België hoort met staatsschuld van 114 procent bij Club Med-landen: Maastrichtnorm is dood, maar wat komt er in de plaats?

De Belgische schuldgraad is gestegen tot 114 procent van het bruto binnenlands product, of het hoogste niveau sinds 1999, en ons land behoort tot een duidelijk afgescheiden ‘kopgroep’ van 7 eurolanden met een heel hoge staatsschuld. Dat zijn enkele van de vaststellingen die Jean Deboutte, de directeur van het Federaal Agentschap van de Schuld, eerder deze week maakte in de Kamercommissie Financiën.

  • 515 miljard euro. Zo veel bedroeg de Belgische staatsschuld eind 2020, na een stijging met 10 procent in amper een jaar. Dat had natuurlijk alles te maken met de coronacrisis. Net als in alle andere landen van de eurozone was een strak beheer van de overheidsfinanciën even geen prioriteit meer, want alle middelen waren goed om een langdurige economische depressie door de coronapandemie te vermijden.
  • De Belgische schuldgraad, de schuld tegenover het bruto binnenlands product, komt daardoor uit op 114 procent. Zowel de teller als de noemer speelden mee: het grote overheidstekort deed de schuld aanzwellen en het bbp viel fors terug door de coronacrisis.
  • Deboutte plaatste dat in historisch perspectief: ‘Dat is geen record – in 1993 haalden we volgens de vroegere rekenmethode 137 procent – maar wel een terugkeer naar het niveau van 1999, toen de schuldgraad 115 procent bedroeg. We zijn dus de inspanningen van ruim twintig jaar weer kwijt.’
Jean Deboutte – Isopix

Club Med

  • De hele eurozone evolueerde over dezelfde periode nog slechter. In 1999 bedroeg de gemiddelde staatsschuld in de eurozone een kleine 72 procent. Dat is opgelopen tot 98 procent. ‘Dat is dan weer wel een historisch record, want het is het hoogste peil ooit voor de muntunie’, stipte Deboutte aan. De eurozone nadert zo met rasse schreden de psychologische kaap van 100 procent.
  • De kloof tussen de Belgische en de Europese staatsschuld is daardoor kleiner in vergelijking met 1999. Toen lag de Belgische schuldgraad ruim 43 punten boven de Europese, nu is dat verschil maar 16 punten.
  • Wil dat zeggen dat België almaar beter presteert op het vlak van staatsfinanciën en niet meer tot de slechtste leerlingen van de eurozone behoort? Dat is dan weer te veel gezegd, want ons land behoort tot een duidelijk afgescheiden groep van 7 landen met een veel hogere staatsschuld dan de rest. Behalve België gaat het om de landen die tijdens de eurocrisis van zowat tien jaar geleden de stempel ‘Club Med-landen’ opgekleefd kregen.

Eurolanden met de hoogste schuldgraad (in % van het bbp) – bron: Eurostat

1. Griekenland205 procent
2. Italië156 procent
3. Portugal134 procent
4. Spanje120 procent
5. Cyprus118 procent
6. Frankrijk116 procent
7. België114 procent
  • Het goede nieuws volgens Deboutte is dat we vroeger op plaats 6 stonden, nog slechter dus. Het slechte nieuws is dat de kloof tussen de 7 landen en de rest van de eurozone groot is. Nummer acht, Oostenrijk, volgt op ruime afstand, met een schuldgraad van 84 procent.
  • Hij verwacht evenwel niet dat het tot een nieuwe schuldencrisis komt, zoals tien jaar geleden toen beleggers speculeerden tegen de zwakste eurolanden. ‘Er is wel één belangrijke voorwaarde: de eurozone mag niet uiteenvallen‘, zo maakte hij een belangrijke disclaimer.

Maastrichtnormen

  • Kent u de Maastrichtnormen uit 1991 nog? Die schrijven onder meer voor dat de eurolanden moeten streven naar een staatsschuld onder 60 procent. Dertig jaar later mogen die normen de prullenmand in, want amper 7 van de 19 landen respecteren het schuldcriterium, waaronder Nederland (54 procent). Zelfs het doorgaans zo gedisciplineerde Duitsland (bijna 70 procent) zit erboven. ‘
  • Er is stilaan consensus binnen de eurozone dat er iets in de plaats moet komen’, bevestigde Deboutte. ‘Verscheidene economen hebben al voorstellen gedaan, dat debat zal zeker verder gaan.’
  • Volgens de Nationale Bank stevent de Belgische staatsschuld de komende jaren af naar een niveau van 120 procent. Net als anderen ziet Deboutte dat als een nieuwe psychologische grens die best niet overschreden wordt. ‘120 procent is te veel, 60 procent is onhaalbaar laag. Maar wat het nieuwe streefcijfer voor de Belgische staatsschuld wordt? Dat weet ik ook niet.’

Quid ECB?

  • Een hoge staatsschuld hoeft per definitie geen probleem te zijn, legde Deboutte nog uit. Alles hangt af van de rentelasten die eraan vasthangen. Blijven die relatief laag en stabiel, zoals de voorbije jaren dankzij de historisch lage rentepercentages die voor sommige looptijden zelfs onder nul doken, dan is er geen groot probleem. Maar als de rentestanden op de financiële markten zouden stijgen, dan stijgen de jaarlijkse rentelasten met enkele honderden miljoenen euro’s en in extreme scenario’s met miljarden euro’s. Dat zou de manoeuvreerruimte voor de overheidsbegrotingen stevig inperken.
  • ‘We zien dat de rentestanden sinds begin dit jaar licht aan het stijgen zijn. Het effect daarvan op de rentelasten zal maar met vertraging te zien zijn: een beetje vanaf 2022 en vooral vanaf 2023’, verklaarde Deboutte.
  • Misschien wel de belangrijkste vraag voor de oplopende staatsschulden in de komende jaren: in welke mate zal de Europese Centrale Bank haar beleidsrentes optrekken bij hoge inflatie? Enkele voormalige hoofdeconomen van de ECB, waaronder de Belg Peter Praet, suggereerden deze week dat de ECB rekening zal houden met de rente-impact op de hoge overheidsschulden, en twee keer zal nadenken vooraleer de rente te verhogen.
  • Zo raken het monetaire beleid (van de ECB) en het begrotingsbeleid (van de regeringen) almaar verstrengeld. De ECB steunt de lidstaten al door massaal hun staatsobligaties op te kopen.

Lees ook: Coronafactuur afbetalen kost België tien jaar

(jvdh)

Meer