Herstel Amerikaanse luchtvaart vooral gedragen door budgetmaatschappijen

Het herstel van de luchtvaartsector na de coronacrisis moet in belangrijke mate aan de budgetmaatschappijen worden toegeschreven. Dat blijkt uit een rapport van analist Cirium, gebaseerd op cijfers van zestien luchtvaartmaatschappijen in Noord-Amerika over de voorbije zeven jaar. Viva Aerobus behaalde met een gemiddelde groei van 29 procent per jaar de beste score.

Er wordt aan toegevoegd dat het gebruikte vliegtuigtype het succes van een aantal maatschappijen blijkt te hebben gestimuleerd of ondermijnd.

Pandemie

“Budgetmaatschappijen in de Verenigde Staten, Canada en Mexico hebben de voorbije zeven jaar de capaciteitsgroei van de sector, uitgedrukt in available seat miles – het aantal beschikbare plaatsen vermenigvuldigd met de afgelegde afstand – gedragen”, merkt Cirium op.

“De coronapandemie, die de sector zwaar heeft getroffen, heeft de totale capaciteit begrijpelijkerwijs afgeremd”, wordt in het rapport opgemerkt. “Maar de voorbije twee jaar beleefden beleefden de meeste luchtvaartmaatschappijen een positieve comeback. De budgetmaatschappijen bleken daarbij de beste prestaties op te tekenen.”

Southwest Airlines – die als één van de pioniers van de budgetluchtvaart wordt betempeld – eindigde op de laatste plaats. Dat zou volgens Cirium mee in de hand worden gewerkt door het gebruikte vliegtuigtype.

De vloot van Southwest bestaat immers uitsluitend uit toestellen die door de Amerikaanse constructeur Boeing waren geleverd. Southwest was daarbij ook een van de eerste maatschappijen die met het type 737 Max van Boeing vloog.

Dat toestel werd echter na twee crashes – waarbij in totaal 346 mensen om het leven kwamen – gedurende twintig maanden aan de grond gehouden. Die problemen zorgden ervoor de Southwest vier jaar geleden nul capaciteit kon toevoegen.

De maatschappijen die de beste prestaties lieten optekenen – Viva Aerobus, Spirit, Frontier en Volaris – bleken daarentegen uitsluitend met toestellen van Airbus te vliegen.

Viva Aerobus

Viva Aerobus liet over een periode van zeven jaar een groei met 29 procent optekenen. Daarmee liet de maatschappij uit Apodaca (Mexico) de sterkste toename in de Noord-Amerikaanse luchtvaart noteren. Spirit Airlines, Frontier Spirit Airlines, Volaris en Air Canada deelden de tweede plaats met een gemiddelde groei van 15 procent.

Daarna volgden WestJet (13 procent), Azul Airlines (12 procent), Hawaiian Airlines (10 procent), Allegiant Airlines (9 procent), JetBlue Airways (8 procent), Aeromexico (8 procent), Alaska Airlines en United Airlines (5 procent), American Airlines en Delta Airlines (3 procent) en Southwest Airlines (2 procent).

Ook voor de uitbraak van de coronacrisis had VivaAerobus al een jaarlijkse gemiddelde groei met 29 procent laten optekenen, gevolgd door Spirit (18 procent), Frontier (17 procent) en Volaris (14 procent). Azul stond op dat ogenblik nog op een vijfde plaats (12 procent).

De laatste plaats werd op dat ogenblik nog ingevuld door American Airlines (1 procent), voorafgegaan door Southwest Airlines, United Airlines en Delta Airlines (3 procent). Na de uitbraak van de coronacrisis moest drie jaar geleden een terugval tussen 4 procent (Allegiant) en 65 procent (Air Canada) worden gemeld.

De Canadese maatschappen lieten twee jaar geleden, onder de invloed van aanhoudende reisbeperkingen, nog altijd een inkrimping optekenen. Air Canada liet anderzijds met een groei van 149 procent het voorbije jaar de sterkste stijging optekenen.

Meer