Zal de klimaatcrisis Bourgogne dwingen tot het introduceren van nieuwe druivenrassen?

Wijnexpert Frank Van der Auwera laat z’n, eigengereide, licht schijnen over de wijnactualiteit.

Toen het ‘Institut National des Appellations d’Origine’ (INAO) en de beleidsmakers in de Bordelais ‘van moetes’ besloten om in deze appellatiecluster – weliswaar voorlopig zeer restrictief en op bescheiden schaal – te experimenteren met streekvreemde druivenvariëteiten, ging er een schokgolf door de handel en vooral bij de klassieke bordeauxdrinkers. Want ging hun geliefkoosde cru straks zijn eeuwenlang karakter en personality niet kwijtspelen door die verduivelde klimaatopwarming en de effecten ervan op de lokale wijnbouw?

Maar zoals we toen reeds stelden: geen enkele wijnregio of appellatie kan de ogen sluiten voor wat het klimaat in petto heeft, en zich dus al beter voorbereiden op meer droogte- en ziekteresistente druivenrassen die de traditionele blends potentieel kunnen aanvullen.

En kijk, zelfs Bourgogne, deze andere ‘evergreen’ en trots van de Franse wijnindustrie, heeft deze boodschap nu eveneens begrepen.

Klavertje drie

Dit voorjaar werd er immers het webinar ‘Vinosphère Bourgogne’ georganiseerd door het B.I.V.B. (Bureau Interprofessionnel des Vins de Bourgogne) waarbij onderzoekers diverse scenario’s voorstelden om de klimaatverandering in en rond de Côte d’Or te tackelen. Met als dé hamvraag: zijn de Pinot Noir (in rood) en Chardonnay (in wit), de historische sterkhouders van zoveel beroemde en beruchte appellaties, op termijn gedoemd om uit Bourgogne te verdwijnen? Of tenminste nieuwe concurrenten te accepteren?

Het goede nieuws: zelfs de meest kritische of pessimistische researcher gaf toe dat er nog steeds toekomst genoeg is voor dit dynamische druivenduo. Maar iedereen was het er wel over eens dat er dringend maatregelen en oplossingen dienen uitgedokterd om de komende klimaatproblemen tijdig op te vangen.

De voorstellen draaiden eigenlijk om drie mogelijke oplossingsstrategieën.

Eerste piste: er moet veel meer onderzoek geïnvesteerd worden in de beste klonen van beide basisvariëteiten. Klonen die zich van nature het makkelijkst aanpassen aan de snel wijzigende omstandigheden. Daar ligt nog veel werk op de plank.

Tweede piste: wijnbouwers kunnen al een deel van het probleem opvangen door bij hun aanplant consequent te kiezen voor onderstammen die beter bestand blijken tegen langere periodes van extreme droogte, waterschaarste en hitte.

Derde piste:  misschien de meest controversiële voor veel puristen is de suggestie dat ook Bourgogne de deur moet openzetten voor nieuwe, dus voorlopig nog streekvreemde, druivenvariëteiten.

Viva VIFA?

Tijdens het webinar werden op dat terrein zelfs al een aantal suggesties gelanceerd. Zo bezit de Savagnin, druif uit de Jura met een hoge aciditeit, veel potentieel om in de Bourgogneregio te aarden, net trouwens zoals zijn Griekse compagnon Assyrtiko.

Ook in rood werden een aantal alternatieven gesuggereerd, waaronder de alom gekende Syrah die nu reeds zo’n stempel drukt in Zuid-Frankrijk, de Noord-Griekse Xinomavro en zelfs de Italiaanse Nebbiolo: volgens onderzoekers kunnen deze variëteiten ook prima klikken met het Bourgondische terroir.

Zo’n vaart loopt het de eerste vijf à tien jaar echter niet.

Net zoals in Bordeaux zit alles echter nog in de experimenteerfase en gaat het om planning voor de langere termijn. Maar wijnbouwers mogen dus nu ook in Bourgogne blijkbaar aan de slag gaan met deze experimentele percelen (maximaal vijf procent van hun wingerdoppervlakte) en ‘vreemde’ variëteiten, de zogenaamde VIFA’s (Varietés d’Intérêt à Fin d’Adaptation).

En, opnieuw vergelijkbaar met Bordeaux, mogen deze VIFA’s later hooguit tien procent van de nieuwe blend uitmaken.

Lees ook: Franse wijnboeren maken trieste balans op na ‘ergste vorst in decennia’

Meer