Coronacrisis deelt nooit geziene klappen uit aan euro-economie

Tijdens de eerste drie maanden van het jaar kromp de economie van de eurozone met 3,8 procent, ten opzichte van het voorgaande kwartaal. Ook de werkloosheid steeg voor het eerst in zeven jaar. Het handelsblok ondergaat de grootste economische malaise sinds de eenheidsmunt werd opgericht in 1999. 

In Frankrijk en Spanje daalde de economische productie met meer dan vijf procent, zulke dalingen werden niet meer gezien sinds het einde van de Tweede Wereldoorlog. 

De cijfers komen naar buiten in een kwartaalrapport van Eurostat, en ze beslaan enkel het eerste trimester. Aangezien de meeste lockdowns rond half maart begonnen, ziet het er naar uit dat het kwartaal dat in april begon nog slechter zal zijn. 

De werkloosheid in de eurozone steeg tot 7,4 procent in maart. Sinds 2013, het dieptepunt van de schuldencrisis, was die gestaag aan het dalen. Dat herstel is nu dus gebroken. Mensen die zoals bij ons in een systeem van tijdelijke werkloosheid zitten worden niet meegeteld in dat cijfer. De werkloosheidsgraad zal zo goed als zeker nog verder stijgen, aangezien luchtvaartmaatschappijen en autofabrikanten het mes in het personeelsbestand zetten door de gekelderde verkoop.

Inflatie in de eurozone daalde van 0,4 procent in april. Het kwam van 0,7 procent in maart. Door de dalende olieprijzen zien we het laagste inflatiecijfer sinds 2016. De prijzen voor voedsel, alcohol en tabak schoten wel de lucht in.

Zulke economische rampspoed zet extra druk op regeringen en de Europese Centrale Bank om stimuleringsmaatregelen te lanceren.

Meer