Key takeaways
- Het Westen miskent systematisch de kracht van Iran, Rusland en China, wat leidt tot escalatie en strategische misrekeningen.
- Wereldwijde welvaart vereist economische samenwerking met wederzijds respect voor verschillen, in plaats van rivaliteit.
- Het Westen moet afstappen van stereotypen en realistisch omgaan met de capaciteiten en motivaties van tegenstanders.
De recente vergeldingsaanvallen van Iran, krachtiger dan westerse analisten hadden verwacht, hebben opnieuw een pijnlijke waarheid blootgelegd: het Westen heeft de neiging om zijn geopolitieke tegenstanders te onderschatten. Of het nu gaat om Irans militaire slagkracht, Ruslands veerkracht in Oekraïne, of China’s innovatiepotentieel, westerse beleidsmakers en media worden telkens verrast door de capaciteiten van deze landen. Deze blinde vlek heeft niet alleen strategische gevolgen, maar belemmert ook de kans op wereldwijde economische samenwerking, die essentieel is voor duurzame groei en welvaart. Waarom blijft het Westen zijn tegenstanders onderschatten, wat zijn de gevolgen, en waarom is samenwerking een verstandiger pad?
Een geschiedenis van onderschatting
Irans recente aanvallen, met drones en raketten als reactie op Israëlische acties tegen hun nucleaire programma, hebben de westerse verwachtingen doorbroken. Jarenlang werd Iran neergezet als een zwak, economisch geplaagd regime. Toch toont het land herhaaldelijk militaire slagkracht en strategische invloed via bondgenoten zoals Hezbollah en de Houthi’s.
Rusland, vaak neerbuigend beschreven, heeft ondanks sancties zijn oorlogseconomie op peil gehouden en de oorlog in Oekraïne blijft doorgaan.
China, dat volgens westerse critici niet zou kunnen innoveren, leidt nu in technologieën zoals 5G en AI, terwijl het economisch een levenslijn biedt aan landen als Iran en Rusland. Deze misrekeningen wijzen op een structureel probleem in het westerse denken.
Waarom onderschatten we?
De oorzaken van deze onderschatting zijn complex en geworteld in culturele, psychologische en institutionele factoren.
- Een diepgeworteld geloof in de superioriteit van westerse systemen leidt tot arrogantie. Historicus Christ Klep wees op de Jom Kippoeroorlog van 1973, toen Israël verrast werd door Egypte en Syrië, als een voorbeeld van hoe overmoed tot misrekeningen leidt.
- Westerse inlichtingendiensten interpreteren vaak informatie door een westers denkkader, waardoor ze de veerkracht en motivatie van landen als Iran en Rusland verkeerd inschatten. De MIVD waarschuwde in 2024 al voor de groeiende samenwerking tussen Rusland, Iran en China, maar deze signalen kregen te weinig aandacht.
- Westerse media versterken stereotypen, zoals Iran als “instabiel” of China als “niet-innovatief” te omschrijven. Dit creëert een vals gevoel van veiligheid en negeert de strategische aanpassingen van deze landen.
- Gebrek aan historisch besef: Het Westen miskent de historische veerkracht van zijn tegenstanders. Irans Islamitische Revolutie van 1979 en Ruslands overleving van eerdere invasies tonen een diepgewortelde nationale trots en strategische diepgang.
De gevolgen van onderschatting
De gevolgen van deze onderschatting zijn ernstig. Door de kracht van tegenstanders te miskennen, riskeert het Westen escalatie. De recente Israëlisch-Iraanse spanningen tonen hoe misrekeningen over Irans capaciteiten een bredere oorlog kunnen uitlokken.
- Het Westen verliest geloofwaardigheid, vooral in het Mondiale Zuiden, door inconsistente standpunten. Terwijl Rusland wordt gesanctioneerd voor Oekraïne, krijgt Israël westerse steun ondanks schendingen in Gaza, wat Iran en China munitie geeft om het Westen als hypocriet af te schilderen.
- Strategische achterstand: Onderschatting heeft toegelaten dat Rusland, Iran en China hun samenwerking versterken via organisaties zoals BRICS+ en de Shanghai Cooperation Organisation, die de westerse hegemonie uitdagen.
- Door tegenstanders te demoniseren, sluit het Westen de deur naar economische en diplomatieke samenwerking die wereldwijde welvaart kan bevorderen.
Samenwerking als oplossing
In plaats van tegenstanders te onderschatten en te isoleren, zou het Westen moeten streven naar wereldwijde economische samenwerking. Duurzame groei en verbetering van welvaart zijn alleen mogelijk in een kader van wederzijds respect en erkenning van verschillen. Landen als Iran, Rusland en China hebben unieke sterke punten – van Irans strategische positie in het Midden-Oosten tot China’s technologische vooruitgang – die kunnen bijdragen aan een stabielere en welvarender wereld.
Economische samenwerking, bijvoorbeeld via handelsakkoorden of gezamenlijke investeringen in duurzame energie, kan spanningen verminderen en wederzijds voordeel opleveren. Historisch gezien heeft samenwerking geleid tot stabiliteit: denk aan de wederopbouw van Europa na de Tweede Wereldoorlog via de Marshallhulp, waarbij voormalige vijanden bondgenoten werden. Een soortgelijke benadering, gebaseerd op respect voor culturele en politieke verschillen, kan voorkomen dat geopolitieke rivaliteit uitmondt in destructieve conflicten.
Een wake-up call voor het Westen
De krachtige Iraanse aanvallen zijn een wake-up call. Het Westen moet afstappen van stereotypen en wishful thinking. Dit vereist realistischere inlichtingen, een kritische blik op media-narratieven, en erkenning van de historische en culturele krachten achter landen als Iran, Rusland en China. Tegelijkertijd moet het Westen de confrontatie verruilen voor samenwerking. Alleen door tegenstanders serieus te nemen en met hen samen te werken, kan het Westen bijdragen aan een wereld waarin welvaart en stabiliteit voor iedereen binnen bereik liggen.
St.M