G7-landen stemmen in met prijsplafond voor Russische olie, om zo oorlogskas van Kremlin uit te putten

De G7 heeft vrijdag ingestemd met een prijsplafond voor Russische olie. Op deze manier wordt gepoogd om de Russische winsten op de verkoop van het zwarte goud te beteugelen en zo de oorlogskas van Moskou uit te putten.

De ministers van Financiën van de Groep van Zeven (G7), het intergouvernementeel forum van zeven vooraanstaande industriële staten, kwamen op vrijdag overeen dat zij vanaf 5 december zullen weigeren olie uit Rusland aan te kopen, indien deze wordt verkocht tegen een prijs die hoger is dan een onderling afgesproken prijsplafond.

“Het prijsplafond is specifiek bedoeld om de inkomsten van Rusland en het vermogen van het land om zijn oorlog te financieren, te verminderen. Tegelijk moet de maatregel de mondiale energieprijzen drukken, met name voor lage- en middeninkomenslanden”, aldus de G7 in een verklaring. 

Hoe hoog het plafond precies komt te liggen, is nog niet bekend. Dat zal afhangen van een “breed scala van technische factoren” en wordt door de landen gezamenlijk besloten. Maar bronnen uit Washington hebben het tegen Reuters over een plafond van 40 tot 60 dollar per vat.

Energie-analisten waren volgens CNBC echter zeer sceptisch en waarschuwden dat het beleid averechts zou kunnen werken als belangrijke verbruikers zoals China en India er niet bij betrokken worden.

“Het is een experiment dat nog nooit is uitgevoerd. Er zijn in het verleden wel allerlei embargo’s en blokkades geweest, maar hoe dit gaat uitwerken is moeilijk in te schatten”, zegt Aad Correljé, energie-expert en universitair hoofddocent aan de TU Delft, tegen het Nederlandse RTL Nieuws.

Russische winsten

In juni verdiende het Kremlin 700 miljoen dollar meer uit olie dan tijdens mei, meldde het Internationale Energieagentschap (IEA). Dat ondanks het feit dat Rusland tijdens die maand dagelijks 250.000 minder vaten ruwe olie afleverde. Het land exporteerde toen 7,4 miljoen vaten per dag, de laagste output sinds augustus 2021.

Destabilisering van mondiale markt

In de aanloop van de aankondiging op vrijdag, waarschuwde Moskou dat het geen olie meer zal verkopen aan landen die het prijsplafond hanteren en dat het opleggen van een limiet zou leiden tot een aanzienlijke destabilisering van de mondiale oliemarkt.

“We zullen eenvoudigweg geen olie en petroleumproducten leveren aan dergelijke bedrijven of staten die beperkingen opleggen”, vertelde vice-premier Alexander Novak op donderdag aan verslaggevers van het staatspersbureau TASS.

Volgens het IEA zijn de stromen van Russische ruwe olie en andere olieproducten naar de Verenigde Staten, het Verenigd Koninkrijk, de Europese Unie, Japan en Zuid-Korea met bijna 2,2 miljoen vaten per dag gedaald sinds het begin van de oorlog in Oekraïne.

Echter is een groot deel van deze daling omgeleid naar andere markten, wat de schatkist van Moskou verder aanvulde. Zo zei de Braziliaanse president Jair Bolsonaro dat hij zich niet zal houden aan de door het Westen opgelegde sancties en overweegt hij om nog meer Russische olie te importeren. 

Gasprijs

Daarom wil het Westen naast een prijsplafond nog andere maatregelen nemen. Zo zal de EU vanaf december een embargo op Russische olie invoeren en in februari zal ook de import van olieproducten aan banden worden gelegd. 

Op vrijdag sprak Ursula von der Leyen, voorzitter van de Europese Commissie, daarnaast haar steun uit voor een prijsplafond voor Russisch gas. “De tijd is rijp voor dergelijke maatregelen”, zei ze tijdens haar bezoek in het Duitse Marnau. Hoe een prijsplafond in het geval van gas precies zou werken, is nog niet duidelijk. Volgende week vrijdag komen de EU-ministers die over energie gaan samen voor een noodvergadering over de gestegen prijzen.

Meer