Kun je een plantaardige steak maken met een 3D-printer? NovaMeat is alvast goed op weg.

Giuseppe Scionti is de 33-jarige oprichter en CEO van NovaMeat, een Spaanse biotechnische start-up. Hij is aardig op weg om steak te maken op basis van louter plantaardige ingrediënten – die de textuur, smaak en nutritionele eigenschappen van rund nabootsen – en met behulp van een speciaal ontwikkelde 3D-printer. De inspiratie voor het mengen van biotechniek met nutritionele technologie haalde hij enerzijds uit zijn werk als weefselmanipulator en anderzijds uit zijn interesse voor de negatieve effecten van de intensieve veeteelt op de klimaatverandering. Scionti wordt beschouwd als de uitvinder van de eerste 3D-geprinte plantaardige vleesvervanger.
Hoe gaat het juist in zijn werk?
‘Dit type plantaardige biefstuk kan niet zonder de technologie van de nieuwste generatie die NovaMeat en ikzelf gecreëerd hebben. Het is patentgevoelige technologie gebaseerd op micro-extrusie, wat betekent dat we planten mengen met van planten afgeleide ingrediënten. De proteïnen afkomstig van planten kunnen eigenschappen verkrijgen die vergelijkbaar zijn met die van vlees – de textuur, de smaak en het uitzicht. We willen iets voedzaams creëren zodat het een volwaardig alternatief voor biefstuk kan zijn.’
Waarom is het verschil met vleesvervangers?
‘Er bestaan al enkele goede voorbeelden van vleesvervangers, vooral burgers, zoals de Impossible Burger en de Beyond Meat Burger. Maar ze vervangen niet de textuur van een vezelrijk stuk vlees. Andere kunnen de textuur van vlees wel nabootsen, maar niet de smaak. Met de micro-extrusietechnologie die ik gepatenteerd heb, behoudt de vezelrijke verscheidenheid van plantaardige ingrediënten beide.’
Hoe smaakt het?
‘Op dit moment smaakt het nog steeds zoals vleesvervangers met plantaardige ingrediënten. De textuur hebben we al te pakken en nu zijn we bezig met het uitzicht. We hebben al aangetoond dat we er een verscheidenheid van ingrediënten aan kunnen toevoegen, ook de ingrediënten die noodzakelijk zijn voor de smaak. Dat zal leiden tot ons eindproduct met al de eigenschappen van een biefstuk.’
Waar haalde je de inspiratie vandaan?
‘Vroeger werkte ik als weefselmanipulator voor biomedische toepassingen met behulp van bioprinting. Ik wilde proberen om onze planeet te beschermen door die ingewikkelde technieken toe te passen op alternatieven voor vlees, zodat iedereen die het maar wil de hoeveelheid vlees in zijn dieet kan verminderen.’
‘Het is mijn droom om de wereld te veranderen’
Wat heb je opgestoken van anderen die dezelfde problematiek probeerden aan te pakken?
‘Ik heb altijd bewondering gehad voor wereldverbeteraars. Zelfs de middeleeuwse vernieuwers gingen voor hun moonshot! Eén van mijn favorieten was Leonardo da Vinci. Je moet proberen innovatie toe te passen op maatschappelijke veranderingen, zoals het streven naar een afvalloze economie en duurzame veestapels. Als we te lang wachten, zullen de gevolgen voor de planeet onoplosbaar worden.’
Is succes binnen handbereik?
‘Ik voel dat innovatie alternatieven kan aanbieden aan consumenten, voedselcorporaties en regeringen. Plantaardige alternatieven vormen een razendsnelle groeimarkt. Misschien zal 30 procent van al het geconsumeerde vlees in de volgende twintig jaar al een vleesvervanger zijn. Maar het draait niet alleen om de techniek, er is ook behoefte aan een grotere bewustwording door mensen beter te informeren. Wereldwijd hebben mensen nu toegang tot informatie die ze enkele jaren geleden nog niet hadden. Ik ben dan ook grote fan van de klimaatspijbelaars, zij zijn tenslotte onze toekomst. Ik geloof niet alleen in mijn eigen project, maar ook in het ondersteunen van andere projecten en het teweegbrengen van verandering.’
Hoe denk je dat de wereld er over twintig jaar zal uitzien als je slaagt in je opzet?
‘Het is mijn droom om de wereld te veranderen. Niet door het probleem van de voedingsindustrie op te lossen, maar door jonge mensen te laten deelnemen aan vernieuwende projecten die de wereld ten goede kunnen veranderen. Dat zou ik graag zien gebeuren binnen enkele jaren en daar zou ik graag een onderdeel van zijn.’