Rick Newman, columnist bij Yahoo Finance, vraagt zich af waarom de Amerikaanse president Joe Biden ruzie heeft met twee van ’s werelds machtigste mannen, terwijl ze in geval van nood bondgenoten zouden kunnen zijn.
Joe Biden en Elon Musk mogen elkaar niet. Sinds het begin van zijn carrière als president van de VS heeft Biden nagenoeg nog niets positief gezegd over de Tesla-baas. Zo duurde het bijvoorbeeld anderhalf jaar voordat Joe Biden Tesla noemde in een officiële toespraak over de elektrificatie van de autosector. Voorts werd Musk pas afgelopen april uitgenodigd op het Witte Huis voor een gezamenlijke discussie met alle spelers uit de autosector.
Dit gebrek aan aandacht irriteerde de miljardair, die niet aarzelde om via zijn geliefkoosde socialemediaplatform Twitter zijn ongenoegen te uiten. Musk noemde Biden een “marionet” die aan het hoofd staat van een regering die “niet veel doet”. Naar aanleiding van de verwijdering van Tesla uit de S&P 500 ESG-index, die de beste bedrijven beloont voor hun normen op het gebied van milieu, maatschappij en bestuur, uitte de multimiljardair zich als Republikein. In een tweet zei hij in het verleden voor de Democraten gestemd te hebben, maar die partij is volgens hem ontaard in “een partij van verdeeldheid en haat”.
Toch hebben Biden en Musk in wezen niet echt een tegengestelde visie: ze zijn allebei voorstander van de elektrificatie van het verkeer, wat goed zou zijn voor het milieu en voot Tesla. In zijn stimuleringspakket heeft de Democraat enkele miljarden dollars uitgetrokken voor EV-laadnetwerken. Maar Biden heeft in zijn speeches voornamelijk aandacht voor de inspanningen van de gevestigde waarden, zoals General Motors en Ford.
Waarom doet hij dat? Simpel: deze bedrijven hebben een vakbond. “Biden ziet vakbonden als een belangrijk deel van zijn achterban, en door Tesla te bekritiseren doet hij hen een plezier”, schrijft Newman.
Biden zelf heeft nooit direct gereageerd op de aanvallen van Musk, maar een woordvoerder van het Witte Huis noemde hem ooit een “antiwerknemersmiljardair”. Een persoonlijke ontmoeting heeft nooit plaatsgevonden, hoewel Musk een bondgenoot zou kunnen zijn in de postpandemische wederopbouw van de VS.
“De domste ruzie ooit”
En dan is er nog de strijd met Jeff Bezos, de oprichter van Amazon. Net zoals Musk staat hij ervoor bekend geen voorstander te zijn van vakbonden. Op 13 mei tweette de Amerikaanse president over inflatie en hoe die onder controle te krijgen. Biden stelde voor de vennootschapsbelasting te verhogen. Volgens Bezos klopte de informatie in de boodschap van de president niet. Hij gaf vervolgens het uitgavenbeleid van de Democraten de schuld van de inflatie.
Bezos heeft in principe gelijk. Gratis geld en duizenden miljarden dollars aan stimuleringspakketten hebben bijgedragen aan de explosie van de inflatie. Maar er is meer aan de hand dan dat. Denk aan de problemen met bevoorradingsketen, de tekorten en de opgelopen energieprijzen. De nieuwe perschef van het Witte Huis reageerde dat Bezos “zich verzet tegen een economische agenda voor de middenklasse”. CNN sprak van “de domste ruzie ooit”.
Democratische partij kijkt naar links
Biden staat bekend als een diplomaat. In feite is een van zijn echte vrienden in de politiek niemand minder dan de leider van de oppositie in de Senaat, de Republikein Mitch McConnell, die openlijk vijandig staat tegenover het presidentiële programma. Waarom kan Biden zich dan niet verzoenen met twee miljardairs die ideologisch zo goed als op dezelfde lijn als hem staan? Is de logistieke ervaring van Bezos geen troef in een wereld die gebukt gaat onder problemen met de toeleveringsketens?
Joe Biden is zeker geen antikapitalist. Maar het is een feit dat de Democratische Partij nu meer naar links kijkt. Denk bijvoorbeeld aan de grote Democratische namen Bernie Sanders, Alexandria Ocasio-Cortez en Elizabeth Warren. Zij deinzen er niet voor terug om kritiek te uiten op de miljardairs. Biden heeft overigens zichzelf tijdens de presidentsverkiezingen beschreven het tegengif voor Trumpisme. Hij zal dan ook nooit naar Twitter grijpen om te polemiseren.
(ns, am)