Aan de vooravond van een zoveelste Overlegcomité, nu vrijdag gepland, drijft Vlaams minister-president Jan Jambon (N-VA) al stevig de spanning op. Jambon werpt zich, onder druk van het hele Vlaams Parlement, op als de grote voorvechter van een heropening van de sector. Maar of dat zal volstaan om vrijdag een doorbraak te forceren? Jambon zelf omschreef het spanningsveld perfect toen hij Groen, Vooruit, maar vooral z’n eigen coalitiepartner Open Vld opriep ‘om hem deze keer dan te steunen’. ‘Want mijn afgelopen ervaringen over dat soort steun op cruciale momenten zijn niet bepaald positief.’
In het nieuws: De cultuursector kreunt.
De details: Morgen staat er een Overlegcomité gepland, speciaal voor de sector.
- Wie er aan zou twijfelen: de corona-crisis komt ongenadig hard aan voor de cultuursector. Die blijkt in de huidige lobbycratie, waar dit land steeds meer naar afglijdt, veel minder goed in het bepleiten van de eigen zaak dan pakweg de tuincentra (hallo, Boerenbond), de kapperslobby of de machtige horecasector. Die laatste krijgt nu niet alleen de heropening van de terrassen, maar ook een bom extra zakgeld, in de vorm van een BTW-verlaging.
- Het was de federale regering die gisteren met veel bombarie de maatregelen voor de horeca aankondigde, tot grote vreugde van lobbyman Matthias De Caluwe. Voor in totaal liefst 800 miljoen euro liggen maatregelen klaar, veeleer fiscaal van aard. Het was opvallend genoeg Vincent Van Peteghem (CD&V), de minister van Financiën, die in het dossier fel aan de kar trok om de BTW voor de horeca van 12 of 21 procent te doen verlagen naar 6 procent. Zo kreeg de tot nu toe wat onderbelichte vicepremier van CD&V ook zijn momentje in de spotlights.
- Daarbij stelt zich de vraag hoe dit precies een CD&V-standpunt is, en vooral of de netto impact voor de maatschappij wel goed in het oog gehouden wordt. Economieprofessor Gert Peersman (UGent) wond er geen doekjes om: ‘Tijdelijke btw-verlagingen leiden uiteindelijk tot permanent hogere prijzen voor de consumenten en hogere winstmarges voor de leveranciers van de horeca. Bij AB Inbev en co lachen ze in hun vuistje met dit cadeau van de federale regering’, zo tweette die, daarbij schermend met voorbeelden van Finse en Hongaarse BTW-verlagingen.
- Diezelfde dag kwam Sabam, een vereniging die de rechten voor auteurs, componisten en uitgevers int, met desastreuze cijfers voor de cultuur- en eventsector. Zij zagen hun inkomsten met 99,9 procent dalen. Waar in een normaal jaar in de sector 20.000 events doorgaan, zit men nu voor de komende twee maanden aan een luttele veertig organisaties. Volgens CEO Carine Libert gaat het om een verlies van in totaal 360 miljoen euro aan inkomsten voor de cultuursector.
- De politieke keuzes die het afgelopen jaar gemaakt zijn, liegen er niet om: de focus lag systematisch op het openhouden van het onderwijs en de bedrijven. Alles wat daarbuiten viel, sneuvelde sneller. En zeker dus voor de cultuursector, die niet over een krachtig verenigd lobbywapen beschikt.
- Dit tot frustratie van een aantal tenoren, met onder meer KVS-directeur Michael De Cock, die het voortouw nam om dan maar op eigen houtje straks zijn cultuurhuis weer te openen. Maar dat hij en z’n team daarbij de regels wat zullen moeten buigen, is vooral een bewijs van hoezeer zijn hele sector in het verdomhoekje is gezet.
De essentie: De Vlaamse regering steekt nu nog eens de nek uit.
- Vlaams minister-president Jambon is toevallig zelf minister van Cultuur. Dat maakt dat hij meer dan betrokken partij is: er is sprake van een verantwoordelijkheidsgevoel naar de sector toe. Alleen is Jambon, door N-VA van bij de start van de Vlaamse regering als ‘sterke Jan’ naar voor geschoven, in heel de corona-crisis niet in staat gebleken echt weerwerk te bieden aan de tandem De Croo-Vandenbroucke, die het Overlegcomité beheerst.
- Het zijn premier Alexander De Croo (Open Vld) en minister van Volksgezondheid Frank Vandenbroucke (Vooruit) die het tempo en de aanpak bepalen, ondanks hevige tegenstand op sommige domeinen vanuit de deelstaten. Jambon vroeg en kreeg een speciaal Overlegcomité voor ‘zijn’ cultuursector en hoopt nu vrijdag één en ander te kunnen forceren.
- Daarbij is al langer geleden een ‘roadmap’ uitgewerkt: een stappenplan dat men kan volgen om de sector weer te openen. Maar dat is behoorlijk ambitieus: al op 8 mei zou een eerste fase kunnen ingaan, waarbij de sector graag met 200 mensen buiten en 100 mensen binnen de zalen wil heropenen.
- Het is maar de vraag of Vandenbroucke, die al enorme moeite had om op diezelfde 8 mei de terrassen te laten heropenen, nu meer inschikkelijk zal zijn voor die sector. Velen zien die als ‘niet-essentieel’ en laten dat ook voelen.
- Iedereen schermt daarbij met dezelfde taal, waarbij buzzwoorden als ‘bezettingsgraad’ voor de ziekenhuizen, of ‘vaccinatiegraad’ voor de bevolking systematisch herhaald worden. Maar in essentie gaat het wel om een politieke keuze: wil men voor de cultuur- en eventsector de nek uitsteken, zoals men voor de horeca blijkbaar wel doet?
- Jambon toonde woensdag in het Vlaams Parlement toch een beetje zijn frustratie hierover. ‘Het Overlegcomité van vrijdag is er op mijn vraag gekomen, speciaal voor de cultuur en de evenementen. De matrix voor het geleidelijke heropstarten van de sector zal ik daar verdedigen. Mag ik noteren dat zowel Groen, Vooruit als Open VLD het dan vrijdag op het Overlegcomité ook mee zullen goedkeuren? Want mijn afgelopen ervaringen over dat soort steun op cruciale momenten is niet bepaald positief’, zo sprak hij die partijen aan.
- Dat hij daarbij expliciet z’n eigen partner Open Vld moet noemen is pijnlijk: systematisch moet Jambon vaststellen dat hij in het Overlegcomité wel van vicepremier Hilde Crevits (CD&V) steun krijgt. Maar zijn andere coalitiepartner, de Vlaamse liberalen, zitten helemaal op de ‘federale lijn’ en laten bijgevolg de Vlaamse regering, waar ze ook deel van uitmaken, helemaal links liggen.
- Maar ook voor de groenen was het toch wel even schrikken: zij claimen in het Vlaamse Parlement systematisch ‘aanspreekpunt nummer één’ te zijn voor de cultuursector. Maar feit is dat op de Overlegcomités vanuit de groene familie maar bitter weinig druk kwam om ook effectief aan een heropening van die sector te denken.
- Ook deze keer lijkt het daarop te gaan uitdraaien. Bénédicte Linard van Ecolo is de bevoegde minister van Cultuur van de Franse Gemeenschap, de tegenhanger van Jambon dus aan de andere kant van de taalgrens. In de Franstalige pers herhaalt ze telkens dat ze ‘de eventsector steunt’. Maar ook nu gaf ze aan Le Soir al mee ‘dat het voorstel het waarschijnlijk niet zal halen‘: een uitspraak die niet bepaald geldt als schoolvoorbeeld van met het mes tussen de tanden te gaan onderhandelen.
- Voor Jambon ligt het openingspunt misschien in praktijk ook iets later dan mei: in juni zijn de meest kwetsbaren allemaal ingeënt, zo stelde de minister-president. Realistisch gezien sleept hij dus een heropening van de sector tegen dan uit de brand.
In de marge: Marc Van Ranst pocht dat hij ‘bewust de bevolking ongerust maakte’.
- Opvallend moment woensdag in de Kamercommissie rond de coronacrisis. Die onderzoekt hoe de overheid die crisis aanpakte. Viroloog Van Ranst mocht er als getuige plaatsnemen: wat hij met zichtbaar genoegen deed, mogelijk een voorafname op een haast onvermijdelijk politiek intrede in het halfrond in de toekomst. Een aantal partijen hengelde immers al actief naar zijn lidmaatschap.
- Van Ranst toonde zich daarbij van z’n gekende scherpe kant. Hij kwam met de stelling dat hij ‘doelbewust de bevolking ongerust gemaakt heeft’ bij het begin van de crisis. ‘De bevolking was nog niet heel goed geïnformeerd en absoluut niet bezorgd. Toen hebben we beslist: we doen het zelf. In de krokusvakantie vernauwt het nieuws vaak tot één onderwerp. Het moest dus toen gebeuren’, zo stelt Van Ranst zijn plannen voor, met zichzelf in heldenrol. Al is het maar de vraag wat het prijskaartje was voor dat ‘bewust ongerust maken’: de schade op menselijk en economisch vlak door de opeenvolgende lockdowns en de hysterie in de media is enorm. Maar dat lijkt allemaal niet van tel.
- Bovendien zijn de uitspraken van Van Ranst wat vreemd als ze getoetst worden aan de werkelijkheid. Zo verklaarde diezelfde Van Ranst tijdens de Zevende Dag eind februari, in die periode van de Krokusvakantie dus, het volgende, over mogelijk op skivakantie gaan: ‘Ik zou niet thuisblijven. Denk wel aan een goede handhygiëne en probeer grote mensenmassa’s te vermijden. Al is dat niet evident in bijvoorbeeld skigebieden bij de après-ski.’ Hoe die uitspraak kadert in ‘doelbewust mensen ongerust maken’, is een raadsel.
Zoals beloofd: Johan Vande Lanotte (Vooruit) komt met een tweede rapport over Sihame El Kaouakibi.
- Het was deze keer zonder een leger advocaten en zonder het gevallen parlementslid Sihame El Kaouakibi zelf, dat ‘adviseur’ (want noem hem geen ‘advocaat’ van El Kaouakibi in deze zaak) Vande Lanotte het publiek toesprak. Dat deed hij met een slechte verbinding vanuit z’n kantoortje.
- De conclusies van de professor Grondwettelijk Recht over de financiële handel en wandel van El Kaouakibi waren niet helemaal verrassend: hij blijft, zij het veel voorzichtiger dan de eerste keer, zijn cliënte verdedigen.
- Alleen was de manier waarop wel heel speciaal. Hij viel de conclusies van de voorlopige bewindvoerder van Let’s Go Urban, de vzw van El Kaouakibi, wel aan. Die had gewag gemaakt van voor maar liefst 450.000 euro aan twijfelachtige facturen en transacties.
- Vande Lanotte reduceerde dat bedrag naar zo’n 93.000 euro. Maar ook voor dat nog altijd bijzonder stevige bedrag kon ook Vande Lanotte geen ‘sluitende verklaring’ vinden: ‘Het is aan het parket, met een forensisch onderzoek, om dat uit te vissen’, zo nam hij toch een wel heel stevige slag onder de arm. ‘Er zijn te veel tegenstrijdigheden en ontbrekende bewijsstukken.’
- Ook over de spectaculaire groei van de vastgoedportefeuille van El Kaouakibi in de laatste vier jaar – ze kocht voor 2,4 miljoen vastgoed aan – had Vande Lanotte wel een antwoord: ‘Meer dan 80 procent was wel degelijk met leningen gefinancierd‘.
- Vande Lanotte ging nog eens fors door op de stelling dat El Kaouakibi slachtoffer is van een ‘digitale lynchpartij’ en dat ze ‘publiek is terechtgesteld en onthoofd‘. ‘De schade kan ze nooit herstellen. Een eerlijk proces is niet meer mogelijk’, zo stelde hij fel, om er volgende vraag aan toe te voegen: ‘Zou de aandacht even groot geweest zijn als de hoofdbetrokkene niet én politica, én vrouw, én iemand met een migratieachtergrond was geweest?’
- Dat de hoofdbetrokkene zelf wel bijzonder vaak de media opzicht in de jaren voor haar val en een vaste klant was in de weekendbijlage van sommige kranten, leek Vande Lanotte daarbij even te negeren.
- De poging tot verdediging van het Vooruit-kopstuk lijkt daarmee afgelopen. Om ‘persoonlijke redenen’ zoekt hij even de luwte op, zo gaf hij nog mee.
- Velen in de Wetstraat keken met verbazing naar de betrokkenheid van de minister van Staat in deze zaak. Zeker in de eigen partij Vooruit vond men het bepaald ‘onnodig’ dat Vande Lanotte z’n vingers ging verbranden aan de verdediging van een liberaal kopstuk.
The big picture: Misschien komt er toch iets goed uit heel de affaire.
- Wat de afgelopen maanden al meermaals in het oog sprong: de systematische afwezigheid van El Kaouakibi op haar werkplek, het Vlaams Parlement. Daarvoor volstond welgeteld één ziektebriefje, dat concludeert dat ze een burn-out heeft.
- Voor zowel arbeiders als bedienden geldt een heel ander regime: zij verliezen een deel van hun wedde bij een langdurige ziekte en kunnen zelfs controleartsen over de vloer krijgen. Zo werd dat aspect van de zaak El Kaouakibi een pijnlijke demonstratie van het feit dat parlementsleden nog steeds een heel eigen aantal privileges genieten, zowel financieel als niet-financieel. Lastig: want het zijn zijzelf die hun statuut regelen.
- Opgetrommeld door Villa Politica toonden een pak fractieleiders in het Vlaams Parlement zich bereid de zaak aan te passen. Het verst gingen Vooruit, Vlaams Belang, PVDA en Groen, allemaal behorend tot de oppositie: zij willen gerust het statuut voor bedienden overnemen en gaan toepassen op parlementsleden. Want die genieten bijvoorbeeld nu niet van een werkloosheidsuitkering, maar hebben wel een lucratieve uittredingsvergoeding.
- Maar ook Stefanie D’Hose, voorzitter van de Senaat, toonde zich bereid om dat statuut in te voeren. Dat is van belang, omdat het Vlaams Parlement de zaak niet op zijn eentje kan beslissen: dit moet in overleg met de andere parlementen in dit land. En zeker aan Franstalige kant is in het verleden al gebleken dat er weinig appetijt is om de statuten te hervormen.