derde kwartaal van vorig jaar met 12 procent is toegenomen tegenover dezelfde periode vorig jaar.

De grootste vooruitgang werd opgetekend in Slovenië, waar 948.000 reizigers meer werden geteld dan tijdens het derde kwartaal van het jaar voordien. Dat betekende een stijging met 45 procent. Daarna volgden Ierland (42 procent), Italië (30 procent), Spanje (29 procent) en Nederland (23 procent). 

Letland

Niet alle lidstaten van de Europese Unie konden echter een groei melden. Letland registreerde immers 492.000 reizigers minder dan het derde kwartaal van vorig jaar. Dat weerspiegelde een terugval met 12 procent. In geen enkele andere lidstaat van de Europese Unie werd een grotere daling opgetekend.

Ook in Kroatië en Tsjechië moest een achteruitgang met respectievelijk 3 procent en 1 procent worden gemeld. Cijfers over België en Oostenrijk werden niet meegedeeld. Cyprus en Malta hebben geen spoorwegen.

Eurostat wijst er wel op dat in de Europese Unie het reizigersvervoer met de trein nog altijd beduidend achterblijft op het niveau dat voor de uitbraak van de coronacrisis kon worden geregistreerd.

De pandemie heeft er immers voor gezorgd dat vele mensen uit vrees voor een besmetting het openbaar vervoer de rug hebben toegekeerd en alternatieven voor hun verplaatsingen zijn beginnen te zoeken.

Dat verlies hebben de Europese spoorwegmaatschappijen nog niet geheel kunnen wegwerken. Toch zeggen vertegenwoordigers van de sector dat het herstel zich steeds verder doorzet.