De luchtvaart moet het gebruik van biobrandstoffen versnellen vooraleer nieuwe technologieën zoals waterstof en elektrisch aangedreven vliegtuigen levensvatbaar worden om de uitstoot te beperken. Dergelijke initiatieven zijn noodzakelijk, want de vraag naar vliegtuigreizen zal niet verdwijnen. Dat heeft Warren East, topman van de Britse motorenfabrikant Rolls-Royce, tijdens de conferentie Impact van persbureau Reuters gezegd.
“Ik ben er vrij zeker van dat het op een dag mogelijk zal zijn om van Londen naar San Francisco te reizen in een vliegtuig dat wordt aangedreven door een gasturbine die waterstof verbrandt”, merkte Warren East op. “Maar die technologie zal de volgende vijftien jaar niet voor commercieel gebruik beschikbaar zijn. Er is dus een overgangstechnologie noodzakelijk.”
Elektrisch
Er worden voor de aandrijving van de vliegtuigen van de volgende generaties verschillende technologieën naar voor geschoven. Maar Warren East merkt op dat niet alle alternatieven even grote mogelijkheden herbergen.
Eerder dit jaar brak een volledig elektrisch vliegtuig van Rolls-Royce twee snelheidsrecords. “Maar elektriciteit is voor de luchtvaart nog geen oplossing”, waarschuwde East. “Bij elektrische batterijen ligt de energiedichtheid veel lager dan bij kerosine.”
“Om dezelfde capaciteit als kerosine te leveren, zouden bijzonder zware batterijen moeten worden ingebouwd. Dat zou echter een efficiënte luchtvaart onmogelijk maken. Om die reden zal elektrische luchtvaart tot stedelijke mobiliteit en vluchten over afstanden van maximaal 250 mijl met misschien tien passagiers.”
“Waterstof biedt een meer permanente oplossing, want hier is een grote opslag van energie mogelijk”, vervolgt East. “Maar vooral een veilige opslag van het product in het vliegtuig vormt hier een belangrijk knelpunt. Wellicht zal daarvoor pas over twintig jaar een antwoord klaar zijn.”
“Maar ook op dat tijdstip zal geen onmiddellijke overstap mogelijk zijn. Luchtvaartmaatschappijen zullen op dat ogenblik toestellen in dienst hebben die misschien niet meer worden geproduceerd, maar nog wel twintig jaar operationeel moeten blijven.”
Kernenergie
“Er moet dus voor een periode van ongeveer veertig tot vijftig jaar een soort overgangstechnologie worden gevonden”, merkt East nog op. “Daarbij wordt vooral gekeken naar duurzame brandstoffen, waarbij emissievrije elektriciteit wordt gebruikt om synthetische versies van fossiele brandstoffen te ontwikkelen.”
“Deze synthetische brandstoffen garanderen, met behulp van grondstoffen zoals gebruikte bakolie, dat de uitstoot van koolstofdioxide tijdens de volledige levenscyclus van een vliegtuig met 80 procent worden verminderd.”
Deze producten kunnen worden gemengd met traditionele brandstof en rechtstreeks in bestaande vliegtuigen worden gedropt. Hierdoor kan de luchtvaart van zijn bestaande vloot vliegtuigen, met beperkte aanpassingen, gebruik blijven maken.
“Deze synthetische brandstoffen zijn echter beduidend duurder dan de kerosine van fossiele origine”, werpt East daarbij op. “Bovendien vertegenwoordigt die alternatieve productie momenteel minder dan 1 procent van de volledige voorraden brandstoffen die de luchtvaart consumeert.”
De overheid kan hier volgens East een stimulerende functie vertolken, onder meer door de introductie van verplichte quota voor het gebruik van synthetische brandstoffen.
“Windenergie en zonnekracht leveren echter niet voldoende productie op om de aanmaak van deze synthetische brandstoffen sterk genoeg te kunnen opvoeren”, werpt de topman van Rolls-Royce op. “Als aanvulling zou daarbij aan toepassingen met kernenergie – onder meer met microreactoren – kunnen worden gedacht.”
East beklemtoont daarbij dat een duurzame oplossing voor vliegtuigreizen in de toekomst noodzakelijk zal blijken. “Het publiek zal niet stoppen met reizen”, stipt hij aan. “Mensen hebben niet de neiging om terug in de tijd te stappen. De mensheid heeft in de twintigste eeuw geleerd te vliegen. Dat zal men niet bereid zijn om in de eenentwintigste eeuw op te geven.”