Alle vreugdedansjes ten spijt: een vaccin is nog niet voor morgen

Nu Pfizer heeft aangekondigd dat zijn vaccin 90 procent effectief is, kunnen velen hun geluk niet op. Maar we zullen geduld moeten hebben, want er moeten nog veel hordes genomen worden.

De Amerikaanse farmareus Pfizer verraste de wereld maandag. Zijn coronavaccin in samenwerking met het Duitse BioNTech is voor 90 procent effectief, blijkt uit tussentijdse resultaten. Daarmee doet het net minder goed dan het mazelenvaccin, dat 95 procent effectiviteit claimt. De griepprik raakt maar aan maximaal 60 procent.

Een glansprestatie dus. En toch moeten we niet meteen de pannen van het dak feesten, ‘al zullen er wel enkele mensen in de sector maandag een dansje hebben gedaan’, zegt vaccinologe Isabel Leroux-Roels van het UZ Gent. Maar een vaccin zal nog niet voor morgen zijn. We zetten alles even op een rijtje.

Wat betekenen deze resultaten voor een potentieel vaccin?

Ze zijn alvast zeer hoopgevend. De bescherming zou ingaan 28 dagen nadat u ingeënt bent en voor lange tijd goed zijn. Geen enkele van de deelnemers heeft ook significante gezondheidsproblemen opgelopen tijdens het proces.

Maar we mogen niet vergeten dat het tussentijdse resultaten zijn op 94 proefpersonen. Ook al zijn alle experts enthousiast over wat er tot nu toe als bereikt is, toch kan er nog van alles veranderen. Het onderzoek beslaat in totaal 164 patiënten en pas als die allemaal getest zijn, kan Pfizer met finale resultaten komen. Daaruit zal ook blijken hoe lang het vaccin u beschermt en of er een verschil is tussen jonge en oude mensen. Die gegevens zijn nu nog niet beschikbaar.

Eind november zou het bedrijf versnelde goedkeuring willen aanvragen bij de Amerikaanse farmawaakhond FDA. Dat betekent dat een deel van het vaccin al wordt bekeken terwijl er nog testen lopen zodat de goedkeuring achteraf sneller kan gaan.

‘Maar dit is vooral het bewijs dat alle vaccins die zich richten op het zogenaamde spike-eiwit, dat het virus doorgeeft van mens tot mens, werken’, vertelt Leroux-Roels. ‘Hiervoor was onduidelijk of dat de juiste strategie was, maar nu blijkt dat we op het goede spoor zitten.’ Onder andere Moderna en Sanofi richten zich op datzelfde eiwit.

Welke obstakels moeten er dan nog genomen worden?

Allereerst moet Pfizer genoeg data verzamelen om de versnelde goedkeuring in te dienen. De FDA vraagt bewijzen dat het vaccin werkt, dat het veilig is en dat het blijvend kan geproduceerd worden aan dezelfde kwaliteit.

Die eerste resultaten heeft Pfizer nu en over de veiligheid bestaat ook weinig twijfel, al wil de waakhond twee maanden aan gegevens over de bijwerkingen. Die zouden er tegen de derde week van november kunnen liggen, waarna het bedrijf meteen goedkeuring zou willen aanvragen.

Voor het derde criterium beweert CEO Albert Bourla dat Pfizer ‘sinds het begin van de pandemie op eigen risico heeft geïnvesteerd in uitbreiding en verbetering van de productieprocessen’. Dat bewijst volgens hem dat het vaccin ook in de toekomst kwaliteitsvol zal kunnen geproduceerd worden in de labo’s van het bedrijf.

De productie verloopt trouwens grotendeels in de fabriek van Pfizer in Puurs. Op dit moment rollen daar al honderdduizenden flesjes van de band.

Als die data allemaal ingediend zijn, is het vooral zaak om de rest van de testen zo snel maar ook zo correct mogelijk uit te voeren. En dan is het wachten tot het vaccin markttoelating krijgt. ‘Maar aan dit tempo zou Pfizer toch voor het einde van dit jaar alle data moeten hebben’, zegt Leroux-Roels.

Hebben we nu snel een vaccin in België?

De algemene consensus is dat dat er niet vóór het begin van volgend jaar zal zijn. België koopt voorlopig zelf geen vaccins, maar heeft al ingetekend op Europese contracten met AstraZeneca en Johnson & Johnson. Binnenkort wordt er ook een optie genomen op het vaccin dat Sanofi en GSK samen ontwikkelen. Op het Pfizer-medicijn heeft ons land nog geen optie genomen, maar de gesprekken met Europa daarover lopen ook nog.

Die zouden woensdag worden afgesloten en vrijdag krijgen de lidstaten daar informatie over. Maandag geeft het Belgische geneesmiddelenagentschap dan een advies, waarna de ministers van Volksgezondheid later in de week beslissen of ze er effectief op intekenen.

Maar daar is nog niet alles mee geregeld. Vanaf dan moet er afgewacht worden tot het Europees geneesmiddelenagentschap zijn toestemming geeft voor het vaccin, waarna de Europese Commissie het moet beginnen verdelen over de lidstaten. België zou zo’n 7,4 miljoen vaccins krijgen, maar er zijn er twee nodig per persoon. Daar kunnen dus 3,7 miljoen mensen, of een derde van de bevolking, mee ingeënt worden.

Voor de rest van de bevolking rekent ons land op de andere contracten. AstraZeneca zou ook 7,7 miljoen vaccins ter beschikking stellen, Johnson & Johnson levert er 5,2 miljoen. Al hebben die allebei nog een veel langere weg af te leggen dan Pfizer.

Uiteraard zal Pfizer nog wel extra vaccins produceren, maar die kunnen niet op 1, 2, 3 in België geraken. Ze moeten namelijk bewaard worden op een temperatuur van -70 graden Celsius, wat een stevige logistieke uitdaging wordt.

Komt daarbij dat het sowieso moeilijk wordt om die te bewaren. Niet elke huisarts heeft tenslotte een diepvries op 70 graden onder nul. ‘Daarom is Pfizer er volop mee bezig om het vaccin ook resistent te maken aan hogere temperaturen, maar dat zal nog niet voor meteen zijn’, weet Leroux-Roels. Het UZ Gent heeft zich alvast voorbereid door extra diepvriezen aan te kopen en zal de containers die nu als testhub worden gebruikt later inzetten als vaccinatieplek.

Kunnen we alle regels laten varen eens er een vaccin is?

Nee. We zullen ook dan nog even moeten volhouden. Eens de eerste leveringen hier zijn krijgen risicogroepen – zoals zorgpersoneel, ouderen en zwakkere mensen – voorrang. Als er dan nog vaccins over zijn, kan de rest van de bevolking gevaccineerd worden, maar zoals hierboven al bleek zullen er nooit genoeg vaccins zijn vanaf het begin.

Daarom zal het belangrijk zijn om de eerste maanden nog steeds afstand te houden en mondmaskers te dragen. ‘We zullen ergens in 2021 ons normale leven kunnen hernemen, maar dat zal nog niet voor maart zijn’, besluit Leroux-Roels.

Meer