Erfenis gekregen: hoe kan je die delen met je kinderen zonder extra belastingen te betalen?

Wanneer je als ouder een erfenis ontvangt, wil je dat doorgaans delen met je kinderen. Maar hoe kan je dat doen zonder dat je daarop extra belastingen moet betalen?

Als ouder heb je niet altijd nood aan de volledige erfenis die je krijgt. Je hebt inmiddels je woning afbetaald en een mooi spaarpotje opgebouwd. Dat is niet zo voor je kinderen. Die zijn doorgaans net gestart met hun eerste job of hebben al hun spaargeld geïnvesteerd in hun eerste woning. Je wilt ze dan ook een financieel duwtje in de rug geven door hun een deel van de erfenis te geven.

De erfenissprong

Je kan dat op verschillende manieren doen zonder dat je daar fiscaal wordt voor afgestraft. Zo kan je bijvoorbeeld de erfenis weigeren. Op die manier komen de kinderen rechtstreeks in aanmerking voor de nalatenschap. Dat wordt ook wel een erfenissprong genoemd. Het grote voordeel van deze manier van werken is dat de fiscus slechts één keer erfbelastingen int. Wanneer je de erfenis voor jezelf houdt, moeten je kinderen nogmaals erfbelastingen betalen op het gedeelte dat overblijft wanneer jij komt te overlijden.

In Vlaanderen is de erfbelasting afhankelijk van de band tussen de erfgenaam en de erflater en het geërfde bedrag. Hoeveel je exact betaalt, wordt berekend op basis van verschillende belastingschijven. Erfgenamen in rechte lijn en partners betalen bijvoorbeeld op de eerste schijf tot 50.000 euro 3 procent erfbelastingen. Dat tarlief kan oplopen tot 27 procent.

Voorts moeten je kinderen bij een erfenissprong slechts belastingen betalen op hetgeen ze ontvangen. Als je meerdere kinderen hebt, wordt de erfenis in kleinere stukken opgedeeld waardoor elk kind minder belastingen moet betalen.

De erfenissprong is weliswaar niet zo’n populaire optie omdat de ouder dan moet afzien van de volledige erfenis.

Doorgeefschenking

Een populaire optie om je kinderen te laten meegenieten van de erfenis is de doorgeefschenking. Vlaanderen introduceerde in 2018 dat systeem, gevolgd door Wallonië in 2019. In Brussel bestaat de doorgeefschenking momenteel niet.

“Terwijl er in 2019, het eerste jaar na de invoering van de doorgeefschenking, in totaal 265 keer gebruikt van werd gemaakt, liep dit in 2021 al op tot 1013 of bijna 20 keer per week,” liet Vlaams volksvertegenwoordiger Katrien Schryvers (cd&v) vorig jaar weten op basis van cijfers die ze had opgevraagd. “In totaal werd de doorgeefschenking in de periode september 2018 tot en met december 2021 niet minder dan 1909 toegepast. Daarbij werden maar liefst 3689 (klein)kinderen begunstigd.”

Bij een doorgeefschenking schenk je een deel van de erfenis binnen het jaar aan je kinderen. Je kan dan de betaalde erfbelasting aftrekken van de verschuldigde schenkbelasting. Doorgaans moeten de kinderen dan geen belastingen meer betalen omdat de schenkbelasting lager ligt dan de erfbelasting. Je kan zowel roerende als onroerende goederen schenken op die manier.

In Vlaanderen betaal je voor roerende goederen in rechte lijn 3 procent schenkbelastingen. Voor onroerende goederen wordt er gewerkt met belastingschijven. De tarieven in rechte lijn schommelen in dat geval van 3 tot 27 procent.

De grote troef van een doorgeefschenking is dat je zelf bepaalt hoeveel je kinderen in handen krijgen. Op die manier kan je zelf nog een deel van de erfenis houden. Hoe dan ook moet een doorgeefschenking voor de notaris gebeuren en kan je enkel een beroep doen op die regeling als je al de erfbelasting betaald hebt.

(kg)

Meer