De globalisering is het voorbije decennium grotendeels tot stilstand gekomen. Een groeiende internationalisering kan dan ook niet verantwoordelijk worden gesteld voor de toename van de ongelijkheid sinds de financiële crisis. Dat is de boodschap van een rapport van Catherine Mann, hoofdeconome bij de Amerikaanse investeringsbank Citigroup.

“De wereldwijde integratie heeft al enkele tijd geleden zijn hoogtepunt bereikt,” benadrukt Delphine Strauss, journaliste bij de krant Financial Times. “De globalisering is op een toenemende vijandigheid van de publieke opinie gebotst. Daardoor zijn zelfs voorstanders meer aandacht aan de negatieve gevolgen beginnen te besteden.”

“Een aantal economen en wereldleiders, waaronder de Amerikaanse president Donald Trump, gaven de globalisering en internationale handel de schuld van een toenemende ongelijkheid en banenverlies. Maar Catherine Mann, voormalig hoofdeconoom bij de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (Oeso), spreekt die aantijgingen tegen.”

Protectionisme

“Het onderzoek van Catherine Mann ondersteunt het argument dat de globalisering in het algemeen landen rijker maakt,” aldus Strauss. “De problemen ontstaan volgens haar omdat regeringen de winsten niet eerlijk delen of nalaten verliezen te compenseren.”

Mann wijst erop dat de technologie en een verschuiving van goederen naar diensten in de consumptie de werkgelegenheid veel meer onder druk hebben gezet dan de globalisering. “Men vergeet dat de globalisering al tien jaar geleden is stilgevallen,” aldus de econome. “De wereldwijde groei is teruggevallen naar niveaus die voor het uitbreken van de financiële crisis waren opgetekend, maar de ongelijkheid is wel toegenomen.”

“Het toenemende aandeel van de handel in de wereldwijde productie is het voorbije decennium gestopt,” zegt Mann. “Dat heeft onder meer te maken met een toenemend aantal protectionistische maatregelen. Ook wereldwijde toeleveringsketens worden vaak afgebouwd. Dat kan men onder meer toeschrijven aan een vrees voor reputatieschade wanneer zou blijken dat werknemers in armere landen zouden zijn uitgebuit.”

Migratie

“Barrières voor de globalisering zullen echter een negatieve impact hebben op de wereldwijde economie,” benadrukt Mann. “Bovendien zullen de beschikbare middelen slechter worden verdeeld. Armere landen zullen het moeilijker krijgen hun aandeel in de wereldhandel te verhogen. Daardoor zullen ze meer problemen ondervinden om hun levensstandaard te verhogen.”

“De wereld moet ernaar streven om opkomende markten te openen in plaats van geavanceerde economieën te sluiten. Ook de financiële integratie bereikte twaalf jaar geleden zijn piek. Grensoverschrijdende geldtrafieken hebben weliswaar de wereldwijde financiële crisis versterkt, maar vergemakkelijkten anderzijds ook internationale investeringen.”

De globalisering is echter niet totaal stilgevallen. “Het verkeer van mensen over de hele wereld neemt nog steeds toe,” benadrukt Mann. “Dat geldt zowel voor migratie als toerisme. Tenslotte heeft ook de digitale globalisering zich verder blijven doorzetten.”