Het oog wil ook wat maar de tong prikkelen blijft de essentie – domeinen in de Provence

Heerlijke dagen in de Provence spenderen, wat meer kan je een Vlaming toewensen, en een Nederlander, en een Zwitser, en een Duitser en… Uiteindelijk kom je in de Provence heel wat nationaliteiten tegen, al blijken de Belgen makkelijkst op te gaan in de streek. 

Het mag dan volop winter zijn, dromen van zomer in ons glas verwarmt ons in de nakende koude winterdagen of beter, grijze herfstdagen. Tegen volgende zomer trekken er sowieso weer veel mensen richting het Zuiden. De lokale handelaars uit de streek zien de Belgen alvast graag komen. 

Belgen? “Geen gedoe, ze drinken wat, vinden ze het niet leuk dan klagen ze daar niet over maar gaan ze gewoon elders. Hebben ze zich geamuseerd en vonden ze het lekker dan komen ze altijd terug en spenderen ze meer.” Zo gaat de wijsheid van de uitbaatster van het lokale restaurantje ‘Le Chapeau Rouge’, en daar is er maar één van, onderweg naar Simion La Rotonde. 

Eens aangekomen ter plaatse koken we uiteraard niet. Maar al te graag gaan we pizza uithalen, goed voorbereid met de bestelling die thuis al zorgvuldig gekozen was… om plots vast te stellen dat wij in een ander etablissement staan met een totaal andere menukaart. Best vreemd, gezien er maar 1 restaurant is, maar blijkbaar heeft de plaatselijke bakker ook af en toe een pizzadag, alleen is het ongekend wanneer die zou zijn. Eén stelregel telt, wie gaat bestellen, die kiest! We komen er snel uit, mogelijke discussies die volgen, dat zien we later wel. Nooit al te veel keuzestress u laten bepalen, tenzij het nou ja, over de wijn gaat. Maar daar hebben we ook een stelregel voor, je kan altijd een extra glas kiezen als het niet beviel, én als het beviel, dan bestel je een extra glas van hetzelfde.

De Provence heeft immens veel te bieden. Bij dit bezoek focussen wij op de grotere en exclusievere domeinen die we in de buurt aantreffen. Chateau La Coste in Aix-en-Provence kan daarbij niet ontbreken. Off we go.

De klant van ‘overzee’

Het moet gezegd, het is bijna aanschuiven richting de parking, dus wij zijn vol verwachting. Een tiental jaren geleden bezochten we het domein al eens. Toen deden we dat enkel voor de kunst, er was zeker nog geen grote parking zoals vandaag en het was er uiteraard minder druk. Toeristen lopen af en aan, de restaurants zitten vol en de tasting ruimte, die er toen ook nog niet was staat vol. Naast het Amerikaans Engels dat we overvloedig horen, lijkt het er op dat ook Aziaten goed de weg gevonden hebben naar het domein. 

Het domein treed je binnen door de minimalistische betonnen poort van Tadao Ando, een Japanse architect. Bij het binnenkomen staat zijn paviljoen centraal en merk je zeker nog niet dat je op een echt wijndomein bent aangekomen. Blikvanger ernaast is ‘de spin’ van Louise Bourgeois. 

Qua beleving geven ze je bij Chateau La Coste iets anders dan wat je gewoon bent. Kunst en architectuur staat hier op even grote hoogte als de wijnranken. Over de jaren heen groeit de kunstcollectie, maar dat betekent niet dat ze inboeten aan kwaliteit wat betreft hun wijnen. 

Ook al voelt een tasting niet zo authentiek als elders en is men meer gericht op de klant van ‘overzee’ – kunst met de grote K, kost geld – toch blijf je je welkom voelen en trekken ze met plezier een fles open voor je. Zelfs de flessen van het duurste soort.

Nooit teveel betalen voor rosé

‘La Bulle De Rosé’, de sprankelende rosé van Château La Coste, is een aangename wijn om mee te starten. Zeker evenwichtig en niet te prijzig voor wat je kan verlangen van een leuke bubbel. Fijnproevers zullen zoeken naar wat meer aciditeit en de wijn valt iets te snel plat in de mond. Vervolgens gaan we over naar de klassieke rosé van het huis. 

Mensen willen ook nooit te veel betalen voor hun rosé, waardoor je snel het gevoel kan krijgen dat je te veel betaalt voor wat je drinkt als iets boven de 15 euro uitkomt. Dat komt voor ons nogal over als vakjes-denken. Wij dronken ook al vaak rosé met meer diepgang dan de lichtere, eenvoudige witte wijnen die we wel duurder betaalden. Hier schenken ze een zeer degelijke rosé die net iets meer dan 16 euro kost. Je krijgt er wat kruidigheid voor in de mond en verfijnde tinten van exotische vruchten.  

Wie iets minder wil spenderen kan ook voor de ‘Rosé d’une Nuit’ gaan, maar dat vinden wij toch iets te veel naar pompelmoes neigen. Dat kan heel fijn zijn als je verfrissing zoekt, maar de subtielere hinten van pompelmoes en citrus in de ‘Chateau Rosé’ kan ons meer bekoren. 

Tot slot durven we toch te vragen of we de ‘Ad Fontes 2021’ eens mogen proeven. Voor één fles moet je toch een aardige duit kunnen neerleggen… maar de sommelier was heel erg enthousiast om ons deze rode wijn te serveren. Net geen 100 euro moet je neertellen als je dit thuis zou willen aanbieden. Het moet gezegd, dit is zeker een fantastische wijn. In de neus zeer rijk en een overvloed aan rood fruit. In de mond kracht met evenwicht, tannines die aanwezig zijn maar in elkaar overvloeien. De mengeling van cinsault, grenache en syrah is uitdrukkelijk te proeven en vloeien harmonieus in elkaar. De druiven worden handmatig geplukt en het sap rijpt ook nog eens 3 maand in amforen om dan pas gebotteld te worden. 

Desondanks dat dit een heerlijke wijn was, hebben we geen fles gekocht. Een budget hebben is soms een noodzaak.

Easy-drinking

Chateau de Mille in Apt is het oudste wijnhuis van de Luberon. Hier gaan ze prat op hun geschiedenis. De eerste vermeldingen van de Chateau dateren namelijk al van 1238 en wellicht verbouwde men hier al veel langer wijnstokken. Noem dit gerust een oogverblindend mooi domein, omringd door wijnranken voor zover je kan kijken. Je begrijpt ook meteen waarom de pausen hier in de zomer hun intrek namen. Een gids leidt je met plezier rond in de permanente tentoonstelling over het domein en zal je uitleggen dat Chateau de Mille gespaard bleef bij de religieuze oorlogen waardoor het haar pracht en activiteit nooit verloor. 

Mooie geschiedenis maar wij zijn hier om te proeven! Ons gezelschap wordt ongeduldig en spoort onze Russische host aan om de wijnen aan te brengen. Ze was wat overweldigd door het andere gezelschap in de tastingruimte. Kindjes maken lawaai en dat is niet zo evident om te spreken in een ruimte met slechte akoestiek, maar niets onoverkomelijk tolerant als wij zijn, “kids will be kids” en je kan ze maar beter jong leren dat tasten wel een tijdje duurt. De rosé waar van start mee gaan is aangenaam, te bestempelen als een droge strand of zwembadwijn. Easy-drinking met vooral syrah in de blend, heel fris en toch kwaliteitsvol voor een luttele 10 euro. Als je ter plaatse ben koop je snel een vatje van de ‘Les Clefs de Mille’ want één fles zal al snel weggedronken zijn. Amforen zijn hot vandaag de dag en de ‘Chateau de Mille Rosé’ heeft een rijping in amforen gekregen, naast de rijping op hout. Deze rosé presenteer je best met wat eten. Een lange afdronk doet je lang genieten van het aanwezige rode fruit en de zuurtjes. Door de rijping is er voldoende soepelheid en evenwicht in de wijn aanwezig. Wij zouden deze zeker aanraden om mee naar huis te nemen en u gezelschap te verrassen.

Een tasting is hier niet gratis, tenzij je voldoende aankoopt. Omdat we ons nooit laten leiden door de prijs maar wel door smaak weten we het nog niet of we iets willen kopen. De zus mag beslissen waar we dan voor gaan. Het wordt een witte wijn, de eerste van de dag. Er mag dan heel veel aandacht zijn voor de esthetische kant van de zaak, met mooie etiketten die verwijzen naar de middeleeuwse traditie, copygewijs houden ze het strak: ‘Chateau de Mille Blanc’. Deze witte wijn is een blend van vermentino, in de streek beter gekend als rolle, clairette en ugni blanc. Elke druif zorgt voor een andere smaak. De rolle geeft iets vol aan de wijn, de clairette verzorgt de florale en zoetere tinten en tenslotte maakt de ugni blanc dat er aciditeit in de wijn zit. Maar dit is net het probleem, alles zit te veel naast elkaar. Het voelt in de mond alsof er geen verbondenheid tussen de druiven is en dat is storend. Dit gaan we zeker skippen in aankoop. 

Over naar rood met de ‘Célestine 2020’. Rood krijgt dan wel een eigen naam… Onmiddellijk toasttinten in de neus zeer strek aanwezig. Deze fles rijpte 22 maand op hout en bestaat uit een blend van 70 procent grenache en 30 procent syrah. De druiven komen van de vieilles vignes wijnstokken en je proeft het helemaal. Syrah groeit het best op kleigrond en geeft een specifieke muntsmaak af. Heerlijk in deze wijn. Maar wat een kracht, er zijn veel tannines aanwezig die nog moeten versmelten. Laat deze pracht nog een paar jaar liggen, tot tien jaar om ze in volle glorie opnieuw te drinken.

Een klein geheimpje

Vervolgens hierbij een klein geheimpje, geheel onder ons… al op de eerste avond van ons bezoek in de streek hadden we wat tips gevraagd. De grande dame du bar was heel stellig: “Die Les Davids, dat is maar niets, je moet verder gaan naar Vignoble Chasson. Weinig karakter in de wijn.” 

Domaine Les Davids is echt een prachtig domein, gelegen tussen de Mont Ventoux en de bergen van de Vaucluse. Les Davids werd eerder per toeval opgericht door Sophie Leclerq, een Belgische bouwonderneemster. Ze plantte een nieuwe wijngaard neer, gelegen op 580 meter hoogte, met een volledig nieuwe wijnmakerij. Hoewel ze niet op zoek was om dit groots aan te pakken, is dat enigszins anders uitgedraaid. Naast wijn worden er ook verse producten gemaakt voor de restaurants en de luxueuze gastenverblijven op het terrein. 

Pas in 2020 opende het wijnhuis dat de Franse architect Marc Barani tekende, maar ze was al bezig sinds 2006 om wijnranken aan te planten. In 2008 volgde uiteindelijk de eerste wijnfles. Even prachtig als de natuur op het domein is deze betonnen structuur die lijkt op te gaan in de omgeving en de rotsen. Op het terras dat over het domein in de vallei uitkijkt staat een piano klaar voor de culturele happening die ’s avonds zal plaatsvinden. In de zomer organiseert de eigenares er een heus cultuurfestival “Les Estivales du Haut Calavon”. Het festival ontsproot uit de geesten van Leclerq en de eigenaars van Le Bleuet, een boekhandel in het dorpje Banon dat gekend is van de erg intens ruikende maar overheerlijke kaas. Naast het muzieklabel Harmonia Mundi dat de concerten programmeert, zijn ook de Belgische schrijfster Sophie Bousset en journaliste bij Le Soir, Béatrice Delvaux, betrokken. 

De totaalbeleving

Meer dan bij Chateau La Coste gaat het hier ook om de totaalbeleving van wat je ziet, ruikt, proeft, deelt, hoort en bespreekt met elkaar. Hier krijg je het gevoel dat je ongebreideld en zonder complexen ideeën, ervaringen, levensbeschouwingen, analyses over wat er gebeurt in de wereld, belevingen en ga zo maar door mag en moet delen met elkaar. En dat in de veilige en warme omgeving waar de lavendel bloeit en de wijnranken uitnodigen om aangeraakt te worden. Hoe zou het met de wijn zijn? Ook zo intens? 

Een state-of-the-art tasting ruimte die koel maar aangenaam aanvoelt en helemaal niet alsof je er je beste outfit voor had moeten aantrekken is het eerste wat wij zien. Hartelijkheid is een woord dat hier niet misstaat. Hartelijk worden we bediend en gevraagd waar we mee willen starten. ‘L’Ephémère’ is een subtiele rosé met veel citrustoetsen bestaand uit een blend van caladoc, syrah en viognier. Echt veel pit moet je niet verwachten, maar wel een evenwichtige rosé van 12,5 euro die niet teleurstelt. 

Van de rosé schakelen we onmiddellijk over naar ‘L’Inattendu’, een eenvoudige wijn, met veel fruit in de neus, gemaakt van cinsault en rolle. Eenvoudig in de aanzet en met een bittere toets op het einde. Niet meteen iets waar we erg van achterover vallen. Graag proeven we verder de “100 % Viognier”. We blijven grote fans van mononcépages. Een lekkere ronde en zeer evenwichtige wijn, florale toetsen in de neus en mond. De afdronk is lang en intens. Iets waar we zeker nog meer van willen drinken. 

De natuurlijke waterreservoirs op het domein trekken reeën aan die in de bossen van de Luberon leven. Voor je het weet kan je soms eentje uit het niets spotten. Wij voelen ons altijd verwend… alsof er een magisch moment gebeurt wanneer er eentje zich toont. Dat gevoel dat  die ree voor jou kiest eens deze voorbij floept… maar we zijn afgeleid in gedachten… verder proeven, laat het rood maar komen. Zal dit een magische ervaring zijn?

Te streng oordeel

De ‘100 % Marselan’ rijpte 7 maanden op hout en geeft in de neus roze peper en rood fruit met kersen in overvloed. In de mond zijn die kersen sterk aanwezig en geven ze een ietwat zure smaak af. Uiteraard verwachten wij van een jongere wijn uit 2020 geen vloeiende, soepele afdronk maar wel iets meer dan enkel zuren die overblijven. De sommelier omschreef dat als iets echt bijzonder. Hoopten wij op magie dan is dat achterwege gebleven, iets bijzonder was het wel, maar niet iets wat we graag mee naar huis zouden nemen. Te weinig finesse en precies een onvoldoende rijp product. 

Over naar de ‘100% Syrah’. De Syrah proeft subtieler en minder ‘gemaakt’. Er zijn tannines aanwezig maar niet storend, het fruit overheerst zonder dat er iets zuur te veel naar voor komt. Duidelijk meer verwevenheid in deze cépage te ontdekken. Eindigen doen we met ‘Terre de Treimars’, een assemblage van syrah, marselan en caladoc. Wij vinden deze het meest interessant omdat er meer gebeurt in de mond dan bij de andere wijnen die eerder iets vlakker proefden. De mond is rijker en complexer waarbij rood fruit vermengd wordt met een kruidenmelange. Ook hier zijn wat tannines aanwezig en gaan die verder versmelten als je de wijn nog wat laat liggen. 

Terug naar la grande dame van het dorp. Wij dachten dat ze chauvinistisch was en het moeilijk vond om de Belgen iets te gunnen. Wisten wij veel dat we toen met een enorme kenner te maken hadden die gewoon rechtuit haar mening gaf. Alleen is ze te streng, en zijn we het niet eens met dat eenzijdige harde oordeel. De wijnen zijn in evolutie en het resultaat van hard en nobel werk, ze staan hier stil bij wat ze maken en dat verdient een absolute aanrader als go-to-stop mocht je ooit eens in de buurt zijn.

Meer
Wijn Insider