Belgische wetenschappers willen 3D-geprint hart naar de ruimte sturen

In 2025 vertrekt een 3D-geprint hart naar de ruimte. Onderzoekers van het AstroCardia-project willen zo verouderingsprocessen observeren. Business AM sprak met een van de wetenschappers achter het project, Hilde Stenuit van Space Application Services.


Beluister hier het volledige interview met Hilde Stenuit:


De essentie: Het mini-hart wordt naar de ruimte gestuurd om verouderingsprocessen te observeren. Veroudering gaat immers sneller in de ruimte. Het hart wordt geïnstalleerd in een al bestaand platform aan boord van het internationaal ruimtestation ISS en vanop afstand gemonitord.

  • Stenuit legt uit: “De ruimte is een unieke omgeving waar er geen zwaartekracht is, maar wel micrograviteit en straling. Die omgeving zorgt ervoor dat verouderingsprocessen in versnelde vorm plaatsvinden. Dat zien we bij onderzoek naar astronauten. Bij hartveroudering zijn er studies die wijzen op een versnelling met een factor van ongeveer twintig, dus dat is significant.”
  • “Onze partner BIO INX maakt hartcellen om die dan te printen. Ze printen biologisch materiaal in een chip en daarrond maken ze dan een stelsel. Zoals het stelsel van onze vaten, dat toelaat dat er voedsel bij die cellen komt, zodat die cellen goed overleven. Alles is heel klein, we hebben het over millimeterwerk.”

Mini-organen monitoren

  • “We zijn een installatie aan het ontwikkelen om die chips een goede omgeving te geven. Dat kunnen ook andere organen zijn. Dat lanceren we waarschijnlijk met een SpaceX-raket en laten we door de astronauten integreren in ons al bestaande platform op het internationale ruimtestation.”
  • “Vanaf daar loopt het automatisch. Space Application Services heeft een missiecontrolecentrum dat nu al operationeel is. Van daaruit kunnen wij alle commando’s sturen en data ontvangen. Maar ook de wetenschappers kunnen zelf de data ontvangen”, aldus Stenuit.
  • “De farmaceutische sector gebruikt mini-organen om medicijnen te testen, zodat we kunnen vermijden om nog dieren te gebruiken. Ook daarvoor is het heel interessant om de omgeving van de ruimte te benutten.”

(evb)

Meer