Offshore windenergie zal rijkdom Britse monarchie nog sterk aandikken

In het Verenigd Koninkrijk lijkt de koninklijke familie aanzienlijke vruchten te zullen plukken van de uitbouw van offshore windparken om het land van duurzame energie te voorzien. Maar deze nieuwe rijkdom kan ook mogelijk een discussie op gang brengen over de financiering van de Britse monarchie. Dat heeft de Britse krant The Guardian gemeld.

De Britse monarchie kan momenteel rekenen op een staatssubsidie van 86,3 miljoen pond per jaar. Er is echter een officiële herziening van dat budget aan de gang. Vanaf april volgend jaar zou daarbij een nieuwe formule worden geïntroduceerd.

Een aantal bronnen bij de Britse regering hebben tegenover de krant al te kennen gegeven ervoor te willen zorgen dat er door die herziening van een verantwoorde en evenwichtige vergoeding gewag zal kunnen worden gemaakt.

Kroondomein

De financiering van de Britse koninklijke huishouding gebeurt onder meer met een deel van de winsten van de Crown Estate, de instelling die de openbare gronden van de kroon beheert. De inkomsten zijn onder meer afkomstig uit het licenties op het gebruik van gronden die in het bezit zijn van de Britse kroon.

Daarbij behoren ook de gronden van de territoriale wateren, die tot een afstand van 12 zeemijl buiten de Britse kust reiken. De waarde van die maritieme portfolio wordt momenteel geraamd op een bedrag van 5 miljard pond. Dat is in belangrijke mate te danken aan de vraag naar leases voor offshore windturbines.

“De herziening van de financiering van de Britse monarchie zal dan ook rekening houden met de aanzienlijke bijkomende inkomsten die in volgende fases van de offshore windenergie voor het kroondomein mogen worden verwacht”, beklemtoonden de bronnen bij de Britse regering. Die projecten zouden het Britse kroondomein jaarlijks enkele honderden miljoenen ponden kunnen opleveren.

Elf jaar geleden werd in het Verenigd Koninkrijk de financiering van de monarchie een laatste keer hervormd. Daarbij werd de civiele lijst door de soevereine subsidie vervangen. Dat eerste jaar werd een subsidie van 31 miljoen pond toegewezen voor de betaling van de personeelskosten, officiële reizen en de kosten voor het koninklijke huishouden.

Die jaarlijkse vergoeding is echter inmiddels opgevoerd tot 51,8 miljoen pond, aangevuld met 34,5 miljoen pond voor de restauratiewerken aan Buckingham Palace, die naar verwachting ongeveer een decennium in beslag zullen nemen.

Vrijstellingen

De soevereine subsidie wordt elk jaar door een commissie van curatoren, met onder meer de Britse premier en de minister van Financiën, vastgelegd. Die jaarlijkse vergoeding kan nooit worden verlaagd. Daarvoor zou een wetswijziging noodzakelijk zijn.

Daarnaast geniet de Britse koninklijke familie ook van de winsten die de hertogdommen van Lancaster en Cornwall opleveren. De hertogdommen zijn vrijgesteld van vennootschapsbelasting. Koning Charles moet ook geen successierechten betalen.

De auteur David McClure wees er in zijn boek ‘The Queen’s True Worth’ eerder al op dat de Britse staat de monarchie op twee manieren financiert. “In eerste plaats is er de expliciete financiering, maar daarnaast ziet de overheid ook af van een belasting op het privévermogen van de soeverein”, beklemtoonde McClure toen.

De auteur liet daarbij verstaan dat de vrijstelling van belasting ervoor heeft gezorgd dat de financiering van de monarchie minder ophef heeft veroorzaakt dan anders zou kunnen worden verwacht. De steun van de staat aan de monarchie lijkt hierdoor immers minder omvangrijk dan in werkelijkheid het geval is.

De politicus Norman Baker, die voor de Liberal Democrats in het Britse parlement zetelde, kondigde aan in een schrijven aan het Britse National Audit Office een doorgedreven herziening van de soevereine subsidies te hebben gevraagd.

Baker, auteur van het boek ‘And What Do You Do?’ over de Britse koninklijke familie, wierp er daarbij op dat de inkomsten uit de vergunningen voor de offshore windmolens het fortuin van de monarchie sterk zullen doen toenemen.

(bg)

Meer