ePure: “Europese productie bio-ethanol levert meer veevoer dan brandstoffen op”

De productie van bio-ethanol in Europa heeft vorig jaar meer veevoer dan brandstof opgeleverd. Dit fenomeen levert een verder bewijs dat biobrandstoffen ook aan de voedselstabiliteit een belangrijke bijdrage kunnen leveren. Dat staat is een rapport van ePure, de Europese vereniging van producenten van ethanol.

Uit het onderzoek is gebleken dat de leden van ePure het voorbije jaar voor de eerste keer in de geschiedenis meer bijproducten voor diervoeder hebben geproduceerd dan hernieuwbare brandstoffen. Daarbij wordt gewag gemaakt van ongeveer 4,48 miljoen eiwitrijk diervoeder, waardoor een invoer van een aanvullende teelt – vooral uit Latijns-Amerika – kon worden vermeden. 

Voedselzekerheid

Vele milieugroepen bestempelen de productie van biobrandstoffen op basis van landbouwgewassen als een problematische activiteit. De tegenstanders wijzen zowel naar milieuproblemen als naar de bedreiging van de voedselzekerheid.

Onder meer wordt daarbij de oorlog in Oekraïne ter sprake gebracht. “Dat conflict heeft de wereldwijde voedselprijzen verder opgedreven, waardoor de voedselzekerheid in toenemende mate wordt ondermijnd”, beklemtoonde Laura Buffet, energiedirecteur bij de denktank Transport & Environment.

“In een situatie met voedselonzekerheid kan er dan ook geen rol zijn weggelegd voor biobrandstoffen die uit landbouwgrondstoffen – zoals plantaardige oliën of granen – worden geproduceerd.”

De ethanolindustrie weerlegt echter die aantijgingen en voert aan dat biobrandstoffen niet alleen de behoefte aan geïmporteerde fossiele brandstoffen verminderen, maar als ingrediënt van diervoeder ook de voedselzekerheid versterken.

“De combinatie van voedsel en brandstof biedt een industriële, agrarische en economische meerwaarde”, beklemtoonde Valérie Corre, de voorzitter van ePure, onlangs. “Indien de markt voor biobrandstoffen wordt ondermijnd, staat ook de voedselproductie op het spel.”

“Biobrandstoffen dienen tevens om de inkomsten van boeren te versterken”, stelde Corre nog. “Dit zal hen aanmoedigen om in Europa voedsel te blijven produceren. Het is een heel complexe kwestie. Dat kan niet worden opgelost met een keuze tussen voeding en brandstof.”

“Ik hoop dat de besluitvormers een rationeel beleid zullen volgen en beseffen dat de combinatie van deze twee activiteiten de aangewezen optie is.”

“In vergelijking met fossiele brandstoffen realiseerde ethanol in de Europese Unie vorig jaar in de uitstoot van broeikasgassen een reductie van 76,9 procent”, stipte ook David Carpintero, directeur-generaal van ePure, aan.

“Dat is een nieuw record. De gegevens bevestigen dan ook nogmaals dat hernieuwbare ethanol de meest kosteneffectieve oplossing voor het terugdringen van broeikasgassen is die de Europese Unie heeft.”

Keuze

“Het beperken van de productie van biobrandstoffen is een politieke fout”, benadrukte Carpintero. “Ondanks de opkomst van voertuigen op elektriciteit en waterstof, zullen wagens met verbrandingsmotoren nog verscheidene decennia op de Europese wegen blijven rondrijden.”

“Het uitfaseren van duurzame biobrandstoffen zoals hernieuwbare ethanol – zoals sommige beleidsmakers willen doen – druist niet alleen in tegen het gezond verstand, maar opent tevens de deur naar een grotere afhankelijkheid van fossiele brandstoffen. Dat wil niemand.”

Brandstoffen op basis van landbouwproducten zijn volgens ePure de meest kostenefficiënte manier om het wegvervoer koolstofarm te maken. “Wanneer rekening wordt gehouden met de emissies tijdens de hele levenscyclus van een voertuig, hebben verbrandingsmotoren met hoge ethanol-gehaltes op het leefmilieu een minder negatieve invloed dat hybride of elektrische wagens”, luidt het daarbij.

“Men mag immers niet vergeten dat de elektriciteit in de Europese Unie vooral met behulp van fossiele brandstoffen wordt opgewekt. Dit betekent dat een elektrische wagen over zijn hele levenscyclus meer broeikasgassen zal uitstoten dan een voertuig op brandstoffen met een hoog ethanol-gehalte.”

Meer