Steeds meer belangrijke technologiebedrijven keren China de rug toe: Apple-leverancier BOE verhuist naar Vietnam

Beeldschermproducent BOE bouwt naar verluidt in navolging van Foxconn en Samsung, nieuwe productiefaciliteiten in het noorden van Vietnam.

Waarom is dit belangrijk?

Door het voorheen strenge COVID-beleid van de Chinese regering, kampten verschillende fabrikanten in het land met extreme personeels- en materiële tekorten. Om hun afhankelijkheid van Beijing te verkleinen verplaatsen steeds meer belangrijke fabrikanten hun productielijnen naar het buitenland, waaronder Vietnam en India.

De essentie: De Chinese onderneming BOE Technology Group had afgelopen jaar problemen met de productie van iPhone-schermen, als gevolg van de strenge COVID-maatregelen van de Chinese overheid. BOE zou de displays maken voor de nieuwe iPhone 15 en 15 Plus, aldus de Chinese krant Chinese Morning Post.

  • Volgens Reuters is het bedrijf nu van plan om in Vietnam twee nieuwe fabrieken te bouwen. BOE heeft momenteel al een beperkte aanwezigheid in het zuiden van Vietnam.
  • De fabrikant heeft plannen om in totaal zo’n 100 hectare grond te huren. Ongeveer een vijfde daarvan zou worden gebruikt voor een fabriek – van 150 miljoen dollar – voor het maken van afstandsbedieningssystemen.
  • Het grootste deel van het terrein gaat naar een displayfabriek die 50 hectare grond in beslag neemt. De resterende ruimte zal gebruikt worden om leveranciers te huisvesten. De nieuwe fabriek zal naar verwachting in 2025 operationeel zijn en kost in zijn totaliteit zo’n 400 miljoen dollar.

Vietnam plukt de vruchten van beleid Beijing

De achtergrond: De stappen van BOE komen overeen met andere technologiebedrijven, die proberen hun afhankelijkheid van China te verkleinen. Zo heeft fabrikant Foxconn naar verluidt al 300 miljoen dollar geïnvesteerd in de uitbreiding van zijn faciliteiten in Vietnam.

(ns)

Meer