Ontwikkelingshulp lidstaten OESO stijgt tot recordhoogte; blijft druppel op een hete plaat

De buitenlandse hulp van de rijke landen bereikte vorig jaar een absolute recordhoogte. Dat staat in een rapport van de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (Oeso). Maar critici zeggen dat groei nagenoeg alleen gekoppeld was aan hulp die werd geboden om de impact van de coronapandemie te verlichten.

Indien die bedragen worden geëlimineerd, zou volgens hen de ontwikkelingshulp nauwelijks zijn gestegen. Analisten waarschuwen dat ook de oorlog in Oekraïne een nieuwe last op de ontwikkelingshulp zou kunnen leggen.

Onder doelstelling Verenigde Naties

De onderzoekers berekenden dat de rijke landen vorig jaar voor ongeveer 179 miljard dollar middelen voor buitenlandse hulp hebben gereserveerd. Dat betekende een stijging met 4,4 procent tegenover het jaar voordien.

Een budget van ongeveer 18 miljard dollar werd voorzien voor hulp in de strijd tegen het coronavirus. Daarbij werd een bedrag van 6,3 miljard dollar uitgegeven voor de aankoop van 857 miljoen dosissen COVID-vaccins.

In het rapport wordt opgemerkt dat de donorlanden vorig jaar gemiddeld 0,33 procent van hun bruto nationaal inkomen (BNI) aan buitenlandse hulp hebben uitgegeven. Dat niveau blijft echter ruimschoots onder de doelstelling van 0,7 procent die door de Verenigde Naties naar voor is geschoven.

Alleen Denemarken, Duitsland, Luxemburg, Noorwegen en Zweden hebben die doelstelling gehaald of overschreden. De grootste donor waren de Verenigde Staten (42,3 miljard dollar), gevolgd door Duitsland (32 miljard dollar), Japan (17,6 miljard dollar) en het Verenigd Koninkrijk (15,8 miljard dollar).

De Europese ontwikkelingsorganisatie Concord voerde in een reactie aan dat vaccindonaties niet als ontwikkelingshulp mogen worden geteld. “Dit schaadt de geloofwaardigheid van de hulp”, aldus de organisatie.

“Desondanks hebben Europese donoren miljoenen dollar op hun ontwikkelingsbudget bezuinigd. Dit systeem beloont de donorlanden voor het hamsteren van levensreddende vaccins, waarbij de overschotten vervolgens als hulp aan ontwikkelingslanden worden gedoneerd.”

“Indien de kosten van de vaccins uit de statistieken worden weggehaald, is de ontwikkelingshulp het voorbije jaar slechts met 0,6 procent gestegen”, zegt ook het European Network on Debt and Development (Eurodad).

“Het aandeel van de uitgaven voor ontwikkelingshulp in het gemiddelde bruto nationaal inkomen is daarbij slechts van 0,32 procent naar 0,33 procent opgevoerd. Dat is een druppel op een hete plaat en blijft ver beneden het bedrag dat de donorlanden hebben toegezegd.”

Mathias Cormann, secretaris-generaal van de Oeso, merkte nog op dat de oorlog in Oekraïne de groei van het wereldwijde bruto binnenlandse product zal vertragen en de wereldwijde inflatie sterker zal doen oplopen.

“Vele arme landen zullen hierdoor zwaar worden getroffen”, stelde Corman. “Ze zullen bij de aankoop van grondstoffen en voedsel immers met hogere prijzen rekening moeten houden. Collectieve inspanningen op mondiaal niveau zijn dan ook belangrijker en noodzakelijker dan ooit.”

(kg)

Meer