Helft ongevaccineerde kinderen woont in Afrika: ‘Veel wantrouwen in overheden’

De helft van ‘s werelds niet- en ondergevaccineerde kinderen woont in Afrika. Wantrouwen in de lokale en nationale overheden speelt een belangrijke rol bij de achterstand in kindervaccinatie op het continent, zo blijkt uit nieuw onderzoek. 

De vaccinatiegraad van kinderen in Afrikaanse landen ligt aanzienlijk lager in gebieden waar de plaatselijke bevolking een groot wantrouwen heeft tegenover de plaatselijke autoriteiten. Tot die conclusie komen onderzoekers van de Universiteit Antwerpen, UCLouvain, Lancaster University en het International Food Policy Research Institute (IFPRI). 

Uit de studie, gepubliceerd in het vaktijdschrift BMJ Global Health, blijkt dat wantrouwen in de lokale autoriteiten, de regering, rechtbanken of het kiesstelsel een belangrijke rol speelt voor ouders om hun kinderen al dan niet te laten vaccineren. Zelfs wanneer kinderen uit gezinnen met vergelijkbare sociaaleconomische kenmerken, die in hetzelfde gebied wonen en vergelijkbare toegang tot gezondheidszorgfaciliteiten hebben, met elkaar worden vergeleken.

Groot wantrouwen

Het internationale team bestudeerde informatie over de status van kindervaccinaties voor bijna 167.000 kinderen in 22 Afrikaanse landen en koppelden die aan informatie over het vertrouwen dat mensen hadden in de lokale en nationale autoriteiten. Er werden aanzienlijk minder kinderen ingeënt in regio’s waar de mensen geen vertrouwen hadden in de rechtbanken, het parlement, het staatshoofd en de lokale overheid. 

Wanneer het wantrouwen in de lokale overheid bijvoorbeeld met 10 procentpunten toenam, hadden kinderen in die regio 11 procent meer kans om geen van de acht basisvaccins te krijgen en 3,4 procent minder kans om alle acht de basisvaccins te krijgen. Met basisvaccins wordt bedoeld: het BCG-vaccin, drie doses van het gecombineerde difterie-, pertussis- en tetanusvaccin; drie doses van het poliovaccin en een dosis mazelenbevattend vaccin. 

‘Vaccintwijfel werd al vóór de COVID-19-uitbraak erkend als een van de belangrijkste bedreigingen voor de wereldgezondheid, maar werd vooral gedocumenteerd in landen met hoge inkomens zoals Frankrijk of de Verenigde Staten’, zegt coauteur Jean-Francois Maystadt van de Lancaster University en de UCLouvain. ‘Onze kwantitatieve analyse toont aan dat institutioneel wantrouwen een belangrijke hinderpaal is voor het bereiken van universele kinderimmunisatie in Afrika en een aanzienlijk risico vormt voor vaccinatiecampagnes – die nu belangrijker zijn dan ooit.’

Ruimte voor antivaxers

Op basis van hun resultaten stellen de onderzoekers dat het dringend tijd is het belang van wantrouwen in vaccinatiecampagnes te erkennen. ‘Het lijdt geen twijfel dat de Covid-19-vaccinatie in Afrika wordt beperkt door aanbodbeperkingen en enorme logistieke uitdagingen’, vervolgt Maystadt. ‘Maar zelfs als wereldwijde toewijzingsmechanismen zoals Covax (het initiatief om vaccins naar arme landen te brengen, red.) of de beschikbaarheid van nieuwe vaccins deze uitdagingen zouden overwinnen, zouden we nog steeds mensen moeten overtuigen om zich te laten vaccineren.’

Het gebrek aan actie laat volgens Maystadt ruimte voor antivaxers, dit ‘in een context waarin de traditionele geneeskunde in verschillende Afrikaanse landen al te ver is doorgeschoten – wat ernstige gezondheidsrisico’s met zich meebrengt voor individuen en het continent als geheel.’

Samenwerken met lokale gemeenschappen

Nu de pandemie heeft geleid tot de afgelasting van verschillende immunisatiecampagnes, roepen de auteurs op tot een ‘op vertrouwen gebaseerd’ beleid om de naar schatting 2,6 miljoen kinderen onder de vijf jaar te beschermen die tegen 2030 het risico lopen te sterven als gevolg van ziekten die door vaccinatie kunnen worden voorkomen.

Coauteur Kalle Hirvonen (IFPRI) stelt dat het belangrijk is om samen te werken met lokale gemeenschappen in Afrika en om betrouwbare politieke of religieuze leiders ruimte te bieden voor dialoog. ‘Er zijn echter nog veel onzekerheden over hoe initiatieven aan de basis kunnen worden opgeschaald, en er moeten vragen worden gesteld over de rol van sociale media binnen lokale gemeenschappen’, zegt Hirvonen. 

‘In een post-Covid-wereld waar de mobiliteit beperkt is en mensen meer geïsoleerd zijn, hebben we gezien dat sociale netwerken ideale platforms zijn geworden voor het verspreiden van antivaccinatiestandpunten.’

Meer