Japan wil rond cultuur een belangrijke industrie uitbouwen

Cultuur moet in Japan tot een belangrijke industrie uitgroeien. Dat zegt Tetsuya Kawabe, directeur van het Haneda Future Research Institute, in een commentaar op het nieuwe initiatief om Tokio om te vormen tot een wereldwijd kunstcentrum. In dat aanbod krijgen onder meer Haneda International Airport en andere plekken de status van bijzondere kunstlocaties.

“Als entree in Japan kunnen luchthavens zoals Haneda communiceren wat Japan op het vlak van cultuur en kunst heeft te bieden”, merkt Kawabe in een gesprek met de Japanse zakenkrant Nikkei op. “Japan heeft enorme culturele en artistieke bronnen, die echter vaak ondergewaardeerd worden.”

“Luchthavens zijn een ideale plek om kunst tentoon te stellen”, erkent ook Paola Antonelli, conservator architectuur en design van het Museum of Modern Art in New York. “Wanneer reizigers daar arriveren, zijn ze heel ontvankelijk voor nieuwe impressies.”

Warenhuizen

Het project om van Haneda en andere luchthavens artistieke bestemmingen te maken, vormt onderdeel van een plan van het Japanse Agentschap voor Culturele Zaken om rond de Japanse culturele activa, met name de hedendaagse kunst, nieuwe rijkdom en internationale aandacht te genereren.

“Indien alles volgens plan verloopt, moet het mogelijk zijn een nieuwe industrie te laten oprijzen”, benadrukt Kawabe.

“Het idee om van een luchthaven een artistiek centrum te maken lijkt misschien eigenzinnig, maar Japan heeft in de loop der jaren herhaaldelijk creatieve manieren bedacht om kunst als een steun voor de handel in te zetten”, aldus de Nikkei.

“Warenhuizen vormden bijvoorbeeld een belangrijke pijler van de kunstmarkt en vertegenwoordigden de voorbije jaren bijna 35 procent van de binnenlandse kunstverkoop.”

Vorig jaar verkochten Japanse warenhuizen, met teams van specialisten die de smaak van de klanten moesten inschatten, voor 67,3 miljard yen (612 miljoen dollar) aan kunst. Dat is iets meer dan het bedrag dat door de verkoop in kunstgalerijen werd verzameld. “Kunstwerken worden tevens gebruikt om regionale economieën en de bezettingsgraad van hotels en resorts te versterken”, luidt het.

Ondanks de gedane inspanningen blijft de omvang van de Japanse kunstmarkt relatief beperkt in vergelijking met andere grote economische mogendheden.

In de ranglijst met grootste economieën van de wereld staat Japan op de derde plaats. Het aandeel van het land in de wereldwijde kunstmarkt – die twee jaar geleden een waarde van 64,1 miljard dollar liet optekenen – bedraagt amper 3,2 procent.

De Verenigde Staten staan op de eerste plaats met een aandeel van 44 procent, gevolgd door het Verenigd Koninkrijk (20 procent) en China (18 procent).

Zonnebloemen

“Die situatie was echter ooit helemaal anders”, aldus de Nikkei. “Aan het eind van de jaren tachtig van de voorbije eeuw, toen de Japanse economie een hoogconjunctuur doormaakte, dreven Japanse verzamelaars de kunstprijzen wereldwijd omhoog door grote werken aan te schaffen.”

Dat was onder meer het geval met het werk ‘De Zonnebloemen’ van Vincent van Gogh, dat destijds door Yasuda Fire and Marine Insurance voor de toenmalige recordprijs van 39,9 miljoen dollar werd aangekocht.

Nadat de Japanse economie in het begin van de jaren negentig echter in een neerwaartse spiraal terechtkwam, heeft het land de interesse in de aankoop van kunst op een lager niveau moeten terugschroeven. “In de lijst met de tweehonderd grootste kunstverzamelaars in de wereld konden vorig jaar slechts vijf Japanse collectioneurs worden opgemerkt”, voert de Nikkei aan.

“Analisten wijzen er daarbij op dat Japan weinig fiscale prikkels geeft om in kunst te investeren, zoals onder meer in de Verenigde Staten het geval is. Bovendien betogen ze dat bij de Japanse rijke bevolkingsgroepen weinig interesse kan worden opgemerkt om investeringen in kunst te ondersteunen.”

Nu worden echter pogingen ondernomen om verzamelaars uit de hele wereld voor Japan als kunstbestemming te interesseren. “Gehoopt wordt dat die inspanningen kunnen helpen een industrie op te bouwen die nieuwe rijkdom kan genereren om de vergrijzende samenleving te ondersteunen”, betoogt de Nikkei.

Taro Kono, Japans minister van Administratieve Zaken, merkt daarbij op dat het aantrekken van internationale galerijen en kunstbeurzen uiteindelijk ook verzamelaars en andere geïnteresseerden zou kunnen aanzetten om een bezoek aan Japan te overwegen.

Art Week Tokio

Begin november wordt met de Art Week Tokyo een nieuw initiatief, met vijftig galerijen en musea, opgezet om het potentieel van de Japanse hoofdstad als kunstbestemming in de schijnwerpers te plaatsen.

“Ik ben ervan overtuigd dat Tokio als kunstbestemming bijzonder veel potentieel heeft”, benadrukt Adeline Ooi, directeur Azië bij de internationale kunstbeurs Art Basel, op.

“De infrastructuur is aanwezig en Japan heeft enkele van de grootste artistieke instellingen van de wereld, gekoppeld aan een enorme voorliefde voor cultuur, terwijl Tokio op vele buitenlandse reizigers een sterke aantrekkingskracht uitoefent.”

“Ondanks de uitdagingen die de coronapandemie met zich meebrengt, ligt de timing voor Tokio ook bijzonder goed”, zegt Naohiko Kishi, directeur van de Art Tokyo Association. “Met het harde optreden van de Chinese regering in Hong Kong zullen vele partijen hun kunst daar willen weghalen en naar een veiliger plek willen overhevelen. Tokio wordt als een bijzonder veilige plek bestempeld.”

“Maar om een ​​omvangrijke, internationale kunstmarkt te kunnen ontwikkelen, moet de overheid veel meer inspanningen doen”, waarschuwen diverse Japanse galerijhouders. “Er is behoefte aan gecoördineerde maatregelen, waaronder een reeks prikkels om het voor internationale galerijen gemakkelijk te maken om in Japan zaken te doen.”

“Naast fiscale kortingen op de verkoop van kunst, zou Japan huursubsidies kunnen bieden en assistentie kunnen verlenen om de taalbarrière op te lossen. Een efficiënte logistiek, een gastvrije sfeer en medewerkers met kennis van kunst die in die galerijen kunnen werken, zijn eveneens belangrijk.”

“Maar het publiek informeren over de waarde van kunst, is ook van cruciaal belang, want Japanners hebben de neiging zich op de visuele aspecten van een kunstwerk te concentreren, in plaats van op het concept achter de beelden”, merkt een aantal galerijhouders op. “Zeker bij hedendaagse kunst, die een gespecialiseerde kennis kan vergen, leidt dit tot verwarring over de waarde van specifieke werken.”

“Het is tevens belangrijk om een ​​gemeenschap van internationaal georiënteerde critici en verzamelaars te cultiveren die discussies over kunst en cultuur kunnen stimuleren.” Sommige waarnemers wijzen daarbij echter ook op de rol van de media, die in het buitenland een beeld van de levendige Japanse kunstscene zouden moeten helpen opbouwen.

Meer