Joe Kennedy Sr., de patriarch van Amerika’s bekendste familie, stopte voor de beurskrach van 1929 met aandelenhandel. Hij handelde ook in alcohol en tijdens de ‘drooglegging’ kocht hij de rechten op enkele merken en legde voorraden aan, anticiperend op het einde van de drooglegging, die er in 1933 kwam. Bij zijn dood in 1969 liet hij zijn kinderen en 28 kleinkinderen een vermogen van circa 400 miljoen dollar na. Dat fortuin zit vast in een complex labyrinth van ‘trusts’ en ‘fondsen’, dat wordt beheerd door financiële experts en specialisten, die jaarlijks slechts een klein gedeelte van de opbrengsten ervan aan de Kennedy-clan uitdelen. Het doel is altijd gebleven om het fortuin onaangetast te laten.
De vorige week overleden Ted Kennedy was een van de rijkste Amerikaanse congresleden. Zijn bezittingen worden op 150 miljoen dollar geschat, geld dat op diverse plekken was ondergebracht en volgens The Daily Beast zou de recente crisis hier weinig aan hebben veranderd. Sterker nog, vooral in de afgelopen 4 jaar zag Ted Kennedy zijn fortuin enkel verder toenemen. Zijn jaarlijkse inkomsten uit zijn vermogen varieerden van 500.000 tot 5 miljoen dollar – afhankelijk van waardeschommelingen en beurskoersen.