China’s ambitieuze Belt & Road-project loopt vast nu deelnemende landen hun schulden niet meer kunnen aflossen: “Alles wat ze deden was belachelijke faciliteiten bouwen”

China moet zijn leningen aan ontwikkelingslanden deels terugschroeven terwijl het zelf met een krimpende economie worstelt.

Het Belt and Road Initiative, ofwel de Nieuwe Zijderoute, is een gigantisch Chinees project waarbij er geïnvesteerd wordt in enorme infrastructuurwerken, nieuwe scheepvaartroutes en het optrekken van elektriciteitscentrales in verschillende Afrikaanse en Euraziatische landen. Het kolossale investeringsplan dient als een van de voornaamste manieren van Peking om zijn politieke invloed in de wereld uit te breiden.

Critici beweren echter al verschillende jaren dat de leningen die China verstrekt aan deelnemende landen geregeld onmogelijk zijn om terug te betalen voor ontwikkelingslanden. Hierdoor zouden die landen vast komen te zitten in een “leningenvalkuil”, ofwel debt traps, waardoor China bijvoorbeeld cruciale havengebieden te huur kan nemen voor verschillende decennia. 

Het leggen van debt traps voor die landen begint zich nu echter stilaan tegen Peking te keren. Te veel landen kunnen hun leningen niet meer afbetalen, waardoor China zich nu genoodzaakt zien om het aantal buitenlandse leningen te beperken.

China’s deviezenreserve slinkt alarmerend door leningen

In 2019 moest China al negen keer onderhandelen voor de vrijstelling van bepaalde rentebetalingen met betrekking tot de Nieuwe Zijderoute. Dat aantal steeg in 2020 naar 21 en noteerde op 19 in 2021. In die laatste twee jaar werd er zeker 52 miljard dollar aan schulden vrijgesteld, weet de Japanse krant Nikkei Asia. Dat betekent maar liefst een verdriedubbeling van de vrijgestelde schulden tussen 2018 en 2019. Ontwikkelende landen die deelnemen aan het Belt & Road-programma kregen namelijk rake klappen door de gevolgen van de COVID-19-pandemie.

In augustus kondigde de Chinese minister van Buitenlandse Zaken Wang Yu aan op een Afrikaanse top dat Peking zal afzien van de aflossing van maar liefst 23 renteloze leningen. Die leningen werden aangegaan door zeker 17 Afrikaanse landen waarin de Chinezen infrastructuur kwamen optrekken. 

China maakt gebruik van buitenlandse valuta zoals de Amerikaanse dollar om de buitenlandse leningen te regelen. Sinds het einde van augustus werd er tot nu toe al 3,1 biljoen dollar in de Nieuwe Zijderoute gepompt door China, weet Nikkei Asia. Een groot deel van die investering bestaat echter uit leningen aan ontwikkelingslanden die dus helemaal geen liquiditeit opleveren. De deviezenreserve van China zou dus wel eens alarmerend snel kunnen slinken, moest Peking verder zetten met het lenen aan die landen.

“Dit helpt niemand”

De Chinese leningen en betrokkenheid bij de Nieuwe Zijderoute zorgen ook steeds meer voor interne politieke instabiliteit bij deelnemende landen.

Dat werd onlangs vooral pijnlijk duidelijk in Sri Lanka, een land dat recent economisch totaal afbrokkelde en waar China tussen 2000 en 2020 bijna 12 miljard dollar aan leende. Enkele jaren geleden verkreeg Peking het recht om de zuidelijke haven van Hambantota voor 99 jaar te huren van Sri Lanka. Het land kon de peperdure lening voor de uitbreiding van de haven namelijk niet meer terugbetalen aan China. 

“De werkgelegenheid is niet toegenomen en dit helpt niemand. Alles wat ze deden was belachelijke faciliteiten bouwen”, vertelde een ondernemer die een winkel uitbaat nabij de haven aan Nikkei Asia. Zo werd er ook een internationaal conferentiecentrum gebouwd aan de haven maar ontbreekt er genoeg wegenbouw in de buurt om voldoende bezoekers aan te trekken. 

Ook heeft Sri Lanka nu de “leegste luchthaven ter wereld”. De Mattala Rajapaksa International Airport werd met zeker 190 miljoen dollar gefinancierd door China en is vandaag een commerciële catastrofe. De moderne luchthaven krijgt zo’n 30 bezoekers per dag, getuigt een werknemer.

(kg)

Meer