De mijnindustrie heeft een blijvende stempel gedrukt op het Belgische landschap, en door de energiecrisis is dit deel van de geschiedenis van ons land nog niet helemaal vergeten. Niet dat we ooit de oude kolenmijnen heropend zullen zien; maar op de bodem van sommige Belgische mijnen liggen verschillende zeldzame metalen waar ook de moderne industrie zo dol op is …
Vroeger waren op verschillende postcodes in ons land mijnen te vinden waar steenkool werd gewonnen; van de Waalse provincies Henegouwen en Luik tot het Vlaamse Limburg. Maar de Belgische ondergrond bevat nog veel meer verborgen schatten. Lood en zink, bijvoorbeeld, in gemeenten met welluidende namen als Calamine of Plombières, aldus de RTBF.
Ook al is de exploitatie van deze metalen gestopt en zijn de schachten gesloten, dat betekent nog niet dat deze mijnen niets interessants meer te bieden hebben. “Samen met lood en zink is er een hele reeks andere elementen die een beetje als zout en peper in deze ertsen zitten. Ik denk aan germanium, gallium en indium”, vertelde Eric Pirard, geologisch ingenieur en professor aan de Universiteit van Luik, aan de Franstalige televisiezender.
Witte olie
Deze hulpbronnen zijn erg gegeerd. Ze zijn immers noodzakelijk bij de productie van nieuwe technologieën, zoals glasvezel, touch screens en zonnepanelen. En sinds 2018 weten we dat ons land ook minstens één lithiumader herbergt, die ontdekt werd in Barchon, bij Luik, tijdens de bouw van een bedrijvenpark.
Dit is niet verwonderlijk, want er zijn ook afzettingen gevonden in Nederland en Duitsland. Maar dit witte metaal is de nieuwe olie geworden: lithium is van essentieel belang voor de ontwikkeling van batterijen voor elektrische voertuigen, en nu de energietransitie aan de gang is, neemt de vraag explosief toe en stijgen de prijzen. Dit betekent natuurlijk niet dat er in ons land voldoende lithium is om de opening van een mijn te rechtvaardigen. Maar in onze buurlanden rijst de vraag.
Dit is vooral het geval in Frankrijk, waar men ook weet dat de oude steenkoollagen in het noorden waarschijnlijk lithium en andere zeldzame metalen bevatten. “Wij weten dat wij in Frankrijk lithium hebben. […] Wij mogen onszelf niets verbieden”, zei Barbara Pompili, toenmalig minister van Energietransitie, aan het begin van het jaar.
Sommigen zagen dit als een manier om de autonomie van Frankrijk op energiegebied te versterken. Maar anderen zagen er een poging in om de zware industrie terug te brengen naar streken waar het mijnverleden nog steeds overlast met zich meebrengt. Denken we dan aan de bodem- en luchtverontreiniging, en zelfs de ziektes die veroorzaakt zijn door het stof dat de mijnen uitstootten.
Vrees voor vervuiling
Helaas is de exploitatie van deze hulpbronnen in onze ondergrond geen triviale zaak. Sommigen vrezen de vestiging van nieuwe mijnen die even vervuilend zijn als degene die in de vorige eeuw de hemel boven ons land verduisterden.
In 2018 heeft het bedrijf Walzinc, bijvoorbeeld, nog een exploratiecampagne voorgesteld naar de rijkdom van de oude afzettingen. Maar die is door het Waalse Gewest afgewezen.
Een enorme gemiste kans volgens Eric Pirard: “Wij kunnen niet leven door alle gevolgen van de industriële activiteit te externaliseren. Het is te gemakkelijk om de Chinezen de producten te laten maken die ons dagelijks comfort uitmaken. Wij moeten leren de hulpbronnen te exploiteren. Wij moeten nu de hele productieketen terugwinnen, te beginnen bij de winning van de grondstof en vervolgens de vervaardiging en recycling ervan.”
Europese witte goudkoorts
De vrees voor stof en vervuiling als gevolg van de ontginning van deze delfstoffen, om nog maar te zwijgen van het zware wegverkeer dat ermee gepaard kan gaan, blijft het grootste obstakel voor elk dergelijk project in Europa.
Voorstanders van de winning van zeldzame aardmetalen wijzen er echter op dat het om de levering van zeldzame aardmetalen aan Europa gaat, terwijl onze grondstoffen hoofdzakelijk van de andere kant van de wereld komen en het vervoer daarvan allesbehalve milieuvriendelijk is.
(lb/ns)