Zweden begint aan een nieuw politiek hoofdstuk, met dank aan exploderende bendecriminaliteit en massamigratie

In Zweden heeft het linkse blok van premier Magdalena Andersson een nederlaag geleden bij de verkiezingen van vorige week, waarvan de resultaten nu finaal zijn. Als reactie daarop trad de premier af. Het rechtse blok, bestaande uit de Sverigedemokraterna (Zweden-democraten of SD), de Moderata samlingspartiet (Gematigde Uniepartij of M), de Kristdemokraterna (Christendemocraten of KD) en de Liberalerna (Liberalen of L) behaalde 176 zetels, wat drie meer is dan het blok dat de vertrekkende regering steunde.

“Onze rode lijn is dat we geen regering zullen vormen samen met de Zweden-democraten”, stelde europarlementslid Tomas Tobé van de Gematigde Uniepartij. Voordien had hij er ook al op gewezen dat de Sverigedemokraterna (SD), die meer stemmen haalde dan Tobé’s eigen partij, “haar beleid heeft veranderd”. “Ze zijn niet tegen Europees of NAVO-lidmaatschap”, verklaarde hij, waarbij hij meteen ook de bereidheid van zijn partij bevestigde om met de SD samen te werken in het Zweedse Parlement en immigratie, economie of energie als mogelijke thema’s om samen te werken opnoemde.

Ulf Kristersson, de leider van de Gematigde Uniepartij, staat nu op het punt de nieuwe Zweedse premier te worden, ondanks het feit dat zijn partij terrein heeft verloren.

In The Spectator legt Zweeds politiek commentator Paulina Neuding uit dat de Zweden-democraten (SD) “vaak worden omschreven als ‘neofascistisch’ of ‘extreem rechts’. Hun wortels zijn inderdaad problematischer dan die van veel anti-establishmentpartijen in Europa, aangezien zij zijn voortgekomen uit een echt extremistische beweging. Hun agenda kan echter niet worden omschreven als extreem-rechts. Ze hadden bovendien een groot voordeel: jarenlang waren ze de enige partij die kritiek had op het Zweedse immigratiebeleid. Het is niet racistisch, stelden ze steeds, om te bespreken wat er fout gaat, en die mening werd steeds meer gedeeld.

Gedurende het grootste deel van het afgelopen decennium, toen bendegerelateerde wapencriminaliteit en granaataanvallen in heel Zweden escaleerden, had de SD een bijna-monopolie op het heetste hangijzer van het land. Het is dan ook geen echte verrassing dat zij nu de op één na grootste partij van Zweden zijn met 21 procent van de stemmen, de meest succesvolle beweging van dit soort in Europa.

Neuding wijst erop dat de SD nu misschien wel een minderheidsregering zullen ondersteunen, maar dat ze allicht op hun hoede zullen blijven:

“Hoewel ze nu misschien hun stemmen zullen lenen aan een coalitie geleid door Kristersson, is het verre van zeker dat ze hem willen helpen regeren. (…) Voor het eerst zouden zij door de kiezers immers verantwoordelijk worden gehouden voor alles waartegen zij zich verzetten: de ongecontroleerde migratie, schietpartijen, bomaanslagen. Dit is niet het soort problemen dat kan worden aangepakt tijdens een ambtstermijn van vier jaar – en de SD heeft zich lang gepositioneerd als buitenstaanders.”

Een belangrijke verandering kan zijn dat de nieuwe Zweedse regering de Deense en Britse beleidsaanpak steunt om de asielprocedure te “externaliseren”, waarbij asielzoekers die op irreguliere wijze Europa proberen te bereiken een aanvraag moeten doen buiten het grondgebied van Europese landen. Vorige week nog bereikte Denemarken een akkoord met Rwanda over dit beleid, dat de SD voluit steunt.

Het succes van de Zweedse Democraten

Neuding legt verder uit dat het succes van SD te wijten is aan de exploderende bendecriminaliteit in Zweden, die verband houdt met massamigratie:

“Voor het eerst kwam bij een verkiezing criminaliteit naar voren als de hoogste prioriteit onder de kiezers. Dat was te verwachten, aangezien Zweden het hoogste percentage gewapende moorden in Europa telt en een epidemie van bomaanslagen zonder equivalent of precedent ergens anders in het Westen.

Sinds het laatste verkiezingsjaar, 2018, zijn er bijna 500 bomaanslagen geweest (inclusief handgranaten) en eindeloze verhalen over bendemoorden. Kinderen zijn in het kruisvuur terechtgekomen. Schietpartijen zijn een vast onderdeel van het Zweedse leven en het systeem kan het niet aan. (…)

In de week voor de verkiezingen zijn ten minste twee bommen tot ontploffing gebracht, en een andere werd gevonden op een muziekfestival in Stockholm. De Zweedse politie is niet opgeleid voor dit soort problemen. Ze hebben te maken met een samenleving binnen een samenleving, waar ze moeilijk in doordringen.

De politie zegt dat er nu minstens 60 immigrantenbuurten zijn waar ze weinig controle over heeft. Ongeveer 300 agenten raakten gewond toen er in het voorjaar massale rellen uitbraken in deze wijken, en het Zweedse hoofd van de politie heeft gewaarschuwd voor een ‘brutaliteit die we nog niet eerder hebben gezien’.”

Zorgwekkend is in dat verband ook de opkomst van de nieuwe Islamistische partij “Nyans“, die in gebieden met veel immigranten tussen de 15 en 25% haalde en zelfs 30,9% in de wijk Rosengård in Malmö, waar de beroemde Zweedse voetballer Zlatan Ibrahimović opgroeide.

De uittredende linkse regering had veiligheid en georganiseerde misdaad dan wel als prioriteiten gekozen, maar zoals de verkiezingsuitslag laat zien, tevergeefs.

SD is niet enkel een partij van “autochtone” Zweden. 12 procent van de kiezers met niet-Europese achtergrond stemde op de Zweden-democraten en werd daarmee voor hen de op twee na populairste keuze. Ook bij de jonge kiezers – onder de 30 jaar – eindigde de partij op de derde plaats, met 18 procent van die kiezers, terwijl zij met 29 procent de op één na populairste partij werd onder arbeiders.

Ook in Zweden zijn er grote energiezorgen. Volgens Charlie Weimers, een prominent SD-europarlementslid, speelde het feit dat de Zweedse regering vier kernreactoren sloot dan ook een belangrijke rol in de nederlaag van de regeringscoalitie.

Een steeds eurosceptischer Zweeds publiek debat

Ook in het Zweedse publieke discours is steeds meer eurosceptisch sentiment merkbaar. Vakbonden en linkse partijen in zowel Zweden als Denemarken hebben zich fors verzet tegen de nieuwe EU-richtlijn inzake het minimumloon, omdat ze die als een gevaar beschouwen voor hun arbeidsmarktmodel, waarbij vakbonden en werkgevers rechtstreeks met elkaar onderhandelen over de arbeidsvoorwaarden, zonder dat de Staat er veel aan te pas komt. In januari noemde Torbjörn Johansson, de onderhandelingssecretaris van het Zweedse Verbond van Vakbonden (LO), de EU-richtlijn, die inmiddels door het Europees Parlement is aangenomen en uiteindelijk ook door de Zweedse regering werd gesteund, de “ernstigste externe bedreiging in de moderne tijd” voor het Zweedse model van collectief overleg. 

Ook de pogingen van de EU om het nationale bosbeleid te beïnvloeden worden in het Noorden als problematisch ervaren. Europarlementariër Charlie Weimers klaagt in dat verband aan dat “ondanks het ontbreken van bepalingen in de EU-verdragen voor een gemeenschappelijk bosbeleid, de EU haar bevoegdheden op dit beleidsterrein geleidelijk heeft uitgebreid sinds een arrest van het Hof van Justitie van de Europese Unie uit 1999 de bevoegdheid van de EU voor milieumaatregelen in bossen heeft erkend”.

Dr. Björn Hägglund, een Zweedse academicus en voormalig directeur-generaal van het Zweedse bosagentschap, heeft op zijn beurt gewaarschuwd dat “de EU-Commissie haar bosbouwstrategie verkeerd heeft aangepakt”: Hij denkt dat dit “negatieve gevolgen zal hebben voor de Noordse bosbouw”, onder meer omdat “de Commissie lijkt te pleiten voor continuïteitsbosbouw, zonder regeneratiekap (waarbij het grootste deel van een bos wordt gekapt wanneer de meeste bomen volgroeid zijn) en daarbij de complexe biologie van de Noordse bossen negeert.” Hij legt uit dat “dit model op grote schaal werd toegepast in Zweden van ongeveer 1920 tot 1950. … Het resultaat was echter catastrofaal. De resterende bomen waren niet in staat om nieuwe productieve bosgebieden te vormen, en in plaats daarvan ontstonden enorme gebieden die schaars begroeid waren met voornamelijk sparren en berken.”

Twee jaar geleden veroorzaakte de EU-beslissing om een gezamenlijk gefinancierd EU Corona-herstelfonds van 800 miljard euro op te richten – sindsdien geplaagd door verhalen over een gebrek aan transparantie over hoe al dat geld wordt besteed – nogal wat opschudding in Zweden, dat niet tot de eurozone behoort en dus ook grotendeels aan eurotransfers ontsnapt. Daarbij riep de politieke redacteur van het Zweedse veelgelezen dagblad Expressen zelfs het vooruitzicht op een Zweeds vertrek uit de EU op vanwege de oprichting van dit “herstelfonds”, waarbij hij schreef: “Binnenkort zal Zweden een keuze moeten maken over EU[-lidmaatschap]”.

Net als het Brexit-debat in het VK, worden ook de Zweedse brancheorganisaties steeds kritischer over de EU. In juni verklaarde de hoofdeconoom van de Association of Swedish Engineering Industries dat “er een risico bestaat dat de [EU] zich verwijdert van [het idee van] vrijhandel en evolueert naar grotere politieke en overheidsbemoeienis. Dit heeft een negatief effect op het Zweedse concurrentievermogen”, waarbij het vertrek van het Verenigd Koninkrijk als een reden voor deze ontwikkeling wordt genoemd. Hij voegt er aan toe: “Het zou contraproductief en ongelukkig zijn indien de EU, om de toenemende wereldwijde concurrentie het hoofd te bieden, het Chinese groeimodel probeert te kopiëren.”

Een soortgelijke analyse werd gemaakt door Stefan Sagebro, een expert van de Zweedse werkgeversfederatie, die de nieuwe EU-halfgeleiderwetgeving bekritiseerde als volgt: “Niemand heeft de vraag gesteld of de EU de toenemende mondiale concurrentie wel aankan: Niemand heeft de vraag gesteld of het echt goed is om hier in Europa op grote schaal te gaan produceren en of het ons echt beschermt tegen tekorten in de toekomst.”

In Zweden begint nu in elk geval een nieuw politiek hoofdstuk.


De auteur Pieter Cleppe is hoofdredacteur van BrusselsReport, een webstek die zich richt op nieuws en analyse met betrekking tot EU-politiek.

Meer