Studie: “Biobrandstoffen kunnen een derde van Europees transport aandrijven”

Studie: “Biobrandstoffen kunnen een derde van Europees transport aandrijven”
Biobrandstoffen in het transport: een groter potentieel dan gedacht? – Foto: Geography Photos/UCG/Universal Images Group via Getty Images

Het volume biobrandstoffen gemaakt van afvalproducten uit de landbouw en de bosbouw zou aanzienlijk kunnen worden verhoogd en zou een ​​aandeel van 30 procent in de transportbrandstof van de Europese Unie kunnen bereiken. Dat blijkt uit een rapport van het Nederlandse adviesbureau Studio Gear Up.

Een dergelijke verhoging zou leiden tot een aanzienlijke vermindering van het verbruik van olie en gas door de Europese auto’s, schepen en vliegtuigen, waardoor Europa gemakkelijker zijn doelstellingen op het gebied van emissiereducties – eind dit decennium 55 procent minder uitstoot dan dertig jaar voordien – zou kunnen halen.

Volumes

Omdat biobrandstoffen in sterke mate afhankelijk zijn van afvalstromen, plaatsen een aantal partijen vraagtekens bij de mate waarin de volumes van deze producten verhoogd kunnen worden. Maar volgens Carlo Hamelinck, analist bij Studio Gear Up, zijn de grondstoffen voor deze duurzame brandstoffen overvloediger beschikbaar dan het Europese beleid vooropstelt.

“Geavanceerde biobrandstoffen kunnen in de economie een heel grote rol spelen. Deze producten zijn beschikbaar en kunnen gemakkelijk worden opgeschaald. De technologie achter deze producten heeft de voorbije decennia een sterke ontwikkeling gekend.”

“Biobrandstoffen staan klaar om te worden ingezet. Studies tonen aan dat deze grondstof een groot potentieel heeft. Mogelijk kan ongeveer een derde van de huidige volumes fossiele brandstoffen die in het transport worden gebruikt, door biobrandstoffen worden vervangen. Dat kan bovendien bijzonder snel gaan.”

Europa gaat minder ver

“Als de Europese Unie het mandaat voor biobrandstoffen zou verhogen in overeenstemming met het potentieel aan beschikbare grondstoffen, wordt bovendien een bijkomend instrument gevonden om de energiekosten te verlagen”, zei Hamelinck.

“Biobrandstoffen kunnen een aanzienlijke impact hebben en kunnen op de marktprijzen een kalmerende invloed hebben. Deze producten zouden gebruikers ook een grotere verscheidenheid aan mogelijke bronnen bieden.”

Voorlopig blijkt de Europese Unie op het gebied van biobrandstoffen echter minder ver te willen gaan. In een herziening van de Europese richtlijn rond hernieuwbare bronnen wordt wellicht gevraagd dat biobrandstoffen in de energievoorraden voor de Europese transportsector tegen eind dit decennium een aandeel van 2,2 procent zouden opnemen.

In het Europees Parlement was oorspronkelijk een streefdoel van 5 procent naar voor geschoven, maar dat niveau werd tijdens de verdere besprekingen afgezwakt. Volgens een aantal vertegenwoordigers van de industrie tonen de Europese beleidsmakers zich op het vlak van biobrandstoffen onvoldoende ambitieus.

Bovendien zou het beleid in zijn benadering van het totale palet hernieuwbare brandstoffen geen neutrale houding aannemen, maar een duidelijke voorkeur voor bepaalde opties – zoals elektrische wagens – tentoonspreiden.

Investeringsplannen

Marko Janhunen, voorzitter van de Advanced Biofuels Coalition, betoogde dat de onophoudelijke herzieningen in de Europese wetgeving investeringsplannen op lange termijn bemoeilijken.

“De voorbije tien jaar zijn er niet veel maanden geweest waarin de coalitie zijn aandacht niet vooral diende toe te spitsen op wijzigingen in de bestaande regelgeving”, klaagde hij. “Dat is geen positief signaal. Er is een visie op lange termijn nodig. Bovendien wordt de materie bijzonder complex gemaakt, wat kleinere partijen ervan weerhoudt op de markt te betreden.”

Bernd Küpker, een energiedeskundige bij de Europese Commissie, stelde echter dat de sector een voortdurende verandering doormaakt, waardoor ook de regelgeving frequent moet worden aangepast. “Bovendien is een technologische neutraliteit niet altijd mogelijk”, betoogde hij.

“Een volledige technologie-neutraliteit betekent dat er geen strategie is. Het beleid moet een aantal strategische keuzes kunnen maken, want anders kunnen geen goede argumenten voor investeringen worden geformuleerd.

De herziene richtlijn rond hernieuwbare energie wordt eerstdaags in het Europees Parlement besproken en gestemd. Daarna volgen gesprekken met de lidstaten van de Europese Unie.

(evb)

Meer premium artikelen
Meer

Ontvang de Business AM nieuwsbrieven

De wereld verandert snel en voor je het weet, hol je achter de feiten aan. Wees mee met verandering, wees mee met Business AM. Schrijf je in op onze nieuwsbrieven en houd de vinger aan de pols.