Key takeaways
- De Bank of Japan is verdeeld over de impact van Amerikaanse renteverhogingen en inflatie op zowel de Japanse economie als haar eigen monetaire beleid.
- Sommige bestuursleden stellen dat de impact van de tarieven minimaal zou zijn door de sterke loongroei en stabiele consumenteninflatie.
- De BoJ handhaaft haar beleidsrente op 0,5 procent, maar is van plan om vanaf volgend jaar haar obligatiebezit af te bouwen.
Tijdens de vergadering van de Bank of Japan (BoJ) in juni bleek dat de meningen over de impact van de Amerikaanse tarieven en de stijgende binnenlandse prijzen uiteenlopen. Ondanks positieve economische indicatoren voor april en mei uitten sommige beleidsmakers hun bezorgdheid dat de volledige effecten van de tarieven nog niet zichtbaar zijn. Deze functionarissen wezen op mogelijke negatieve gevolgen voor het ondernemerssentiment en beschreven de algemene economische situatie als stagnerend.
Niet alle bestuursleden deelden deze pessimistische kijk echter. Sommigen beweerden dat de impact van de tarieven minimaal zou zijn, waarbij ze wezen op de sterke loongroei en de stabiele consumenteninflatie. Eén lid wees specifiek op de invloed van de rijstprijzen op de waargenomen inflatie en riep op tot nauwlettend toezicht. Anderen benadrukten de veerkracht van de binnenlandse economie, met stijgende lonen en een iets hogere inflatie dan voorspeld.
Bank of Japan handhaaft rente op 0,5 procent
De BoJ besloot haar beleidsrente te handhaven op 0,5 procent en het tempo van de afbouw van obligatiebezit vanaf volgend jaar geleidelijk te verlagen. Bestuurslid Naoki Tamura benadrukte dat de centrale bank haar beleidsrente snel moet aanpassen op basis van veranderende economische gegevens, zelfs te midden van onzekerheden. Hij benadrukte dat eventuele renteverhogingen zouden worden gedreven door aanhoudende verbeteringen in de activiteit en de inflatie, en pleitte voor een gematigde aanpak.
Tamura erkende de voortdurende aanwezigheid van onzekerheid in de beleidsvorming, maar onderstreepte het belang van doortastend optreden. Als de inflatierisico’s aanzienlijk naar boven verschuiven of de kans toeneemt dat de doelstelling van 2 procent wordt bereikt, moet de BoJ bereid zijn om resoluut op te treden.