Mensen met migratieachtergrond worden in Vlaanderen wel degelijk gediscrimineerd bij sollicitaties

Uit een groot onderzoek. dat vier jaar duurde, blijkt dat mensen met een migratieachtergrond wel degelijk discriminatie ondervinden bij aanwervingsprocedures in Vlaanderen. Maar door de manier waarop het onderzoek is opgezet, lijkt er weinig mee te kunnen gebeuren.

In het nieuws: Ontslagnemend Vlaams minister van Werk Jo Brouns (cd&v) liet een grootschalig onderzoek uitvoeren in verschillende sectoren.

  • De Tijd kon het onderzoek inkijken. De krant schrijft dat mensen met een migratieachtergrond, vrouwen, jongeren en ouderen gediscrimineerd worden tijdens sollicitaties. Daarbij valt op dat vooral mensen met een migratieachtergrond te maken krijgen met discriminatie. Bij de andere drie groepen zijn de resultaten minder uitgesproken.
  • Het onderzoek gaat uit van zelfregulatie. 38 sectoren kregen elk 85.000 euro om discriminatie bij de sollicitatieprocedure na te gaan. Daarbij waren ook grotere sectoren als de bouwsector, de metaalsector, de autosector, de voedingsindustrie en de chemie vertegenwoordigd.
  • De sectoren mochten zelf kiezen hoe zij het onderzoek aanpakten. Met praktijktesten of werkgeversbevragingen konden ze discriminatie meten. Uit beide methoden bleek etnische discriminatie een groot probleem. Van de 14 sectoren die voor praktijktesten kozen, scoorden 12 positief op discriminatie, en van de 15 sectoren die voor werkgeversbevragingen kozen, scoorden er 11 positief. De Vlaamse overheid spreekt van een “zorgelijk hoog cijfer”.
    • De resultaten zijn ook opvallend door de vele arbeidskrapte. Ondanks tekorten in veel sectoren, blijft er dus discriminatie tijdens de sollicitatie.
  • Enkele grote sectoren stelden als voorwaarde wel dat er geen resultaten per sector worden gedeeld. Daardoor kan Brouns weinig doen. Hij spreekt in De Tijd zijn bezorgdheid uit. “Discriminatie kan en mag niet getolereerd worden. Wat mij betreft, is dit het startpunt van een concrete opvolgcyclus en volgen nieuwe metingen na de uitrol van de sectorale actieplannen. Ik verwacht van elke sector een duidelijk signaal en engagement”.

“Resultaten moeten publiek worden gemaakt”

Om te volgen: Wat kan er nu gebeuren met deze resultaten?

  • De regulatie en opvolging komt wederom bij de sectoren zelf te liggen. Bij Brouns is te horen dat vergelijken sowieso lastig is, doordat het onderzoek verschillende methodologieën gebruikt.
  • Arbeidseconoom Stijn Baert, die het onderzoek mee begeleidde, reageert geïrriteerd. “Door geen resultaten per sector vrij te geven, kan je er weinig mee. Nu weten we, opnieuw, dat het probleem groot is, maar tasten we in het duister waar de probleemsectoren zitten”.
  • Baert vindt het een gemiste kans, en geeft aan te begrijpen dat Brouns in het licht van de verkiezingen geen details wilde delen. De econoom roept Brouns op om zijn belofte tegenover de bedrijven toch te breken. “Hij moet eisen dat de resultaten publiek gemaakt worden. Zo niet, was dit slecht besteed overheidsgeld”, zo stelt Baert.
  • De kans dat er daadwerkelijk iets verandert, lijkt klein. In het verleden was de partij Vooruit voorstander van grondigere en verplichte praktijktesten. N-VA is altijd tegen het verplichten geweest. Mocht dit op tafel komen bij het vormen van een nieuwe Vlaamse regering, dan lijkt consensus over een goede methodologie aangewezen, zodat de conclusies van dergelijke onderzoeken diepgravend kunnen zijn.
Meer

Ontvang de Business AM nieuwsbrieven

De wereld verandert snel en voor je het weet, hol je achter de feiten aan. Wees mee met verandering, wees mee met Business AM. Schrijf je in op onze nieuwsbrieven en houd de vinger aan de pols.