Elektrische mobiliteit confronteert Britse autobouw met existentieel probleem

Indien het Verenigd Koninkrijk niet in staat blijkt om een groter aantal fabrieken voor de productie van batterijen te bouwen, dreigt het land ver achterop te raken in de race voor de uitbouw van een nieuwe industrie rond elektrische wagens. Bovendien kan het probleem bijzonder snel een acute vorm krijgen. Daarvoor hebben een aantal experts gewaarschuwd. Tegelijkertijd wordt opgemerkt dat er met een aantal belangrijke hindernissen rekening moet worden gehouden.

“Autofabrikanten willen de productie van elektrische wagens snel opvoeren”, merken de analisten op. “Tegelijkertijd dreigt een wijziging in de regels voor de internationale handel na de brexit de opties voor een invoer van goedkope Aziatische batterijen in het Verenigd Koninkrijk te beperken.”

“De Britse economie zou dan ook snel een aantal batterijfabrieken moeten bouwen. Er dreigt echter een tekort aan geschikte locaties voor de vestiging van gigafactories, terwijl een aantal fabrikanten aangeeft op een aanvoer vanop het Europese vasteland te rekenen.”

Uittocht

“Er wordt dan ook geopperd dat de Britse overheid meer inspanningen moet doen om de bouw van batterijfabrieken te stimuleren”, merken de analisten nog op. “Anders dreigen een aantal autofabrikanten het land te verlaten. Door die uittocht zou een industrie met ongeveer 170.000 werknemers in het gedrang kunnen komen.”

De Britse regering heeft een budget van 1 miljard pond gereserveerd voor de ondersteuning van een eigen toeleveringsketen voor elektrische wagens. Volgens experts zal het land vier tot zes grote gigafactories nodig hebben om een gezonde autoproductie in stand te houden. Momenteel is er een kleine fabriek van Nissan, met een capaciteit van 1,9 gigawattuur, operationeel in Sunderland.

Daarnaast zijn er nog twee grotere vestigingen gepland. Startup Britishvolt bouwt in Blyth een fabriek van 38 gigawattuur. In Sunderland wil Nissan een tweede fabriek met een capaciteit van 9 gigawattuur bouwen. Die capaciteit zou eventueel tot 25 gigawatt kunnen worden uitgebreid.

“Het Verenigd Koninkrijk is goed op weg om voldoende capaciteit uit te bouwen om een productie van elektrische wagens uit te bouwen die wereldwijd kan concurreren”, merkt een woordvoerder van het Britse ministerie voor Economie, Energie en Industriële Strategie, op.

De analisten wijzen er echter op dat in de Europese Unie momenteel al tientallen fabrieken worden gebouwd of zijn gepland. “De Europese Unie heeft voor de ondersteuning van batterijfabrieken 2,9 miljard euro uitgetrokken”, beklemtonen zij. “Individuele lidstaten stellen bovendien nog extra middelen beschikbaar.”

Consulent Benchmark Mineral Intelligence voorspelt dat het Verenigd Koninkrijk tegen het midden van het volgende decennium minstens 175 gigawattuur batterijcapaciteit nodig zal hebben om ongeveer drie miljoen elektrische voertuigen te ondersteunen.

Verwacht wordt dat het Verenigd Koninkrijk tegen eind dit decennium een capaciteit van 56,9 gigawattuur zal bereiken, tegenover 821,3 gigawattuur voor de Europese Unie. Daarbij zou het Verenigd Koninkrijk op het gebied van capaciteit onder meer Duitsland (met zeven geplande gigafactories), Frankrijk, Hongarije, Zweden, Polen en Noorwegen moeten laten voorgaan.

Oorsprongsregels

“Een eventuele import uit andere werelddelen wordt delicaat”, zeggen de analisten nog. “Er moet immers rekening worden gehouden met de oorsprongsregels van de Europese Unie. Over vijf jaar zullen hierdoor minstens 70 procent van de bestanddelen van de batterijen voor elektrische wagens in de Europese Unie of het Verenigd Koninkrijk zijn vervaardigd.”

“Indien aan die eis niet wordt voldaan, zullen invoerheffingen worden aangerekend. De Europese Unie is echter de belangrijkste afzetmarkt van de Britse economie. Een dergelijk probleem kan dan ook zware gevolgen hebben.”

Nog wordt opgemerkt dat de batterijen met hun groot gewicht een dure transportkost zouden hebben. Een lokale productie is dan ook aangewezen. Gigafactories hebben echter terreinen met een grote oppervlakte nodig en moeten over omvangrijke hoeveelheden hernieuwbare energie en water kunnen beschikken.

“Dergelijke locaties zijn in het Verenigd Koninkrijk echter zeldzaam”, laat Peter Rolton, topman van Britishvolt verstaan. Zijn bedrijf zou honderdvijftig Britse sites hebben overwogen, maar alleen in Blyth een geschikte locatie hebben gevonden.

De site in Blyth is gevestigd op een oude steenkoolsite van een elektriciteitscentrale. Daar was veel goedkope grond en een aansluiting op het elektriciteitsnet beschikbaar, terwijl de nabijheid van een zeehaven de gemakkelijke aanvoer van materialen mogelijk maakt.

“Indien er geen Britse gigafactories beschikbaar zijn, zullen de autofabrikanten naar andere locaties verhuizen”, stippen de analisten nog aan. Bij de autobouwers met een Britse productie – zoals Stellantis, Bentley, BMW of Jaguar Land Rover – zijn er momenteel alvast geen concrete plannen om zich met Britse batterijen te bevoorraden.

Adrian Hallmark, chief executive van Bentley, verwijst ook naar de grote verscheidenheid van automodellen die in het Verenigd Koninkrijk worden gebouwd. “Hierdoor zouden in een gigafactory ook verschillende soorten batterijen moeten worden gebouwd”, meent hij. “Dat zal economisch nooit haalbaar zijn. Een export naar het Europese vasteland is eveneens problematisch, want daar zijn er veel landen met een eigen batterijplan.”

“Omdat de Britse autosector in belangrijke mate voor de Europese markt werkt, zullen de fabrikanten voor een goedkopere batterijproductie op het Europese platteland kiezen”, stipt Andy Palmer, topman van autobouwer Switch Mobility en batterijfabrikant InoBat, aan. “Er moet dan ook worden gevreesd dat batterijen de Britse autobouw met een existentieel probleem confronteren.”

(ns)

Meer