De vrijwillige motivatie om de coronamaatregelen vol te houden, neemt opnieuw een duik. De voorbije week gaf nog maar 55,4 procent van de ondervraagden aan pal achter de regels te staan, blijkt uit onderzoek van de Universiteit Gent bij 23.845 Vlamingen.
In het begin van de lockdown lag dat percentage nog op 80,7 procent. Na drie weken gaf 76 procent van de ondervraagden aan dat ze zich vrijwillig naar de regels schikten. Maar de voorbije week naderden we de helft van de bevolking: nog maar 55,4 procent kan zich vrijwillig in de regels vinden. ‘De vermoeidheid slaat toe’, stellen de onderzoekers vast.
De groep psychologen ziet dat de vrijwillige motivatie vermindert en dat de bevolking zich steeds meer verplicht voelt om de beperkingen te respecteren. ‘De daling verloopt vrij geleidelijk, met enkele opvallende versnellingen’, klinkt het. ‘Zo blijkt er een sterkere daling te zijn bij het begin van de paasvakantie en in de nasleep van de Nationale Veiligheidsraden van 15 april en 24 april‘.
‘Moet’-ivatie
Toch is er ook een opvallende stijging na 7 april. ‘Toen verfijnde het crisiscentrum bepaalde maatregelen, zoals de mogelijkheid voor ouderen om op een bankje uit te rusten’, zeggen de onderzoekers. Ze vragen daarom dat de overheid de bevolking motiveert, inspireert en verbindt. ‘Zonder voldoende en kwaliteitsvolle motivatie begint de bevolking de maatregelen aan haar laars te lappen.’
In dat geval heeft de bevolking haar vrijwillige inzet omgeruild voor zogenaamde ‘moet’-ivatie’. Dat is het gevoel de maatregelen te moeten volgen, bijvoorbeeld om kritiek of een boete te vermijden. Dat sentiment kende opstoten bij het begin van de paasvakantie en na de Nationale Veiligheidsraad waar aangekondigd werd dat bezoek in de woonzorgcentra toegelaten zou worden. Die beslissing werd meteen teruggedraaid.